TLN begrijpt de logica achter het voorstel, trailers hebben immers impact op het energieverbruik van de trekkende eenheid. Wanneer trailers het brandstofverbruik verlagen door bijvoorbeeld een verminderde luchtweerstand, merkt de ondernemer dat via lagere brandstofkosten. Vervoerders die investeren in lichtere, aerodynamische, meer efficiënte (double deck trailers, e-assen) trailers, mogen daar best voor beloond worden. Het biedt natuurlijk kansen om de komende verhoging van het trekkend voertuig wat te compenseren.
Er moeten echter nog heel wat stappen gezet worden om tot een goede en eerlijke opzet te komen om de CO₂-uitstoot voor getrokken materieel vast te stellen. De ingangsdatum van 2030 geeft de Commissie de tijd om werk te maken van een goede en overzichtelijke invoering van het voorstel die voor ondernemers niet nóg een extra complexiteit introduceert.
Een CO₂-heffing voor trailers is in lijn met de duurzaamheidsvisie van TLN, die inhoudt dat we voortvarend richting zero emissie en CO₂-neutraliteit willen koersen, mits dit betaalbaar is en op een betrouwbare manier gebeurt.
Wel zijn er nog zorgen. Getrokken materieel gaat pas uiterlijk 1 juli 2030 onder de richtlijn vallen, terwijl dit voor motorvoertuigen al vanaf 25 maart 2024 ingaat. TLN zou het beter vinden als de tijdlijn voor trekkers en trailers gelijk getrokken wordt. Zo ontstaan er geen – voor ondernemers onwenselijke – verschillen tussen de lidstaten. Bovendien kan er een ingewikkelde puzzel met registraties ontstaan als sommige landen wel en andere landen geen CO₂-heffing voor opleggers hebben geïntroduceerd. TLN zal de Commissie dan ook vragen haar voorstel te verduidelijken en aan het Europees Parlement en de Nederlandse regering onze zorgen over de werkbaarheid van dit voorstel kenbaar maken.