De terugkeerregel houdt in dat een voertuig eens per acht weken terug moet keren naar vestigingsplaats van waaruit het bedrijf wordt geleid. In de recent gepubliceerde Q&A (vraag/antwoord-lijst) van de Commissie staat opeens dat opleggers en aanhangwagens hier ook onder vallen. Dat is voor iedereen in heel Europa een complete verrassing, zo bleek tijdens een inderhaast georganiseerde sessie met de EC deze week.
Brief
In een brief aan de Europese Commissie heeft TLN uiteengezet waarom zij vindt dat getrokken materieel niet onder de terugkeerregel moet vallen. De EC vindt echter dat opleggers onderdeel zijn van het wagenpark en om die reden onder de regel moeten vallen. Het zou volgens de EC ook postbusconstructies voorkomen.
Terugkeer opleggers
TLN vindt dat de doelen van het Mobility Package uitgangspunt zijn en gekeken moet worden welke maatregelen daaraan kunnen bijdragen. Opleggers spelen hierin geen enkele rol, niet bij het bepalen van cabotage, niet bij detachering en beloning chauffeurs en niet bij invoering van de landcode. Kortom, opleggers zijn feitelijk hetzelfde als containers en die worden ook niet om de acht weken teruggestuurd.
Praktische bezwaren
Daarnaast zijn er praktische bezwaren. Hoe handhaaf je of een oplegger is teruggekeerd, immers de oplegger heeft geen tachograaf. Hoe weet je als vervoerder of een oplegger überhaupt is teruggekeerd als je een oplegger aankoppelt, bijvoorbeeld in het ferry vervoer. “De maatregel verergert alleen de bestaande capaciteitsproblemen”, schrijft TLN. Daarnaast druist de maatregel in tegen EU-duurzaamheidsdoelstellingen. Er moeten nog meer trailers worden ingezet om dezelfde hoeveelheid goederen te vervoeren.
Land van registratie
TLN is het verder niet eens met de uitleg van de EC dat tachograafgegevens een effectieve en betrouwbare manier zijn om aan te tonen dat het voertuig binnen de 8 weken is teruggekeerd naar het operationele centrum in de lidstaat van vestiging. De tachograafregistraties – al dan niet via persoonlijke handelingen ingevoerd – geven slechts een bewijs dat het voertuig het land van registratie heeft bereikt. Er zou een extra input van de chauffeur in de tachograaf nodig zijn, maar die wordt nergens voorgeschreven in de regels. TLN vraagt hierover uitleg aan de Commissie.
Boetes?
Tot slot stelt TLN vragen bij de bevoegdheden van handhavers wanneer zij langs de weg aantonen dat een voertuig niet is teruggekeerd? Is er een wettelijke basis om ter plaatse een boete op te leggen. Of is de enige manier om dit aan te pakken, de autoriteit van de lidstaat van vestiging op de hoogte te stellen via het zogenaamde IMI-systeem, de criteria voor vestiging te controleren en te overwegen of de vergunning moet worden ingetrokken? Ook stelt TLN vragen bij de (wettelijke) basis voor een wegbeheerder om de tachograafgegevens te controleren op naleving van de terugkeerplicht.
Onduidelijkheden
TLN betreurt dat de EC niet vooraf heeft overlegd met de sector (IRU) en de Europese vakbond (ETF) over de toelichtingen van de Commissie op de terugkeerregel. Iets dat wel is gebeurd bij de rij- en rusttijden en cabotageregels. “Dat had veel onduidelijkheden kunnen wegnemen. De regels moeten uitvoerbaar en handhaafbaar zijn. Alleen zo kunnen de doelen die het Mobility Package nastreeft behaald worden”, zo schrijft TLN.
Reactie
TLN heeft de bezwaren gedeeld met de Europese Commissie en wacht nu reactie hierop af. Met de bezwaren hoopt TLN dat de Commissie overtuigt kan worden de uitleg aan te passen.