Transportbedrijven vrezen voortbestaan door regels vervuilde grond

Door nieuwe regels voor het werken met vervuilde grond vrezen transportbedrijven die grond vervoeren voor hun voortbestaan. TLN wil daarom snel met staatssecretaris Van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat om tafel, om een oplossing te vinden.

kiepauto

​​Dit staat een brief die TLN aan de staatssecretaris stuurde​, samen met CUMELA Nederland (brancheorganisatie voor bedrijven in grondverzet). TLN neemt het hierin op voor bedrijven in de deelmarkten Kiepautobedrijven en Afvalstoffentransport, die door de huidige regels hun werk niet meer kunnen doen.​

PFAS

De regels die ervoor zorgt dat veel transportbedrijven nu stilstaan, staan in het zogeheten tijdelijk handelingskader PFAS. PFAS zijn een chemische stoffen (de Poly- en PerFluorAlkyl Stoffen) die lang werden gebruikt in bijvoorbeeld verf, pannen, brandblussers, kleding en cosmetica. Deze stoffen zijn doordat ze zo veel gebruikt werden inmiddels overal in Nederland in bodem en water terechtgekomen. Vanwege mogelijke risico’s voor de volksgezondheid wil de staatssecretaris verdere verspreiding van deze stoffen te voorkomen. Daarom heeft ze het tijdelijk handelingskader opgesteld voor het verplaatsen van grond en baggerslib.

Bouwprojecten liggen stil

Dat handelingskader legt veel bouw- en grond-, weg- en waterbouwprojecten stil. Volgens het handelingskader mag een kilo her te gebruiken grond, al naar gelang het type PFAS en de functieklasse grond (natuur/landbouw, wonen of industrie) waar deze hergebruikt wordt, slechts een bepaalde maximale hoeveelheid PFAS bevatten. Daarbij is ook de ‘achtergrondwaarde’ van belang: de hoeveelheid PFAS die al ter plekke op de hergebruikslocatie in de bodem aanwezig is. Als de her te gebruiken grond dezelfde of een​ lagere waarde heeft dan de achtergrondwaarde, mag deze daar hergebruikt worden, mits deze niet boven de maximale normen uitkomt. Die achtergrondwaarden zijn in Nederland echter nooit bepaald voor PFAS, dus wordt door overheden heel snel teruggevallen op de minimaal meetbare detectienorm van 0,1 microgram per kilogram droge stof, ondanks de mogelijkheid om daar vanaf te wijken en de ruimere normen te hanteren. Uit analyses blijkt dat meer dan 80 procent van de grond in Nederland boven de minimale meetbare detectienorm van 0,1 microgram per kilogram droge stof uitkomt, en wordt steeds helderder wat de impact van het handelingskader op de werkzaamheden in grond wordt. Daar komt nog bij dat alle partijen grond en bagger waarvan de monsterneming en het veldwerk is uitgevoerd na 8 juli 2019 én die worden toegepast na 1 oktober 2019 op PFAS moeten worden gecontroleerd. En dat terwijl de laboratoria die dat onderzoek kunnen verrichten nu al veel te weinig capaciteit hebben, met wachttijden van meerdere weken tot gevolg.

Gemeenten geven geen vergunningen meer af

Veel gemeenten en provincies geven nu geen vergunningen meer af voor grondverzet, en veel grondbanken nemen helemaal geen grond meer aan zonder dat deze geanalyseerd is. Meldingen van leden die actief zijn in grondtransport, -handel en opslag spreken al van de eerste ontslagen en tienduizenden euro’s verlies per week. TLN en CUMELA hebben dan ook, net als vele andere belangenorganisaties, om spoedoverleg met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat verzocht.