De partijen zijn in 2019 juist akkoord gegaan met de invoering van de vrachtwagenheffing op voorwaarde dat de opbrengsten beschikbaar komen voor de enorme verduurzamingsopgave waar de sector voor staat. De zogenoemde terugsluis van de netto-opbrengst is noodzakelijk om het voor de duizenden bedrijven in transport en logistiek financieel mogelijk te maken om de verduurzaming daadwerkelijk te realiseren. Hoe eerder deze gelden beschikbaar komen hoe sneller er verduurzamingstappen kunnen worden gezet. Het voorstel van Van Geest om de vrachtwagenheffing te verhogen, terwijl de hogere netto-inkomsten terugvloeien naar de schatkist, staat haaks op eerder gemaakte afspraken met het Rijk.
De vervoerspartijen vinden het onaanvaardbaar dat het advies van Van Geest voorstelt de spelregels eenzijdig te veranderen, nog voor de wedstrijd begonnen is. Als het Rijk dit advies zou opvolgen treedt zij met voeten alle eerder gemaakte afspraken over de vrachtwagenheffing.
In het Klimaatakkoord uit 2019 is opgenomen dat de Rijksoverheid de vrachtwagenheffing in 2023 invoert en dat daarbij de netto-opbrengsten in overleg met de zogenaamde heffingsplichtige partijen (evofenedex, VERN en TLN) primair wordt ingezet voor verduurzaming en innovatie van het wegvervoer. Een belangrijk doel hierbij, aldus de tekst in het Klimaatakkoord, is de reductie van CO2-uitstoot, bijvoorbeeld door het stimuleren van niet-fossiel rijden. Op basis van afspraken met die heffingsplichtige partijen kunnen de opbrengsten ook ingezet worden voor verdere verduurzaming van de logistieke sector. Deze afspraken zijn in de periode daarna uitgewerkt in wet- en regelgeving. De feitelijke invoering van de vrachtwagenheffing heeft echter vertraging opgelopen en is nu op zijn vroegst voorzien voor 2026. Het eerder beschikbaar stellen van de terugsluisgelden kan een goede stap zijn om de verduurzaming te versnellen.
De aanbeveling van de Commissie Van Geest komt hierdoor neer op een verkapte belastingmaatregel. In de optiek van TLN, evofenedex en de VERN kan het kabinet alleen een betrouwbare gesprekspartner blijven als ze nadrukkelijk afstand neemt van deze voorstellen op het gebied van de vrachtwagenheffing.