Dat ze haar groot rijbewijs zou halen en mede-eigenaar van een bloeiend transportbedrijf zou worden, had Aukje niet kunnen vermoeden toen ze Klaas leerde kennen. ‘We waren 16, hij werkte bij een garage voor luxe wagens. Zijn vader had een eigen transportbedrijf. Zelf wilde Klaas ook het transport in.’
Ze glimlacht als ze er aan terugdenkt. ‘Hij haalde zijn groot rijbewijs toen het kon. Wat meespeelde, is dat hij in een klein dorpje woonde. Veel mogelijkheden had je niet. Je werd boer of transporteur.’
We zaten samen op de wagen
In het begin had Aukje zelf niet zoveel met transport. Maar langzaam groeide haar interesse en haalde ze haar papieren voor beroepsgoederenvervoer in binnen- en buitenland. ‘Er waren in die tijd weinig vrouwen die achter het stuur kropen. We zaten vaak samen op de wagen en wisselden het rijden af. Best romantisch was dat.’
In 1988 begonnen Aukje en Klaas voor zichzelf. ‘We bouwden een eigen woning en een bedrijfshal op een industrieterrein in Dokkum. Eerst namen we de vrachtwagen van mijn schoonvader over, vervolgens kwam er een chauffeur bij. Zo groeiden we door. Inmiddels hebben we 17 trekkende voertuigen en 30 opleggers.’
Liefde
Oudste zoon Tjip haalde op zijn achttiende zijn groot rijbewijs en ging in de zaak werken. Broer Siemon werd een aantal jaar later vennoot. ‘De liefde voor transport zit in hun genen. Toen ze jong waren hielpen ze de chauffeurs die terugkwamen, om hun vrachtwagens achter op de plaats in de rij te zetten.’
Met eigen papieren op zak, gingen de jongens ook vaak met de vrachtwagen naar school. ‘Dan brachten ze voor schooltijd vrachtjes weg. De leraren vonden dat wel handig. Ze hoefden alleen even naar de parkeerplaats te kijken om te zien of de jongens er waren.’
Inmiddels werkt de vrouw van Siemon, die eveneens Aukje heet, ook op kantoor. Langzaam bouwen Klaas en Aukje hun werkzaamheden af. ‘Zelf ben ik 63 en Klaas 66. We gaan lekker door zolang het gaat, maar we weten dat we het bedrijf in goede handen achterlaten. De jongens nemen veel beslissingen. Wij geven advies en staan hen bij.’
Natuurlijk lopen privé en werk door elkaar. Soms steekt ze daar tijdens het eten een stokje voor. ‘Dan zeg ik bewust ‘stop, allemaal naar buiten en opnieuw binnenkomen’. Dat doet iedereen dan ook en dan gaan we verder met een ander onderwerp.’
Eigen taken
Het helpt daarbij dat Siemon en zijn gezin in de woning bij het bedrijf zijn gaan wonen en Aukje en Klaas naar een andere plek zijn verhuisd. ‘Dan heb je toch iets meer afstand.’
Het samenwerken met hun zoons, die vennoot zijn, loopt gesmeerd. ‘Iedereen heeft zijn eigen taken. Tjip sleutelt in de garage, Siemon houdt zichbezig met het automatiseren van systemen, ik doe de administratie en Klaas houdt overzicht. Iedere maandagmiddag zitten we samen om de belangrijkste zaken door te nemen. Verder gaat ieder zijn gang. En als het nodig is en een chauffeur uitvalt, kunnen we allemaal bijspringen.’
Niet alleen de familie Westra is blij om bij een familiebedrijf te werken. Ook hun werknemers kiezen daar bewust voor. ‘We hebben hier jongens die bleven hangen na een stage, maar ook een pensionado die blijft werken bij ons, omdat hij het zo naar zijn zin heeft.’
‘Bij ons ben je geen nummer, maar een mens’
Dat komt vooral door de persoonlijke aandacht voor elkaar. ‘De chauffeurs hoeven geen targets te halen. Bij ons ben je geen nummer, maar een mens. Laatst ging een chauffeur weg omdat hij vastere werktijden wilde. Later vertelde hij dat hij onze saamhorigheid miste.’
Aukje vervolgt: ‘Wij doen alles met zijn allen. Als er problemen zijn, bieden wij een luisterend oor. Daardoor weten we alles van elkaar. En vrijdag is het hier snackdag. Alle chauffeurs die in de buurt zijn en onze kinderen komen dan aanwaaien.’
Hoe de toekomst er uit ziet? ‘Het bedrijf loopt prima en groeit gestaag. Grote plannen om het bedrijf om te gooien, hebben onze zoons niet. Wat er in de toekomst gebeurt met de energietransitie weet ik niet. Onze stroomaansluiting kan voor 2030 niet worden verzwaard om elektrische vrachtwagens te laden. Dat is lastig. Verder zie ik de toekomst rooskleurig in. Fantastisch we dit samen kunnen doen!’
Dit artikel is reeds gepubliceerd in HUB, hét ledenblad van TLN. Auteur: Suzanne Docter