Nieuwe regels detachering

Vanaf 2 februari 2022 gaan nieuwe regels gelden voor de detachering van chauffeurs in het beroepsgoederenvervoer over de weg.

De nieuwe detacheringrichtlijn is onderdeel van het Mobility Package. Hoewel er nog heel veel onduidelijk is over de exacte toepassing van de nieuwe regels, staat hieronder in het kort wat we nu al wel weten.

Wanneer is er sprake van detachering?
Er is sprake van detachering als er voor het werk dat wordt verricht een nauwe band bestaat tussen de verrichte arbeid en de lidstaat van ontvangst. Dit is volgens de richtlijn in ieder geval zo bij cabotage en bij derdelandenvervoer.

Er is geen sprake van detachering bij transitovervoer of bij bilaterale ritten. Tijdens bilaterale ritten mogen ook onder voorwaarden extra activiteiten uitgevoerd worden zonder dat dit ertoe leidt dat er sprake is van detachering. Deze extra activiteiten kunnen laad- en/of losactiviteiten zijn. Er zijn twee varianten toegestaan, namelijk 1 laad- en/ of losactiviteit op de heenweg en 1 op de terugweg, of 0 laad- en/of losactiviteiten op de heenweg en 2 op de terugweg, waarbij deze activiteiten natuurlijk niet in hetzelfde land mogen plaatsvinden.

Op welk moment vangt de detachering aan en op welk moment eindigt deze?
In de richtlijn is opgenomen wanneer de detachering eindigt. Dat is op het moment dat de landsgrens wordt gepasseerd (de chauffeur verlaat het land waarnaar hij gedetacheerd was). In de richtlijn is niet opgenomen wanneer de detachering nu precies aanvangt. Dit zou bijvoorbeeld kunnen plaatsvinden op het moment dat de chauffeur de landsgrens passeert, maar ook op het eerste laad- en/of losadres in dat land. Deze vraag is voorgelegd aan de Europese Commissie. Hierop wordt begin januari 2022 antwoord verwacht.

Welke administratieve verplichtingen zijn er rondom detachering?
Een zuivere detachering (dus geen intraconcerndetachering of uitzending) moet worden aangemeld in IMI. IMI is het uitwisselingssysteem voor gegevens tussen de EU-lidstaten. Er komt een gebruikersinterface waarin werkgevers een detacheringsverklaring in kunnen dienen. Onderweg moet de gedetacheerde chauffeur deze verklaring kunnen overleggen, digitaal of op papier. Daarnaast moet de chauffeur inzage geven in de tachograafgegevens en de (digitale) vrachtbrieven. Handhavende instanties kunnen indien gewenst via IMI aanvullende gegevens opvragen over de detachering. Het gaat dan om de vrachtbrief, tachograafgegevens, de arbeidsovereenkomst, gegevens over arbeidsvoorwaarden, gewerkte uren en een bewijs van betaling van het loon.

Als er sprake is van intraconcerndetachering of uitzending, dan kan deze detachering niet in IMI gemeld worden. Deze vormen van detachering vallen namelijk buiten de scope van richtlijn 1057/2020. Lidstaten kunnen er wel voor kiezen om deze vormen van detachering in hun eigen landelijke systeem (bijv. meldloket, Sipsi) te laten registreren. Welke lidstaten hiervoor kiezen is nog niet bekend.

Waar heeft de gedetacheerde chauffeur recht op?
De chauffeur heeft recht op de arbeidsvoorwaarden uit het land waarnaar hij gedetacheerd is, voor zover deze beter zijn dan de arbeidsvoorwaarden waar hij vanuit zijn normale werkland recht op heeft. Onder arbeidsvoorwaarden wordt verstaan:

  1. a) maximale werk- en minimale rustperioden;
  2. b) minimumaantal betaalde vakantiedagen;
  3. c) minimumlonen, inclusief vergoedingen voor overwerk;
  4. d) gezondheid, veiligheid en hygiëne op het werk;
  5. e) beschermende maatregelen met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden van zwangere of pas bevallen vrouwen, kinderen en jongeren;
  6. f) gelijke behandeling van mannen en vrouwen, alsmede andere bepalingen inzake niet-discriminatie.

Voor onderdelen a, b en c geldt dat uitgangspunt hiervoor de algemeen verbindend verklaarde CAO is. Is deze er niet, dan gelden de wettelijke minimumbepalingen.

Via de website www.youreurope.com zijn te zijner tijd links te vinden naar de toepasselijke arbeidsvoorwaarden in de verschillende lidstaten.

Tot slot
Omdat deze nieuwe regelgeving niet duidelijk is en heel moeilijk correct uit te voeren is, is TLN al lange tijd hierover in gesprek met o.a. de Europese Commissie, IRU, het ministerie van SZW, IL&T, en de Inspectie SZW. Aan de Europese Commissie zijn vragen gesteld over de toepassing van de regelgeving. Naar verwachting komt op deze vragen begin januari antwoord. Meer informatie over het Mobility Package vind je op deze pagina.