Kamerdebatten met aandacht voor infrastructuur en elektrificatie bieden de sector perspectief

TLN heeft de afgelopen weken flink op de trom geslagen bij de Tweede Kamer over achterstallig onderhoud, het beter benutten van infrastructuur en elektrificatie van goederenvervoer over de weg. Over antwoorden van minister Harbers op de Kamervragen over deze onderwerpen is TLN positief.

Wegwerkzaamheden onderhoud wegen

In zowel de begrotingsbehandeling van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) als in het  Notaoverleg MIRT (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport) bevroegen Kamerleden minister Harbers nadrukkelijk over het onderhoud aan de infrastructuur. TLN had aandacht gevraagd voor een goed overzicht, een betere planning en meer budget voor onderhoud aan bruggen, viaducten, tunnels en wegen.

Meerjarenplan
De minister gaf aan dat er wordt toegewerkt naar een meerjarenplan gericht op een stabiele en langdurige programmering. Hij komt binnen enige tijd met een volledig plan op dit gebied. TLN ziet het volledige plan voor de instandhouding van infrastructuur graag tegemoet. Voor de transportsector is het van belang om tijdig voorbereid te zijn op de eventuele gevolgen van werkzaamheden en daarvoor maatregelen te kunnen nemen.

Benutting van de weg
Chris Stoffer, Tweede Kamerlid namens de SGP, vroeg met de recente ervaring van 900 kilometer ochtendspits de minister waarom er geen budget was uitgetrokken voor het beter benutten van de weg, door middel van afspraken met werkgevers, intelligent verkeersmanagement en beperkte infrastructurele aanpassingen. Ook hiervoor had TLN aandacht gevraagd. Harbers antwoordde dat hiervoor binnen diverse bestaande (gebieds)programma’s en het reguliere beheer en onderhoud al uitgaven worden gedaan, maar dat er ook nieuwe programma’s komen die zich volledig richten op optimalisering.

Elektrisch vervoer
De SGP uitte bij monde van Stoffer ook zorgen over de subsidiebudgetten voor het elektrisch vervoer. Het antwoord van staatssecretaris Heijnen was dat het subsidieplafond voor vrachtwagens binnenkort bekend wordt gemaakt, waarbij rekening wordt gehouden met het feit dat in 2022 het budget binnen één dag was uitgeput. De verwachting is dat vanaf 2026 de netto-opbrengsten van de vrachtwagenheffing aangewend kunnen worden voor de verduurzaming van het vrachtvervoer. Met deze terugsluis komt circa € 250 miljoen per jaar beschikbaar voor het verduurzamen en innoveren van het vrachtvervoer. Op het verzoek van de Kamer of de terugsluis voorgefinancierd kan worden, antwoordde de minister dit verzoek op te pakken als de Wet Vrachtwagenheffing is aangenomen, de BIT-toets (Bureau ICT-toets) is doorlopen en de aanbestedingen zijn gestart.

Schot in ondersteuning
Rob Aarse, beleidsadviseur duurzaamheid van TLN reageert op de uitkomst van het debat:
‘Uit de antwoorden op de vragen van de heer Stoffer blijkt duidelijk dat het ministerie van I&W meewerkt om de overstap naar zero emissie vrachtauto’s voor ondernemers mogelijk te maken. Voor de korte termijn betreft dat de aankondiging van een nieuwe aanschafsubsidie voor 2023 en het voornemen om te komen tot een afzonderlijke subsidieregeling voor laadinfrastructuur. Voor de periode 2024 en 2025 geeft het ministerie aan een voorschot op de terugsluis van de vrachtwagenheffing op te pakken zodra met de aanbestedingen voor de vrachtwagenheffing is begonnen. De feitelijke terugsluis ter grootte van zo’n 250 miljoen per jaar wordt voorzien vanaf 2026. Per saldo lijkt er dus schot te komen in de noodzakelijke ondersteuning die de overstap naar zero emissie vrachtauto’s de komende jaren in financiële zin voor ondernemers beter mogelijk gaat maken.’