Wat doet een sectorbankier precies?
‘Ik verdiep me in ontwikkelingen in de markt en wat die betekenen voor de businessmodellen van bedrijven. Ik deel kennis via verschillende kanalen en praat veel met ondernemers. Niet alleen over bankzaken. Je probeert vooral ook strategische gesprekken aan te gaan en te praten over uitdagingen waar ondernemers tegenaanlopen.’
Wat drijft jou?
‘Mij inspireert het praten met ondernemers. Ik praat graag met succesvolle bedrijven over het geheim van hun succes. Maar ook met ondernemers die minder succesvol zijn. Wat kunnen zij verbeteren? Ook vind ik het ontzettend leuk om met mensen achter startups te praten die nieuwe commerciële concepten neerzetten.’
Je bent online erg actief, waarom?
‘Ik vlog, maak blogs, neem podcasts op en deel content van anderen. Ik krijg veel reacties op mijn posts en word soms op bijeenkomsten herkend. Mijn belangrijkste social mediakanaal is LinkedIn. Elk contact met ondernemers brengt mij verder in het denken over ontwikkelingen binnen de retail.’
Waar komt jouw interesse voor de retail vandaan?
‘Het zit in de familie. Mijn opa werkte bij de V&D, mijn ouders leerden elkaar daar kennen. Zelf heb ik er vakantiewerk gedaan, maar ben na mijn studie economie bij de ING gaan werken. Per toeval kwam ik in de retail terecht. Nog altijd spreekt mij dat enorm aan.’
‘Het is een dynamische sector met veel ontwikkelingen’
Welke ontwikkelingen zie je in de retail?
‘Het is een dynamische sector met veel ontwikkelingen. Consumenten, overheden en ngo’s sturen steeds meer aan op duurzaamheid. Wat nu verder speelt zijn de verstoringen in vervoersstromen door corona en de oorlog in Oekraïne. Weer een andere ontwikkeling is die van de e-commerce. Voor bedrijven heeft dat veel impact: heb je alleen een webshop of bouw je er een hele community om heen? Een laatste ontwikkeling die ik noem, is personeelstekort.’
Hoe ziet de ‘nieuwe’ consument eruit?
‘Je kunt consumenten in tweeën delen. Je hebt de ‘oudere’ consument: de vijftigplusser, welgesteld, vitaal, die er graag op uitgaat. Hij winkelt graag in een rustige, ruimtelijke omgeving. Daarnaast heb je jongeren. Die zijn bepalend voor de inrichting van retail. Kijk naar e-commerce en verkoop via social mediakanalen en influencers. Verder willen consumenten niet meer als groep gezien worden. Zelfs een nieuwsbrief moet persoonlijk zijn.’
Krijg je daardoor ook een splitsing in de retail?
‘Ketens als Blokker blijven zich op alle doelgroepen richten. Maar zeker in de mode- en schoenenbranche zullen steeds meer ondernemers zich op een specifieke doelgroep richten. Dat betekent ook keuzes maken qua marketing. Adverteer je in tijdschriften of ga je voor Tiktok?’
Hoe verandert de manier van beleving van food, non-food en retail door de consument?
‘Je hebt consumenten die van gemakshoppen houden: producten die razendsnel thuis worden bezorgd. Daarnaast zie je steeds meer het belevenisshoppen. Mensen willen een dagje uit en zich laten verrassen. Neem ‘The House of Rituals’ in Amsterdam met vier etages vol producten, maar waar je ook massages kunt krijgen, yoga kunt doen en je eigen parfum kunt ontwerpen.’
Zitten er golfbewegingen in de retail?
‘Zeker. Boodschappendienst Picnic lijkt erg op de SRV-wagen van vroeger. De ‘wheel of retail’: bepaalde ontwikkelingen komen later in een ander jasje terug. Een ondernemer wil zich onderscheiden, anderen volgen en daarna volgt de vraag of het efficiënter en goedkoper kan. Uiteindelijk krijg je een cyclische beweging.’
Wat betekenen deze ontwikkelingen voor de supply chain en de logistiek?
‘Enorm veel. De supply chain zit nu eigenlijk op slot. Goederen komen niet aan of te laat aan of tegen te hoge prijzen. Je ziet dat bedrijven op een bepaalde manier hierop acteren door meer voorraden aan te houden. Eerder was de keten ingericht om producten zo efficiënt en goedkoop mogelijk op één plek te krijgen. Nu is het meer ‘efficiënt waar het kan’ en ‘effectief waar je problemen ziet’. Het is meer de beschikbaarheid van producten die van belang is.’
Wat zie je daardoor gebeuren?
‘Het kan zo zijn dat je in sommige gevallen minder drukke vervoersstromen krijgt, waar je andersoortige logistiek tegenover moet zetten. Ook e-commerce en digitalisering vragen daarom en om meer samenwerking tussen leveranciers en retailers. Producten gaan steeds vaker meteen van de groothandel naar de consument. Daarbij krijg je te maken met retourstromen. Daar zullen leveranciers en transporteurs iets mee moeten.’
‘Verhoudingen in de supply chain worden steeds belangrijker’
Hoe vertaalt zich dat concreet?
‘Stel dat je een supermarkt bent die inzet op ‘versbeleving’. Dan heb je minder platte dozen en pakjes nodig, maar meer versproducten. Bovendien worden winkels minder volgestopt. Dat betekent dat je meer vervoer nodig hebt over kortere afstanden, met koeling en misschien vaker op een dag. Of dat je kiest voor bevoorrading via hubs.’
Zie je nog andere ontwikkelingen in het transport en de logistiek?
‘Verhoudingen in de supply chain, de keten, worden steeds belangrijker. Als handelaar, transporteur en ‘logistieker’ moet je telkens opnieuw je positie bepalen. Dat kan door diensten aan je werkzaamheden toe te voegen. Dat kan leiden tot concurrentie met andere schakels in de keten. Een andere mogelijkheid is dat je als bedrijf juist de focus legt op je kernactiviteit. In dat geval kom je steeds dichter op je ketenpartners te zitten en vorm je samen steeds meer een geheel.’
Neemt het aantal eigen vervoerders in de keten toe?
‘Ja. Neem Ikea. Zij willen hun producten vooral meer verkopen via internet. Ikea zet steeds meer eigen vervoer in om de distributie naar de klant toe te verzorgen. Ik kan me voorstellen dat bedrijven eigen vervoersdiensten opzetten omdat het aansluit bij het serviceniveau dat ze willen uitstralen. Soms is het ook bittere noodzaak voor bedrijven om activiteiten zoals vervoer aan portfolio toe te voegen. Maar over het algemeen denk ik dat transporteurs beter zijn in vervoer dan retailers.’
In de retail is net als in de logistiek een groot tekort aan arbeidskrachten. Wat zijn de gevolgen?
‘We hebben lang kunnen zien aankomen dat er meer mensen uitstromen dan instromen. Die trend zet de komende vijftien jaar door. Daarbij komt dat de jongeren die instromen andere eisen hebben ten aanzien van het arbeidsproces. Voor de transportsector kan dat betekenen dat het lastiger is om chauffeurs te vinden die ’s avonds of in het weekend willen rijden. Hetzelfde geldt voor de retail. Daarnaast staat het werk niet hoog in aanzien en wordt het niet het beste betaald.’
Wat zou een goede oplossing zijn?
‘Maak de sector aantrekkelijker. Zorg voor betere betaling, investeer in mensen via opleidingen. Daarnaast kun je distributiecentra robotiseren. Bij Wehkamp gaat bijna alles volautomatisch. Ook winkels kun je efficiënter maken. Zelfscankassa’s schelen ook personeel. Zo kun je met behulp van technologie veel oplossingen vinden waardoor je met minder mensen uiteindelijk toch hetzelfde voor elkaar krijgt.’
Kun je ook oplossingen bedenken voor de logistiek?
‘Dat is lastiger. Je kunt geen volledig geautomatiseerde auto’s laten rijden. In dat geval praat je, denk ik, over het inzetten van grotere vrachtwagens. Zodat je in één keer veel meer spullen kunt vervoeren zodat je minder chauffeurs nodig hebt. De enige andere oplossing die ik kan bedenken is ook hier het aantrekkelijker maken van het werk en het versterken van het imago van de sector.’
Terug naar de technologie, hoe zit het met het verzamelen van data?
‘Het verzamelen van data is belangrijk. Het vertelt je veel over klanten en je voorraden. Hoe ontwikkelt een vraag zich? Ook binnen de keten wordt datauitwisseling steeds belangrijker. Als je data deelt, helpt je dat uiteindelijk om je logistiek, transport en supply chain efficiënter te maken.’
Je stipte het daarstraks al even aan als trend naast digitalisering: duurzaamheid. Heeft de retailbranche een groen hart?
‘Duurzaamheid is een breed begrip: dat gaat van de vermindering van CO2-uitstoot tot het opzetten van een ‘eerlijke keten’. Retailers kiezen nog te vaak voor laaghangend fruit. Ze zetten hun dak vol zonnepanelen en gebruiken minder plastic. Maar de discussie over CO2 en of je goederen nog wel uit het Verre Oosten moet halen, vraagt om meer indringende beslissingen. Die moet je nemen en niet telkens vooruitschuiven.’
Leeft de voorbereiding van de zero emissiezones in tientallen steden in 2025 al?
‘Daar zijn we nog te weinig mee bezig. Overheden zien de oplossing in de vorm van hubs aan de buitenrand van de stad. Zodat producten van die hubs met kleine hybride autootjes naar de winkels in het centrum kunnen rijden. Maar voordat je zulke wagentjes hebt, ben je een tijd verder. Ik vraag me bovendien af of het de beste oplossing is? In de stad worden we nu al gek van fietskoeriers en kleine busjes. Is een hybride auto echt goedkoper? Het is goed dat ‘logistiekers’ en retailers hiermee experimenteren. Maar ik denk dat er op dit moment een te grote afstand is tussen het bedrijfsleven en de overheid. Het is belangrijk dat zij samen kijken wat er moet gebeuren en ontwikkeld moet worden, voordat er een goede rendabele oplossing is.’
Dit interview is reeds gepubliceerd in HUB 6, hét ledenblad van TLN.
Auteur: Suzanne Docter.
Beeld: Aldo Allessie.