Hoe vraag ik compensatie van de transitievergoeding aan bij langdurige arbeidsongeschiktheid?

Per 1 april 2020 treedt het laatste deel van de Wet compensatie transitievergoeding in werking. Op basis hiervan kunnen werkgevers het UWV om compensatie vragen voor de door hen betaalde transitievergoeding in verband met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst met een langdurig zieke werknemer.

Maar wat wordt er vergoed en aan welke voorwaarden moet zijn voldaan? Hieronder gaan we in op deze vragen.

Wanneer kan een werkgever compensatie vragen?

Om voor de compensatie in aanmerking te komen, moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:

  • De arbeidsovereenkomst met de zieke werknemer is na 2 jaar ziekte (eventueel plus de periode van de loonsanctie, als daar sprake van was) beëindigd wegens langdurige ziekte of de arbeidsovereenkomst is van rechtswege geëindigd
  • De werknemer had op grond van de wet recht op een transitievergoeding
  • De werkgever heeft de transitievergoeding betaald aan de werknemer

 

De wijze waarop de arbeidsovereenkomst beëindigd is, is hierbij niet van belang. Oftewel, bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst op bovenstaande grond, kan er om compensatie voor de betaalde transitievergoeding gevraagd worden, ongeacht of de arbeidsovereenkomst door de werkgever is opgezegd, op zijn initiatief door de rechter is ontbonden, van rechtswege is geëindigd of met wederzijds goedvinden (met een beëindigingsovereenkomst/ vaststellingsovereenkomst) is beëindigd.

Ook als er sprake was van een slapend dienstverband dat na de uitspraak van de Hoge Raad van november vorig jaar op verzoek van de werknemer beëindigd is en de transitievergoeding betaald is, kan men in beginsel om compensatie vragen.

Verder geldt dat de arbeidsovereenkomst op bovenstaande grond op of na 1 juli 2015 is geëindigd. Lag het einde van de periode van 2 jaar ziekte al voor 2015, dan is geen compensatie mogelijk.

De werkgever kan ook compensatie vragen bij gedeeltelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst na 2 jaar ziekte en het naar rato betalen van de transitievergoeding.

Uitzondering

Er geldt een uitzondering op de voorwaarde dat de werknemer 2 jaar ziek moet zijn geweest. Die voorwaarde geldt niet als de arbeidsovereenkomst (voor bepaalde tijd) van rechtswege is geëindigd voor 1 januari 2020 en de transitievergoeding betaald is.

Wat wordt er vergoed?

De compensatie die de werkgever van het UWV kan krijgen, is gelijk aan:

  • De betaalde transitievergoeding plus de transitie- en/of inzetbaarheidskosten die daarop in mindering zijn gebracht
  • Waarbij geldt dat niet meer vergoed wordt dan het bedrag aan transitievergoeding dat verschuldigd zou zijn bij het beëindigen of niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst op de dag na het verstrijken van de termijn van 2 jaar ziekte

 

Het bepaalde bij de bolletjes hiervoor betekent:

  • Dat als het dienstverband voor 1 januari 2020 is geëindigd en de transitievergoeding is betaald volgens de berekeningswijze zoals die gold voor 1 januari 2020, de compensatie wordt gebaseerd op die berekeningswijze (de wijze waarop de transitievergoeding berekend wordt, is per 1 januari 2020 gewijzigd)
  • Op basis van het overgangsrecht geldt dat ook volgens de berekeningswijze van voor 1 januari 2020 vergoed wordt, als de procedure tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor 1 januari 2020 gestart is. Wanneer een ontslagprocedure start, hangt af van de wijze van beëindiging van het dienstverband:
    • Bij opzegging van de arbeidsovereenkomst met toestemming van UWV is het moment bepalend waarop het verzoek om toestemming voor ontslag is ingediend
    • Bij ontbinding van de arbeidsovereenkomst is het moment bepalend waarop het verzoekschrift bij de kantonrechter is ingediend
    • Bij een opzegging met instemming van de werknemer is het moment bepalend waarop de werknemer heeft ingestemd met de opzegging
    • In geval van beëindiging met wederzijds goedvinden is het moment bepalend dat partijen tot overeenstemming zijn gekomen.

 

De daadwerkelijke beëindigingsdatum kan dan, bijvoorbeeld door inachtneming van de opzegtermijn, wel na 1 januari 2020 liggen

  • Dat als de werknemer voor 1 januari 2020 2 jaar ziek was, maar het dienstverband pas na 1 januari 2020 beëindigd is en de transitievergoeding betaald is volgens de regels zoals die gelden vanaf 1 januari 2020 (mogelijk lagere vergoeding), dan wordt de compensatie ook betaald volgens de berekeningswijze zoals die geldt vanaf 1 januari 2020
  • Heeft de werkgever bijvoorbeeld te maken gehad met een loonsanctie, waardoor het dienstverband niet na 2 jaar ziekte beëindigd kon worden, of is er voor gekozen de zieke werknemer eerst enige tijd slapend in dienst te houden, en pas later over te gaan tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst onder betaling van de transitievergoeding, dan betreft de compensatie niet dat deel van de transitievergoeding dat betrekking heeft op de duur van de arbeidsovereenkomst na 2 jaar ziekte

 

De compensatie heeft betrekking op de bruto transitievergoeding, dus inclusief de ingehouden en afgedragen loonheffing.

De compensatie kan niet hoger zijn dan het maximumbedrag van de transitievergoeding. Dat maximum is per 1 januari 2020 83.000 euro, of het jaarsalaris van de werknemer, als dat hoger is dan genoemd bedrag.

Genoemd bedrag was in eerdere jaren lager, te weten:

2015: 75.000 euro

2016: 76.000 euro

2017: 77.000 euro

2018: 79.000 euro

2019: 81.000 euro

Waar, hoe en wanneer aanvragen?

De compensatie moet worden aangevraagd bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). Het UWV komt met een aanvraagformulier dat daarvoor gebruikt moet worden. Dat formulier zal 1 april 2020 op de site van het UWV verschijnen:

Het formulier moet digitaal bij het UWV worden aangeleverd via het UWV-werkgeversportaal, waarbij de werkgever met eHerkenning moet inloggen. Heeft u nog geen eHerkenning, vraag die dan zo snel mogelijk aan.

Voor het indienen van de aanvraag geldt een bepaalde termijn:

  • Voor de situaties waarin de transitievergoeding voor 1 april 2020 betaald is, geldt dat de aanvraag voor 1 oktober 2020 moet zijn ingediend
  • Voor de situaties waarin de transitievergoeding op of na 1 april 2020 betaald is, geldt dat de aanvraag binnen 6 maanden nadat er betaald is, ingediend moet zijn

 

In alle gevallen geldt dat de vergoeding betaald moet zijn voordat er compensatie gevraagd kan worden. Is er in termijnen betaald, dan kan de aanvraag pas in behandeling worden genomen nadat de laatste termijn is betaald en gelden bovengenoemde aanvraagtermijnen vanaf dat moment.

Verder geldt in alle gevallen dat als men de aanvraag te laat (of te vroeg) indient, dus na eerdergenoemde termijn, de aanvraag wordt afgewezen.

Als moment van betaling is het moment bepalend dat de vergoeding is afgeschreven van de rekening van de werkgever.

Vereiste gegevens

De werkgever die om compensatie vraagt, zal aannemelijk moeten maken dat er recht bestaat op compensatie en de omvang daarvan. Om te kunnen beoordelen of recht bestaat op compensatie en wat de hoogte daarvan is, moet het UWV in ieder geval het volgende kunnen vaststellen:

  • Dat er sprake was van een arbeidsovereenkomst
  • De duur van de arbeidsovereenkomst
  • Dat de werknemer ziek uit dienst is gegaan
  • Dat de transitievergoeding is betaald
  • Hoe de berekening van de transitievergoeding heeft plaatsgevonden

 

In verband daarmee zullen bij de aanvraag de nodige stukken ter onderbouwing van de aanvraag aangeleverd moeten worden. Dat zal in het aanvraagformulier worden aangegeven. Denk hierbij aan:

  • De arbeidsovereenkomst. Als de werkgever de arbeidsovereenkomst niet meer heeft, dan is een document waarop de begindatum van de arbeidsovereenkomst staat ook goed. Bijvoorbeeld een loonstrook waarop de datum staat waarop de werknemer in dienst trad.
  • Bewijs van einde van de arbeidsovereenkomst. Wanneer de arbeidsovereenkomst niet van rechtswege is geëindigd: bescheiden waaruit blijkt dat de arbeidsovereenkomst is beëindigd wegens langdurige arbeidsongeschiktheid. Dit kan zijn:
    • De opzeggingsbrief, eventueel aangevuld met de beschikking waaruit blijkt dat het UWV toestemming heeft verleend voor opzegging van de arbeidsovereenkomst wegens langdurige arbeidsongeschiktheid
    • De beschikking van de kantonrechter waaruit blijkt dat de arbeidsovereenkomst om die reden is ontbonden
    • De beëindigingsovereenkomst/vaststellingsovereenkomst die ziet op het, na ommekomst van de periode van het opzegverbod tijdens ziekte, met wederzijds goedvinden beëindigen van de arbeidsovereenkomst wegens langdurige arbeidsongeschiktheid

 

Het UWV kan dit verifiëren aan de hand van de (eigen) beschikking betreffende de aanvraag voor een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. Bij het ontbreken hiervan: eventueel een verklaring van een bedrijfsarts waaruit blijkt dat aan deze voorwaarden wordt voldaan

  • Wanneer de arbeidsovereenkomst niet is opgezegd wegens langdurige arbeidsongeschiktheid na toestemming van het UWV: een verklaring van de werkgever dat de werknemer ziek was op het moment dat de arbeidsovereenkomst eindigde, de periode gedurende welke de werknemer ziek is geweest en de naam van de behandelend bedrijfsarts
  • De gegevens die zijn gebruikt om de hoogte van de transitievergoeding te berekenen
  • Twee loonstroken:
    • Loonstrook van de periode voor de datum waarop de werknemer 1 jaar ziek was
    • Loonstrook van de periode waarin het opzegverbod bij ziekte is verstreken

 

Heeft de werknemer tijdens het opzegverbod wegens ziekte wisselende ploegentoeslag en/of overwerktoeslag ontvangen, dan dienen alle loonstroken waarop de ploegentoeslag en/of overwerktoeslag staat te worden meegestuurd. Meer concreet gaat het om de stroken over de laatste 12 maanden van het opzegverbod

  • Bewijs van betaling van de (transitie)vergoeding. Bij betaling in termijnen zullen betalingsbewijzen moeten worden overlegd waaruit blijkt dat de gehele vergoeding is voldaan. Denk hierbij aan een of meerdere bankafschriften

 

In een aantal bijzondere situaties dienen nog wat aanvullende stukken te worden meegestuurd. Dat is bijvoorbeeld het geval als transitie- en/of inzetbaarheidskosten in mindering zijn gebracht, er eerder een transitievergoeding is betaald (die in mindering mocht worden gebracht op de te betalen vergoeding), de werknemer tijdens (een deel van) het contract jonger was dan 18 jaar, de werknemer recht had op een winstuitkering en/of bonus en/of er sprake was van een beëindiging van rechtswege. Is dat aan de orde, neem daarover dan contact op met het UWV, met de TLN Ledendesk of een van de adviseurs sociaal van TLN.

Is de aanvraag niet compleet, dan krijgt de werkgever een termijn om deze alsnog aan te vullen. Die termijn is:

  • Voor gevallen van voor 1 april 2020: 28 dagen
  • Voor gevallen van op of na 1 april 2020: 14 dagen

 

Beslistermijn UWV

Het UWV hanteert verschillende beslistermijnen:

  • Voor de situaties waarin de transitievergoeding voor 1 april 2020 betaald is, en de aanvraag dus voor 1 oktober 2020 moet zijn ingediend, geldt dat het UWV binnen 6 maanden na ontvangst van de aanvraag zal beslissen
  • Ook in situaties waarin de termijn van 2 jaar ziekte, eventueel aangevuld met de periode van de loonsanctie, als daarvan sprake was, voor 1 april 2020 is verstreken maar de formele beëindiging en betaling van de transitievergoeding pas na 1 april 2020 heeft plaatsgevonden, geldt dat het UWV binnen 6 maanden na ontvangst van de aanvraag zal beslissen
  • Voor de situaties dat de transitievergoeding op of na 1 april 2020 betaald is, en de termijn van 2 jaar ziekte, eventueel verlengd met de periode van de loonsanctie, ook op of na die datum is verstreken, geldt dat het UWV in beginsel binnen 8 weken, nadat de aanvraag ontvangen is, binnen 6 maanden nadat er betaald is, zal beslissen. Overigens kan deze termijn verlengd worden

 

Was de aanvraag niet compleet, dan wordt de beslistermijn opgeschort. Die opschortingstermijn loopt vanaf de dag waarop het UWV de werkgever uitnodigt de aanvraag aan te vullen, tot de dag waarop de aanvraag is aangevuld of de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken.

Terugvorderen

Indien achteraf blijkt dat er op basis van de aan het UWV verstrekte informatie te veel of ten onrechte betaald is, zal dat door het UWV worden teruggevorderd. Was daarbij sprake van het bewust verstrekken van verkeerde informatie (fraude), dan zal daarvan aangifte worden gedaan bij het Openbaar Ministerie.

Niet eens met de beslissing van het UWV

Als de werkgever het niet eens is met de beslissing van het UWV, kan daartegen bezwaar worden ingesteld. Daarop zal dan in beginsel binnen 13 weken worden besloten. Eventueel kan later nog beroep bij de rechtbank en hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep worden ingesteld.

Vragen?

Heb je aanvullende vragen? Neem daarover dan contact op met de TLN Ledendesk of met een van de adviseurs sociaal van TLN.