‘Zoals u ongetwijfeld weet, brengt TLN elk kwartaal de conjunctuurontwikkeling in kaart, daarmee een prima staalkaart biedend van hoe de transport- en logistieksector er voorstaat.
Ook over 2018 heeft TLN de balans opgemaakt, met als conclusie dat het afgelopen jaar goed was voor onze sector. Het was bovenmatig druk en orderportefeuilles waren bovengemiddeld gevuld. Driekwart van de ondervraagde ondernemers is dan ook tevreden of zelfs zeer tevreden over de bedrijvigheid in het afgelopen jaar. Zeven van de tien ondernemers zijn tevens positief over hun omzet.
Mooi om te horen, natuurlijk, dat het goed gaat met onze sector. Maar tegelijkertijd klinken er, naar mijn idee steeds sterkere, geluiden die duidelijk maken dat de sector niet enkel de loftrompet over 2018 blaast, maar ook wel degelijk zorgen kent. Bijvoorbeeld aangaande de prijzen. Bijna twee derde van de ondervraagde ondernemers zegt niet tevreden te zijn over de huidige tarieven. Merkwaardig, als je het mij vraagt, want dit heb je als ondernemer voor een belangrijk deel zelf in de hand. Ik ken voldoende bedrijven die hun tarieven uit eigen initiatief konden verhogen, zonder verdere nadelige gevolgen. Sterker, zij kwamen er per saldo beter uit.
Echter, een nog groter aantal ondernemers in onze sector verhoogt de tarieven niet of onvoldoende en is vervolgens ontevreden over de vergoeding die ze krijgen voor het geleverde werk. Een gemiste kans, vind ik, want buiten het feit dat je dat ontevreden gevoel kunt missen als kiespijn, mist deze groep ondernemers ook de mogelijkheid om te profiteren van de hoogconjunctuur die we op dit moment nog altijd meemaken.
Mijn hoop is dan ook dat 2019 een abnormaal jaar wordt. Waar de meeste ondernemers desgevraagd lieten optekenen dat ze een normaal jaar verwachten, is mijn inzet 2019 juist anders dan anders te laten zijn. Dit jaar moet het jaar worden waarin ál onze leden een eerlijke prijs vragen voor hun dienstverlening én die vervolgens ook krijgen. Zodat niet slechts enkele, maar elk bedrijf in onze sector profiteert van de economische voorspoed in ons land.’