De CSRD bestrijkt milieu, bestuur- en sociale aangelegenheden en ziet dus op duurzaamheid in de brede zin. Per 1 januari 2024 zal de eerste groep bedrijven moeten gaan rapporteren. Je leest hier meer informatie over CSRD.

Bedrijven met een rapporteringsplicht zullen ook duurzaamheidsinformatie over hun waardeketens (denk daarbij aan leveranciers en klanten) in hun CSRD-rapportage moeten opnemen. Er zullen daarom informatieverzoeken volgen – ook aan expediteurs, klein en groot. Deze informatieverzoeken zullen naar verwachting vooral over CO2-uitstoot gaan ofwel over ‘carbon footprinting’. Ondanks dat expediteurs niet over eigen vervoermiddelen beschikken en in eerste instantie geen gegevens over de uitstoot van het daadwerkelijke vervoer hebben, zal deze informatie moeten worden opgevraagd bij de ingeschakelde vervoerders.

Zorg tijdig voor het verzamelen van data en dat deze voldoet aan de relevante regelgeving. Op carbonfootprinting.org zijn richtlijnen te vinden met uitleg specifiek over het berekenen en toewijzen van CO2-uitstoot. Ook zijn daar diverse tools van commerciële partijen te vinden die vooral zien op het meten, berekenen en toewijzen van CO2-uitstoot. Op co2emissiefactoren.nl zijn daarnaast ook tools van diverse commerciële aanbieders beschikbaar. Hier worden ook lijsten gedeeld met kengetallen waar voor de berekening van de uitstoot mee kan worden gewerkt.

De UC Group heeft in opdracht van de Topsector Logistiek een pilot carbon footprinting specifiek voor expediteurs uitgevoerd op basis van een door Visma en UC Group ontwikkelde tool, Loginex Carbon Intelligence. Enkele Fenex-leden hebben aan deze pilot deelgenomen. De UC Group hield onlangs een presentatie in de stuurgroep Duurzaamheid om de eerste bevindingen uit de pilot te delen. Aan de hand van deze bevindingen doet de UC Group een aantal aanbevelingen. De belangrijkste delen wij hier. Let op: dit betreffen specifiek bevindingen voor expediteurs die gebruik maakten van de tool Loginex. Het kan zijn dat andere tools met afwijkende parameters werken waardoor de aanbevelingen niet een-op-een overeen hoeven te komen. Het belangrijkste is dat je je eigen data op orde dient te hebben. Dit doe je onder andere door een uniforme werkwijze te creëren als het gaat om het verwerken van de data in je systemen die nodig is om de uitstoot te berekenen en toe te wijzen.

Aanbevelingen:

De UC Group adviseert om een uniek kenmerk aan elke opdracht te koppelen waarbij elke modaliteit bij een multimodaal traject een eigen volgnummer krijgt. Uitstootgegevens zullen per modaliteit in grote mate verschillen. Om goede berekeningen te maken – en niet een onnodig hoge CO2-heffing aan opdrachtgevers te moeten doorbelasten – is het belangrijk de diverse transportbewegingen en bijbehorende modaliteiten binnen een transportorder zo nauwkeurig mogelijk bij te houden en niet als één traject bijvoorbeeld per vrachtwagen op te geven omdat dit tot een hogere uitstoot kan leiden.
Als er meerdere zendingen in dezelfde container zijn verscheept, noteer dan per zending het containernummer zodat deze zendingen niet allemaal als los transport worden gezien met een te hoge uitstoot tot gevolg.
Daarnaast is het van groot belang locatiegegevens van de plaats van vertrek en aankomst zo nauwkeurig mogelijk te registreren door ook de postcode en/of geocoördinaten te noteren. Als alleen een plaatsnaam wordt genoteerd, kunnen er verschillen in lengte van het traject optreden. Bij deze gegevens hoort ook een landcode. Om landcodes volgens de UN-norm te registreren, wordt aanbevolen om een 2 letterige landcode voor los- en laadadressen te gebruiken en niet bijvoorbeeld een 3 letterige landcode.
Opdrachtgevers zijn soms op diverse locaties gevestigd. Door elke locatie van hun warehouses een eigen kenmerk te geven, wordt het makkelijker data aan een bepaalde locatie toe te wijzen.
In het kader van carbon footprinting zal ook het gewicht van de lading (incl. ladingdrager en excl. container) moeten worden opgegeven waarbij het streven is werkelijke gewichten aan te houden. Maak daarom een plan om per transportorder tot werkelijke gewichten te komen.
Het zal voor expediteurs lastig zijn om desgevraagd brandstofgegevens op te geven, want daar beschikken zij doorgaans niet over. Vraag aan ingeschakelde vervoerders om brandstofgegevens te gaan opleveren – bij voorkeur in de vorm van een CPI – zodat er op een gegeven moment niet meer met kengetallen hoeft te worden gerekend.
Tot slot, begin op tijd met voorbereiden en ga met je klanten in overleg hoe de informatie aan te leveren.

Deze content is exclusief voor Fenex-leden