De hulp aan Oekraïne gaat gewoon door

Al sinds het begin van deze eeuw is Urie Dekker – inmiddels 70 jaar – nauw betrokken bij het vervoer van hulpgoederen naar Oekraïne. Enkele keren per jaar kruipt de rasondernemer uit Leimuiden achter het stuur voor een rit van 2200 kilometer. Het is nog altijd nodig. Er is daar een tekort aan allerlei zaken die hier niet meer worden gebruikt. We ontmoeten een betrokken ondernemer en spreken over zijn activiteiten en de situatie in de wereld.

Urie heeft een transportbedrijf, rijdt zelf op de truck en is lid van TLN. Een echte KTO’er dus. Maar geen doorsnee lid. Pas acht jaar is hij actief in het transportwezen. Hij is vooral machinebouwer. Als we aan tafel zitten in zijn gehuurde loods in Nieuw-Vennep laat hij op zijn telefoon foto’s en een filmpje zien. De beelden tonen een indrukwekkende reeks geschakelde machines die oud papier verwerken. Op een paar ingekochte scanners na, heeft hij die hele installatie zelf ontworpen en gemaakt. Hier in de loods achter het kantoortje.

Transporteur

Acht jaar geleden had hij een groot project waarbij veel moest worden vervoerd. Urie ging eens rekenen. Het was doelmatiger om zelf te rijden dan steeds iemand in te huren. Hij vroeg een NIWO-vergunning aan, kocht een vrachtwagen en werd naast machinebouwer ook transporteur. Als er kansen zijn die je kunt benutten, moet je ze niet laten liggen, zegt zijn ondernemershart. Via het transport van hulpgoederen kwam hij ook in de houthandel terecht. Eikenhout uit Oekraïne was in Nederland zeer gewild. Hij deed er goede zaken mee. Hoewel hij het nu wat rustiger aan doet, blijft hij actief. Een ondernemer moet immers wat om handen hebben.

Ziekenhuisbedden

In 2001 raakte Urie betrokken bij hulp aan het toen straatarme Oekraïne. ‘Als er transporten zijn, dan ga ik mee’, zei hij toen. Dat is nooit meer veranderd; sinds acht jaar met de eigen truck. ‘De ondersteuning is nog steeds nodig’, zegt hij. Hij vervoert bijvoorbeeld ziekenhuisbedden die in Nederland zijn afgeschreven, maar nog prima bruikbaar zijn. En ook rollators, afgeschreven schoolmeubilair, medische hulpmiddelen en kleding. ‘In Oekraïne zijn ze er heel blij mee.’ Via de hulporganisaties daar, leerde hij zijn vrouw kennen. Ze gaat geregeld mee, terug naar haar geboorteland. ‘Het grootste konvooi waaraan ik heb deelgenomen, telde 22 vrachtwagens vol goederen. Maar tegenwoordig zijn we met een wagen of vier. Afgelopen januari waren we er nog.’

Frontlinie

De familie van zijn vrouw woonde in Cherson, vandaag de dag de frontlinie. Aan de overkant van de rivier hebben de Russen de stad bezet. Op de avond voor ons gesprek kwamen de berichten over de aanpak van president Trump. Urie en zijn vrouw volgen het nieuws op de voet. Ze zijn ongerust, maar hopen nog steeds op een goede afloop. Het is de bevolking van het land heel veel waard om onafhankelijk te blijven. ‘De weerzin tegen de Russen was er al enigszins in de Sovjet-tijd, maar de afkeer is nu vele malen groter’, weet Urie te vertellen. ‘Begin jaren dertig ging de rijke oogst van de boeren in Oekraïne rechtstreeks naar Rusland, terwijl de eigen bevolking honger leed.’

Bang

De oorlog heeft de hulpkonvooien niet gestopt. ‘De hulporganisatie in Oekraïne is vertrokken uit Cherson en werkt nu vanuit Ivanofrankivsk, veel dichter bij de grens in het westen. Daar brengen we onze goederen nu naar toe. Van daar worden ze verder verspreid.’ Is Urie niet bang als hij daarnaartoe rijdt? Hij lacht relativerend. Nee, hij is niet bang. ‘Weet je, het is een gigantisch land. Als we verder het land ingaan, blijven we minstens 150 kilometer van de frontlinie. En je moet ook uit de buurt blijven van potentiële doelwitten als energiecentrales en hoogspanningscentra. Je moet een beetje opletten.’

Rijtijden

Bij de rit van 2200 kilometer volgt hij de wettelijke rij- en rusttijden. ‘Ik heb laatst gehoord dat humanitair transport daarvan is uitgezonderd, maar dat moet ik nog eens uitzoeken. Veiligheid is belangrijk, dus houden we ons aan de rijtijden.’ Het oponthoud bij de grenzen is relatief beperkt. ‘Als ze zien dat het om humanitaire goederen gaat, mogen we voor’, zegt hij. Om het transport aan de buitenkant zichtbaar te maken, staan op zijn truck twee rode kruisen. Dat wil zeggen: met een blauw uiteinde. ‘Een geheel rood kruis is voorbehouden aan het Rode Kruis. Ik heb er daarom dit van gemaakt.’ Een ondernemer is niet voor één gat te vangen.

Cabine

Op 23 mei 2025 vertrekt een nieuw konvooi van de Stichting Holland - Oekraïne. De vraag of hij weer deelneemt, is overbodig. ‘Natuurlijk gaan wij weer mee’. Zolang de hulpgoederen gewenst zijn, klimt Urie achter het stuur van zijn MAN-truck. Hij heeft die destijds gekocht vanwege de ruimte in de cabine. Zijn vrouw Olga slaapt liever in de nette, opgeruimde en schone truck dan in smoezelige overnachtingsadressen onderweg.

Nog steeds actief

Dit artikel is reeds geplaatst in het KTO Magazine 2025 (april). Vandaag de dag is Urie Dekker en zijn vrouw Olga Dekker nog steeds dagelijks bezig met hulp voor Oekraïne. “Afgelopen maanden zijn we zelf helaas niet naar Oekraïne gereden. Het is simpelweg te gevaarlijk. Vanuit onze Stichting Holland – Oekraïne gaan er wel nog regelmatig Oekraïners die kant op met goederen die we hier verzamelen en laden. De ritten blijf ik leuk vinden. Goederen zelf ter plaatse brengen, dat is wat ik het liefste doe. Afhankelijk van de ontwikkelingen, is het plan om in de derde week van september zelf weer die kant op te gaan,” aldus Urie Dekker.

Kijk voor meer informatie over de stichting op: www.holland-oekraine.nl.

KTO Magazine 2025

Goed nieuws! Het nieuwste nummer van ons KTO Magazine is vanaf nu online te lezen. In het magazine lees je herkenbare verhalen waarin meerdere KTO’ers hun bijdrage hebben geleverd. Verhalen over jonge ondernemers, ondernemerschap en actuele thema’s.