Zo zoon, zo vader

Vader Roelof en zoon Ivar Wolters werken allebei als vrachtwagenchauffeur. Ze doen dat met veel plezier. De één werkt internationaal, de ander hoofdzakelijk in het binnenland. Een vader en zoon in hetzelfde beroep kom je vaker tegen. Maar hun verhaal is anders. Dat gaat over omgedraaide rollen, zij-instroom en het benutten van aangeboden kansen. Vanuit hun persoonlijke ervaringen geven ze ook aan wat werkgevers kunnen doen om gemotiveerde werknemers aan te trekken en te behouden.

Nee, de eindredactie van dit blad heeft niet zitten slapen. De kop boven dit artikel klopt: ‘Zo zoon, zo vader’. En dus niet het gebruikelijke ‘Zo vader, zo zoon’. Roelof Wolters, midden vijftig, is in de wereld van transport en logistiek terechtgekomen door zijn inmiddels 23-jarige zoon Ivar. Wie met ze spreekt, voelt een brok enthousiasme over het werk achter het stuur. Ze hebben verschillende werkgevers en uiteenlopende soorten werk, maar delen de passie. Die is van de jonge generatie op de oude overgegaan. Een soort omgekeerde wereld. Zelfstandigheid, waardevol bezig zijn en verantwoordelijkheid vormen de rode draad door het verhaal over hun werk.

Goed gemotiveerd

Roelof is een zij-instromer. Tot een paar jaar geleden had hij nog nooit een vrachtwagen bestuurd. Wel had hij altijd al gefascineerd gekeken naar de stuurmanskunst van chauffeurs, zoals zijn zoon. Hij vond dat manoeuvreren machtig mooi. Dat is nog wel wat anders dan zelf de stap te zetten om de opleiding te gaan doen. ‘Daar moet je goed gemotiveerd voor zijn,’ zegt hij achteraf. ‘Ik heb echt moeten stampen om alle leerstof onder de knie te krijgen. Met name het technische deel was heel pittig.’ Maar hij slaagde erin alles met succes af te ronden. Roelof is eigenlijk verzekeringsexpert en -adviseur. Dat werk doet hij nog steeds, drie dagen in de week. Voor de twee andere werkdagen heeft hij een nul-urencontract afgesloten met Bakker Transport & Warehousing in Heerenveen. Vanwege zijn gezondheidssituatie – hij is niertransplantatiepatiënt – besloot hij het werk in de verzekeringswereld te beperken tot drie dagen. Maar vier dagen per week thuiszitten, leek hem geen aantrekkelijk perspectief.

Geen bezwaar

Vaak volgen kinderen het voorbeeld van hun ouders. Hier ging het dus andersom. ‘Waarom word je geen chauffeur?’, vroeg Ivar. Het enthousiasme van zijn zoon werkte aanstekelijk. Via het uitzendbureau kwam hij in contact met Bakker. Er volgde een plezierig gesprek waarbij in alle openheid de beperkingen werden besproken. Door zijn gezondheid kan Roelof geen zwaar fysiek werk doen, zoals winkeldistributie. Anders dan Ivar, die met name rijdt op Denemarken en Zweden, wil hij ook geen nachten van huis zijn. Dat bleek geen bezwaar. Hij haalde zijn papieren en werd daarna goed begeleid door een chauffeurscoach. Nu vervoert hij food- en non-food artikelen tussen verschillende warehouses in Nederland en soms in Duitsland. Voor Bakker is hij onderdeel van de flexibele schil. Dat betekent dat hij in de vakantiemaanden doorgaans twee dagen werkt en in rustiger tijden een enkele dag. ‘Ik krijg er veel energie van,’ zegt hij. ‘Het is geweldig. Je hebt vrijheid, je mag zelf uitmaken hoe je de opdracht uitvoert, het is verantwoordelijk werk en je wordt gewaardeerd.’ Die eigenschappen van het werk had hij gezien bij zijn zoon.

Individuele situatie

Hoe kijkt Ivar aan tegen het werk van zijn vader, waartoe hij de aanzet gaf? ‘Ik vind het superstoer en superknap,’ zegt hij trots en spontaan, ‘en ook mooi dat zijn bedrijf zo flexibel is geweest.’ Daarmee geeft hij ongevraagd advies: in een wereld waar personeel schaars is, moet je inspelen op de individuele situatie van medewerkers. Hij vindt het voor zichzelf geen probleem om twee tot drie keer per week in het buitenland te zijn. ‘Mijn vriendin is planner bij een ander transportbedrijf en kent de wereld. Zij vindt het ook prima.’ Tegelijkertijd erkent hij dat zijn leven in het teken van het transport staat. Het werkritme legt een stevig beslag op je sociale leven. Om medewerkers aan je te binden en enthousiast te houden, is het belangrijk daar rekening mee te houden. Hij geeft een voorbeeld: ‘het is erg fijn als je lang van tevoren weet dat je een bepaald weekend helemaal vrij bent en niet op het laatste moment wordt ingeroosterd.’

Groente en fruit

Ivar wist van kinds af aan dat hij een praktisch beroep wilde. ‘Ik vind alles leuk wat wielen heeft en bestuurbaar is.’ De BBL-opleiding aan het Deltion College in Zwolle, met nadruk op de praktijk, paste voor hem als een schoen waarmee je de vierdaagse loopt. Hij kwam bij Hartman Expeditie terecht, gespecialiseerd in geconditioneerd transport. De oplegger waarmee hij naar Scandinavië rijdt, zit vol met groente en fruit. Voor de terugweg haalt hij onder andere bij luchthavens retourgoederen op. KLM is een belangrijke opdrachtgever voor Hartman. Op de vraag wat een werkgever kan doen om mensen gemotiveerd te houden, antwoorden beiden spontaan en als uit één mond: ‘Aandacht geven en goed communiceren.’ Ivar: ‘Het is belangrijk te weten wat de wensen van je mensen zijn.’ Roelof vult aan: ‘Aandacht doet wonderen. Zo kregen wij ooit ’s ochtends onverwacht allemaal een regencape omdat er veel regen was voorspeld. Dan voel je meteen dat er is nagedacht over de werkomstandigheden die dag.’

Subsidiemogelijkheden

Een vader die op zijn 54ste vrachtwagenchauffeur wordt, geïnspireerd door zijn zoon. ‘Hij is een mooi voorbeeld van een succesvolle zij-instromer,’ zegt Caroline Blom, beleidsadviseur strategisch arbeidsmarktbeleid bij TLN. ‘Zij-instroom levert een belangrijke bijdrage aan het verminderen van het personeelsprobleem. TLN zag tien jaar geleden de personeelskrapte aankomen. Sociale partners hebben toen de handen ineengeslagen en het Sectorinstituut Transport en Logistiek (STL) opdracht gegeven om aan de slag te gaan met zij-instromers. Er zijn projecten gestart met subsidiemogelijkheden. Inmiddels telt de sector meer dan 16.000 nieuwe chauffeurs die op deze manier bij onze bedrijven zijn komen werken.’

De opzet slaat aan: 86 procent werkt na twee jaar nog steeds bij een bedrijf dat afdraagt aan Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Beroepsgoederenvervoer (SOOB). Dat zijn overigens niet altijd mensen zoals Roelof die er op latere leeftijd alsnog voor kiezen om chauffeur te worden. Het zijn ook jongeren die na afronding van een studie of na enkele jaren werkervaring toch wat anders willen gaan doen. ‘Er zijn voorbeelden van voormalige kapsters en verpleegkundigen die nu met veel plezier achter het stuur zitten.’ In aansluiting op de woorden van vader en zoon Wolters, drukt Blom werkgevers op het hart goed te luisteren naar de wensen van (toekomstige) medewerkers. ‘Wil je dat personeel voor je blijft werken? Met een persoonlijke benadering en aandacht draag je zelf bij aan je succes.’

Dit artikel is gepubliceerd in HUB, het ledenblad van TLN. Tekst: Paul Wouters / Beeld: Roelof en Ivar Wolters

Meer weten?

Contact de expert

Caroline Blom

Beleidsadviseur

Ledenmagazine HUB

HUB is hét ledenblad van TLN. TLN is een vereniging vol diversiteit en dat willen we graag laten zien! Elke maand plaatsen we in HUB berichten uit de vereniging. Bedrijfsovernames, mijlpalen of bijzondere werkzaamheden. We zetten jullie in het zonnetje!