Voor de bouwsector is lichte groei voorspeld. Maar ook daar is een omslagpunt bereikt, stelt Albert Jan Swart. ‘Er wordt minder gebouwd, minder geïnvesteerd in vastgoed, dat leidt tot minder vraag naar bouwmaterialen en transport. De transport en logistieke sector merkt dat omdat de bouw een belangrijk segment voor het wegvervoer en de binnenvaart is.’ Economische krimp is in de bouwsector altijd later waarneembaar. ‘Zodra er iets gebeurt in de economie merk je dat aan de industrie en de handel. Economische gevolgen voor de bouw zie je nu pas omdat veel bouwprojecten voor het afkoelen van de economie starten.’
Bullwhip-effect
Volgens de sectoreconoom komt het afkoelen door een ‘complexe samenloop van bizarre omstandigheden’. Hij somt op: ‘Eerst kwam het ‘bullwhip’-effect, het zweepslageffect door de coronapandemie. Maandenlang zat iedereen thuis met behoud van inkomen. Reizen en uitgaan gingen niet, online spullen bestellen, doe-het-zelven en verbouwen wel. ‘Dat leidde tot een explosie van de vraag naar goederen wereldwijd. Toeleveranciers schaalden hun productie en bestellingen op.’
De containermarkt verscheepte veel meer goederen. Ook namen volumes in de pakketmarkt en de luchtvracht toe. Bedrijven dachten dat dit het ‘nieuwe normaal’ was en legden enorme voorraden aan. Deze werden groter, omdat veel goederen met enorme vertraging binnenkwamen door lockdowns in Azië en ontregeling van de containervaart door blokkade van het Suezkanaal.
Maar zoals het een ‘bullwhip-effect’ betaamt, kwam na de pandemie een forse terugslag. ‘Consumenten gingen weer naar buiten. Na zo’n lange periode televisies en meubels kopen, hebben ze even geen nieuwe meer nodig.’
Bas Euser van de Koninklijke Euser stelt dat bij zijn bedrijf dat actief is in de agro-vers-foodlogistiek bij de foodservice het omgekeerde gebeurde. ‘Stilstand tijdens pandemie en vervolgens een hausse aan bestellingen. Nu komt de terugslag, al zie ik het meer als afvlakking naar normalisering.’
Rentestijging
De terugslag die sectoreconoom Swart benoemt, werd door uiteenlopende factoren versterkt. Zo liep tegelijkertijd de inflatie op. ‘Sinds eind 2021 was sprake van een stijgende inflatie. Deze werd versterkt door de oorlog in Oekraïne en stijgende energieprijzen.’ En er trad nog een effect op dat de ‘zweepslag’ versterkte: de snel gestegen beleidsrente van de Europese Centrale Bank (ECB). ‘Anderhalf jaar geleden was die negatief. Nu zit hij op 4 procent. Een historisch snelle stijging’.
Hij legt uit dat de kortlopende rente, de geldmarktrente, invloed heeft op kortlopende schulden met een variabele rente en dat deze relevant is voor het financieren van voorraden. ‘De vraag naar goederen daalde. Door het oplopen van de variabele rente werd het veel duurder om voorraden aan te houden.’
Daardoor begonnen bedrijven vorig najaar met het versneld afbouwen van voorraden. En zakte de internationale handel snel in. Daar hebben vooral het internationale wegtransport, de zee- en kustvaart en de luchtvracht last van.
Tegelijkertijd steeg de langlopende rente. Ook dat heeft zijn weerslag op de economie. Die is van invloed op de bouwsector en de machine-industrie. Bij een hoge rente investeren bedrijven minder in nieuwe machines waarvoor langlopende leningen nodig zijn. En dat heeft weer gevolgen voor de export. ‘Nederland heeft een grote machine-industrie. Er wordt nu beduidend minder geëxporteerd.’
‘Hetzelfde geldt voor andere industrieën die producten maken van fietsen, tot kunststof en allerlei verpakkingen. Op alle fronten is een vermindering in de vraag naar goederen.’ Zo kan de sectoreconoom doorgaan met opnoemen van sectoren en modaliteiten die onder druk staan. ‘Er gebeurt veel tegelijkertijd in de economie.’
Blijven er dan geen sectoren overeind? Jawel, de voedsel- en agrofoodindustrie blijven vrij stabiel. ‘Voor eten blijven mensen betalen, al is dat twintig procent meer.’ Euser beaamt dat. ‘Al zie je dat mensen op ‘koopjesjacht’ en meer naar goedkopere retailzaken gaan.’
Sectoreconoom Swart maakt zich zorgen over de gevolgen van de afkoelende economie voor de transport- en logistieke sector. ‘Door de hoge inflatie stijgen de loonkosten snel. Zo is het minimumloon dit jaar met ruim 13 procent gestegen en het stijgt volgend jaar verder.’
Tegelijkertijd heeft de sector last van hoge energieprijzen. Normaal zou de olie- en dieselprijs dalen bij een afkoelende economie, omdat er minder vraag naar is. ‘Toch stijgen de kosten. De dieselclausule is en blijft een belangrijk instrument voor het dempen van deze kosten.’
Het aantal faillissementen is sinds corona betrekkelijk laag, vertelt hij. ‘Door de coronasteun en doordat de transportsector de laatste jaren veel geld heeft verdiend. Maar ook in de transport- en de logistieke sector zijn er bedrijven die een belastingschuld hebben opgebouwd. Nu stijgen de loonkosten en brandstofkosten hard. Tegelijkertijd daalt de vraag.’
Druk op tarieven
Veel bedrijven werken bovendien op basis van jaarcontracten. Sectoreconoom Swart verwacht dat er druk op de tarieven komt te staan. ‘Er zijn nu al berichten over transporteurs die de tarieven verlagen. De concurrentie neemt toe, omdat de markt slecht is.’
Ook Sectorbankier Bart Banning denkt dat er her en der harde prijsonderhandelingen zullen worden gevoerd. ‘De grote valkuil van de huidige economische situatie is dat de focus van logistieke ondernemers te veel komt te liggen op de operatie, waardoor de strategische middel- en lange termijnagenda op de achtergrond verdwijnt.
‘De dynamiek van de markt is nu zodanig, dat bedrijven juist aandacht moeten besteden aan strategische thema’s, zoals verduurzaming, digitalisering en krapte op de arbeidsmarkt’, meent Swart. ‘Net als aan het proactief inspelen op wet- en regelgeving. De komende twee jaar gaat er veel veranderen. Bedrijven ontkomen niet aan het invullen van hun strategische agenda. Er wordt veel van hen verwacht.’
Tips voor ondernemers
De sectorbankier en -econoom hebben tips voor de sector om deze moeilijke economische tijd zo goed mogelijk door te komen. ‘Praat met je klanten’, stelt sectoreconoom Banning. ‘Bedrijven in de logistieke sector zijn altijd afhankelijk van de economische omstandigheden waarmee hun opdrachtgevers te maken hebben.’
‘Praat met je klanten over hoe hun markt ontwikkelt. Je moet veel meer van elkaars agenda weten en kijken hoe je kunt samenwerken op thema’s die voor beiden interessante kansen bieden, of simpelweg aandacht behoeven. De markt vraagt daar meer dan ooit naar omdat de prijzen de afgelopen jaren zo enorm zijn gestegen.’
Hij vervolgt: ‘Werk ook samen met andere logistieke bedrijven. Om je beladingscapaciteit optimaal te benutten en de kostenverhoging voor jezelf en jouw klant in toom houden. Partnerschappen vormen de oplossing voor de uitdagingen van logistieke ondernemers en hun klanten.’
Sectorbankier Banning adviseert ondernemers om ook binnen hun eigen netwerk te zoeken naar kennis over strategische thema’s. ‘Dat kan een bank zijn, een branchevereniging of een collega-ondernemer die tegen dezelfde problemen aanloopt. Dit is hét moment om samenwerking verder vorm te geven.’
Euser neemt de adviezen van Banning ter harte. ‘We werken veel samen met klanten. Het helpt bijvoorbeeld om opener te zijn over je kosten en samen na te denken over het efficiënter maken van logistieke stromen.’ Ook praat het bedrijf met andere vervoerders. ‘Je deelt kennis over waar je tegen aanloopt op het gebied van digitalisering of verduurzaming. Om klaar te zijn voor de toekomst, moet je vooruit kijken.’
Op het gebied van verduurzaming trekt Euser ook samen op met de ABN Amro. ‘We doen veel binnenstedelijke distributie en elektrificeren een deel van onze vloot. Door de hoge rente en hoge investeringskosten staan we voor een grote uitdaging, waarbij de bank goed meedenkt.’ Hij voegt toe dat belangrijk is dat de sector blijft werken aan haar imago, zoals TLN doet met de campagne ‘Het lukt alleen met logistiek’. ‘De druk op de arbeidsmarkt blijft bestaan. We moeten meer mensen aan onze sector zien te binden.’
Al met al is het een lastige periode voor de sector. De komende tijd kunnen meer bedrijven omvallen, verwacht Swart. Hij denkt dat de meeste bedrijven een gezonde buffer hebben en hoopt dat ze de tijd en ruimte nemen om na te denken over hoe ze dingen anders kunnen aanpakken om financieel gezond te blijven. ‘Laten we hopen dat het vierde kwartaal in aanloop naar de feestdagen meevalt. Al zien de economische indicatoren er slecht uit.’
Sectoreconoom Swart eindigt zijn verhaal licht positief. Na een economische daling, wordt in de loop van volgend jaar toch een lichte stijging verwacht. ‘Dat komt doordat de overtollige voorraden slinken. Dan komt de normale vraag weer op gang. Al duurt het langer dan verwacht.’
Ook is de verwachting dat de Europese Centrale Bank de rente, nu de economie vrij zwak is, in maart 2024 verlaagt. ‘Omdat de economie in de eurozone nu al duidelijk verzwakt. Het duurt nog wel een half jaar voordat de economie herstelt en de handel aantrekt. Er volgt geen enorme economische opleving. Het wordt de rest van het jaar en begin volgend jaar nog lastig. En ook daarna wordt het niet meteen een vetpot.’
Dit artikel is reeds verschenen in HUB hét ledenblad van TLN. Auteur Suzanne Docter Beeld: Aldo Allessi