Vraag een ondernemer in de transportwereld naar zijn of haar zorgen en de kans is groot dat ‘personeel’ bovenaan het lijstje staat. Waar vind ik goede chauffeurs en planners? Hoe zorg ik voor een laag verzuim? Kan ik hoge kosten vanwege langdurige ziekte vermijden? Vraag je werknemers naar hún zorgen, komen arbeidsomstandigheden, werkdruk en stress naar voren. Vind ik het werk nog leuk? Ben ik tevreden met hoe het gaat? Houd ik dit vol en hoe haal ik gezond mijn pensioen? De antwoorden blijken twee kanten van dezelfde medaille te zijn.
Gemeenschappelijk belang
Tijdens de onderhandelingen over een nieuwe cao hebben werkgevers en vakbonden de zorgen met elkaar gedeeld. Er zijn afspraken gemaakt dat werknemers die fysiek zwaar werk verrichten, enkele jaren eerder met pensioen kunnen. Dat is een mooie tegemoetkoming voor degenen die hun AOW-leeftijd zagen stijgen. Maar het is niet waar het écht om draait. Het gaat om gezond zijn en blijven tijdens het hele werkzame leven. Het is een gemeenschappelijk belang. Zonder voldoende goed personeel kan een bedrijf niet draaien. De krapte op de arbeidsmarkt maakt dat goed voelbaar. En als je kijkt naar de bevolkingsopbouw, is dat geen tijdelijk probleem. Goede mensen krijgen en behouden is een uitdaging voor veel bedrijfstakken, zelfs als robots en informatica verder oprukken.
Voldoende instroom
Het interesseren van jonge mensen voor werk in de sector is een van de taken van het Sectorinstituut Transport en Logistiek (STL), door werkgevers en werknemers gezamenlijk opgericht. Voldoende instroom is echter maar één onderdeel van de problematiek. ‘Het gaat om veel meer’, zegt Pieter Kievit van TLN, nauw bij het onderwerp betrokken. ‘Minstens zo belangrijk is te voorkomen dat werknemers bij je weggaan, de sector verlaten of er geen plezier meer in hebben. Dat leidt tot uitval, wat voor niemand goed is. Daarom moeten we er met elkaar actief mee bezig zijn.’ Met meer instroom en minder uitstroom of uitval snijdt het mes aan twee kanten.
Investeren
Aukje Nauta is organisatiepsycholoog en deskundig op dit terrein. Al vele jaren adviseert ze instellingen en bedrijven. Haar basisboodschap is simpel. ‘Mensen die met hart en ziel werken, leveren de beste prestaties. Ze doen vaak ook nog dat stapje extra.’ Daarom is het belangrijk in je medewerkers te investeren. Nauta legt uit dat het om drie zaken gaat: lichamelijke en mentale gezondheid, vaardigheden om het werk te doen en goed voorbereid zijn op wat de toekomst brengt. Het is belangrijk dat mensen zich blijven ontwikkelen. Over dat laatste zegt ze: ‘Ik zie vaak afspraken in cao’s over een persoonlijk ontwikkelingsbudget. Daar wordt dan in de praktijk weinig gebruik van gemaakt. Het beschikbare budget blijft in de la liggen, net als cadeaubonnen die je ooit hebt gekregen.’ Dat beeld geldt niet algemeen. ‘In onze sector is dit initiatief juist erg succesvol geweest onder de noemer Pitstop’, reageert Kievit. ‘Er is veelvuldig gebruik gemaakt van de mogelijkheid om voor een bedrag van 3.000 euro zelf een opleiding te kiezen.’
Advies
Nauta geeft werkgevers een advies. ‘Zorg dat mensen gemotiveerd blijven om voor je te werken. Laat ze zich breed ontwikkelen, zelfs als dat betekent dat ze het bedrijf op enig moment verlaten. Je moet niet willen dat mensen tegen heug en meug bij je blijven werken. Je bindt ze juist door ze los te laten.’ In dit verband zijn open gesprekken met je medewerkers wezenlijk, zegt ze. ‘Leer je mensen goed kennen. Maak bespreekbaar waar ze mee zitten, wat ze moeilijk vinden, bijvoorbeeld aan nieuwe taken. Bied ze veiligheid dat uit te spreken. En help ze bij het vinden van oplossingen. Behoud van vitaliteit betekent ook dat ze ’s nachts niet liggen te piekeren.’
Afweging
Hoe je het pleidooi van Nauta in praktijk brengt, vertelt Jan van Nistelrooij van transportbedrijf Van Lijssel uit ’s-Hertogenbosch. ‘Bij schaarste op de arbeidsmarkt wil je mensen voor je bedrijf en voor de sector behouden’, zegt hij. In zijn verhaal klinkt door dat het om meer gaat dan een gecalculeerde afweging. ‘Wij zijn een familiebedrijf met inmiddels de derde generatie aan het roer. Ik houd me altijd vast aan wat ik heb meegekregen: wie goed doet, goed ontmoet. Sluit als werkgever aan op waar je mensen waarde aan hechten. Voor met name jongere medewerkers is geld vaak niet de belangrijkste beweegreden. Ze vinden plezier in het werk belangrijk, net als prettige werktijden. Ze willen ook tijd hebben om naar een festival te gaan.’
Thuis voelen
Om te weten wat mensen bezighoudt, moet je goed luisteren, zegt hij. ‘Aan het eind van de dag willen chauffeurs hun verhaal kunnen doen. Het is belangrijk dat ze ervaren dat je er dan voor ze bent. Ook bijvoorbeeld als er dingen in de privésfeer spelen. Wij proberen mee te denken in oplossingen. Vaak hebben de mensen goede ideeën. Daar moet je voor openstaan en er wat mee doen.’ Dat mensen zich thuis voelen bij zijn bedrijf, uit zich in een laag verzuim en verloop. Benaderbaarheid is een vooraanstaande waarde binnen het bedrijf. ‘We hebben in de familie afgesproken dat die niet verloren mag gaan, bijvoorbeeld als we verder groeien. Want ergens komen is minder moeilijk dan ergens te blijven.’
Gezondheid
Voor Lauwrens de Jong, directeur/eigenaar van verhuisbedrijf Henneken in Zoetermeer, is ‘duurzame inzetbaarheid’ een nieuw etiket voor oude gewoontes. Hij voert al jaren een bewust beleid om medewerkers vitaal te houden, ook op latere leeftijd. Een belangrijke factor is het formeren van teams die onderling goed samenwerken. ‘Dat is goed voor de gezondheid. En niet alleen lichamelijk’, benadrukt hij, hoewel je daar bij het zware werk van verhuizers het eerst aan denkt. ‘Ook mentale gezondheid doet er toe.’ Ingrediënten van een gezonde werkomgeving zijn redelijke werktijden, haalbare planningen, goede hulpmiddelen en technische voorzieningen. Betrokken medewerkers blijven graag bij het bedrijf, is de praktijkervaring die ook Nauta verwoordde. De aandacht betaalt zich terug. De klant ervaart dat. Zijn bedrijf scoort zeer hoog bij klanttevredenheid.
Baan elders
De Jong is stellig over het belang van opleiden en ontwikkelen van medewerkers. Op hogere leeftijd kan het werk fysiek te zwaar worden. Daarom investeert het bedrijf in zijn medewerkers. Zodat ze binnen het bedrijf een andere functie kunnen krijgen of een goede uitgangspositie hebben voor werk buiten het bedrijf. ‘Wij bieden veel verhuizers een chauffeursopleiding aan. Dan kunnen ze op latere leeftijd binnen het team die rol op zich nemen. En mocht er binnen het bedrijf geen ruimte voor doorgroei zijn, dan hebben ze goede kansen voor een baan elders. De mensen vinden dat een fijn vooruitzicht voor hun toekomst.’
Hulp
De praktijk leert: invulling geven aan ‘duurzame inzetbaarheid’ vereist bewust beleid en een actieve aanpak. Voor bedrijven die het lastig vinden, is er hulp. STL verzorgt een heel scala aan cursussen en trainingen, mogelijk gemaakt door gelden uit het opleidings- en ontwikkelingsfonds SOOB en subsidies van de overheid. Een voorbeeld is de Workshop Verzuim en Duurzame Inzetbaarheid die STL komende maanden verspreid over het land organiseert. Een ander instrument is DRIVE, een workshop voor werknemers én leidinggevenden om met het thema bezig te zijn. Het gaat over gezondheid, werk, opleiding en toekomst. De letters van DRIVE staan voor Droombaan, Relax, Inkomen, Verandering en Energie. STL schrijft daarover: ‘Met DRIVE kom je erachter waar je energie van krijgt. En waar je misschien wakker van ligt. Medewerkers gaan aan de slag met alles wat nodig is om duurzaam inzetbaar te blijven. Leidinggevenden krijgen inzicht in de verbinding tussen de persoonlijke doelen van de werknemers en de bedrijfsdoelen.’ Vitaliteit komt niet vanzelf. Daar moet je aan werken.
Dit artikel is gepubliceerd in HUB, hét ledenblad van TLN. Auteur: Paul Wouters.