Wie kent het onderhand niet, het prachtige distributiecentrum van Rhenus in Tilburg langs de A58. Op het oog iets heel anders dan een ‘vierkante doos’. Het gebouw valt op dankzij een in het oogspringend, afwijkend design.
‘We horen nog steeds: “dat is wel een heel bijzonder en mooi pand’’, zegt de trotse Alphons van Erven, senior vicepresident van Rhenus Contract Logistics. Het gebouw kreeg niet alleen het duurzaamheidscertificaat ‘BREEAM-outstanding’ maar werd ook nog eens gebombardeerd tot het meest duurzame industriële pand ter wereld. Hoezo is er weerstand? Hoezo gelden er beperkingen voor logistiek vastgoed?
Lelijke gebouwen
Van Erven begrijpt de weerstand in de publieke opinie. ‘We hebben dit als sector over onszelf afgeroepen door enorm lelijke gebouwen neer te zetten op plaatsen waar het helemaal niet passend is en zonder aandacht voor de omgeving.’ Ook de beperkingen vindt Van Erven begrijpelijk. ‘Een onderzoek van de Stec Groep – een economisch adviesbureau over vastgoed – laat zien dat de vraag naar logistieke ruimte de komende jaren blijft groeien. De grond wordt schaarser en er komen beperkingen voor de groeimogelijkheden van de logistiek in Nederland. We moeten gaan kijken hoe we de logistieke panden beter kunnen inpassen in onze omgeving. Daarmee behouden we onze ‘license to operate’ om de logistiek toch verder te laten groeien.’
Weerstand
Ook Cuno Vat, CEO bij het familiebedrijf Neele-Vat, ziet het gevaar als de logistieke sector alleen maar blijft aandringen op meer ‘green field’-ontwikkelingen. ‘Dan lopen we het risico dat we te maken krijgen met zo veel maatschappelijke weerstand dat deze negatief voor ons uitpakt.’ Met wildgroei aan nieuwe distributiecentra in gedachten vindt ook Vat het terecht dat er meer beperkingen komen. ‘Plekken als Tilburg, Venlo en de Maasvlakte zijn prima geschikt voor logistiek maar er zijn ook genoeg plekken waar gebouwd is en waarvan je je kunt afvragen wat de plaatselijke gemeenschap eraan heeft behalve overlast.’
Snelle grondverkopen
De logistieke sector is niet alleen zelf de oorzaak van het probleem. Bij de gekte van het bijbouwen in de laatste jaren heeft iedereen boter op zijn hoofd gehad, zowel de vastgoedontwikkelaar, de gebruiker als lokale overheden. Van Erven: ‘Gemeentes wilden graag geld binnenhalen met snelle grondverkopen tegen een goede prijs en hup, daar stond een jaar later weer een logistieke doos. Zo bleef dat doorgaan.’
Gedragsparadox
En sla de rol van de consument niet over, benadrukt Ben Vos, CFO bij Vos Logistics. ‘Ik noem het een gedragsparadox. We zijn tegen de komst van logistieke centra maar we willen wel dat we over alle spullen kunnen beschikken. De behoefte komt uit dezelfde maatschappij waarin de weerstand ontstaat. Weerstand is altijd lokaal en individueel maar het overkoepelend belang raakt op de achtergrond.’
Welvarend land
Zijn er grenzen aan de groei? Vos: ‘Juist door de ambitie in Nederland zijn wij een veilig, welvarend en goed land om in te wonen. Als we die ambitie niet meer hebben, wordt die wel ergens anders gerealiseerd. De vraag moet worden vervuld.’ Cuno Vat zit daar wat anders in: ‘Er zijn per definitie grenzen aan groei. Kijk naar de wereld om ons heen. Zo doorgaan met consumeren gaat niet. De aarde is daar te klein voor. We moeten ons veel meer rekenschap geven van onze ecologische footprint. Dat geldt ook voor onze sector. We moeten iets bijdragen. Natuurlijk ervaar ik een spanningsveld. Aan de ene kant ben je ondernemer met groei als intrinsieke drive. Maar ik ben ook een vader, ik wil de wereld voor de volgende generatie, waaronder mijn kinderen, beter achterlaten.
Landbouw
De bevolking blijft doorgroeien. Nederland telt 17,5 miljoen inwoners die allemaal moeten worden voorzien van voeding, kleding en allerlei andere producten. ‘Dat brengt met zich mee dat logistiek in omvang wel blijft groeien’, zegt Rhenus voorman Van Erven. ‘Meer ruimtegebruik voor logistiek is lastig wanneer de grond op is. Aan de andere kant focust de discussie zich nu op logistiek vastgoed, maar vlak de landbouw als grootste grondgebruiker niet uit. Natuurlijk is een eigen voedselvoorziening van belang, maar moet zowat het kleinste land van Europa de grootste exporteur zijn van landbouwproducten? Het probleem moet niet alleen bij de logistieke branche worden neergelegd. Ik schuif het probleem niet naar een andere sector. Ik denk alleen wel dat elke sector op zijn manier een bijdrage moet leveren aan hoe we in de toekomst omgaan met het ruimtegebruik.’
Voorlichting
Volgens Vos zit de oplossing voor een deel in het bevorderen van begrip en acceptatie bij de bevolking. Hij denkt aan een lobby, een campagne en betere voorlichting. De bevolking weet niet wat er zich allemaal afspeelt in de logistieke wereld. ‘Dat klopt’, zegt ook Van Erven. ‘Mensen weten vaak niet dat distributiecentra ook ontkoppelpunten zijn tussen producenten en afnemers. Wij leveren bijvoorbeeld veel aan ziekenhuizen die een beperkte opslagcapaciteit hebben. Er moet ergens een buffer zijn. We verwachten dat als er een operatie moet plaatsvinden, de producten die daarbij worden gebruikt direct voorhanden zijn. En dat ze niet eerst op een boot vanuit China moeten worden gehaald.’
Efficiënter gebruik
De sector kan zelf een deel van het probleem oplossen door efficiënter gebruik te maken van de bestaande warehouses. Vos: ‘De afgelopen jaren zijn er miljoenen vierkante meters warehouse bijgekomen. Daarvan blijft zo’n 10 tot 15 procent onbenut. Wij hebben vijftien warehouses, ook bij ons is dat zo.’ Bij Rhenus is intern de opdracht ook uitgezet. ‘Ik heb het in ons bedrijf op de agenda gezet: hoe gaan wij groei realiseren zonder meer vierkante meters te bouwen’, zegt Van Erven.
Hergebruik industrie
Andere mogelijkheden zien de logistieke ondernemers in de zogeheten ‘Brown field’-ontwikkelingen, hergebruik van oude industriegebieden en panden. Vat: ‘In Pernis hebben wij een locatie volledig herontwikkeld. Het is niet altijd de makkelijkste weg, het is ook duurder, maar dat is wat we steeds vaker moeten doen.’ Een andere mogelijkheid die ook in het Stec-rapport naar voren komt, is het beter bekijken van multifunctioneel gebruik van gronden, bijvoorbeeld een datacenter onder de grond, daarbovenop een distributiecentrum en daar weer bovenop woningen. Ook door mechanisatie van processen kan groei worden gerealiseerd.
Omgeving
Groei van logistiek komt in de toekomst vooral neer op veel beter kijken naar wat in de omgeving past. Van Erven: ‘Hoe veroorzaak je zo min mogelijk overlast voor de omgeving? Hoe kun je distributiecentra zo goed mogelijk inpassen in de omgeving? Hoe kun je de uitstraling naar de omgeving veel aangenamer maken door veel groen aan te brengen rondom logistieke locaties en door voorzieningen op het logistieke terrein te realiseren zodat de omgeving ook veel minder overlast ervaart. We weten allemaal dat er veel arbeidsmigranten werkzaam zijn in logistieke centra. Dan heb ik zorg te dragen voor goede huisvesting zodat je de lokale woningmarkt niet belast met de arbeidsmigranten. Ik denk dat dat soort taken ook veel beter door de sector moeten worden opgepakt.’
Minimale kwaliteit
‘We moeten daarnaast geen kwalitatief slechte logistieke ontwikkelingen meer toestaan maar minimale kwaliteitseisen stellen aan gebouwen’, vervolgt Van Erven. ‘Je ziet het al vaker terugkomen in bestemmingsplannen.’ De rol van de overheid is cruciaal voor de toekomst. Het College van Rijksadviseurs – een adviesorgaan voor ruimtelijke ordening – heeft voor strengere regels gepleit tegen de ‘verdozing’ van het landschap. ‘De vraag is hoe we dat gaan organiseren met de bevolkingsgroei en de beschikbaarheid die we allemaal willen hebben van allerlei producten’, stelt de Tilburgse ondernemer.
Rol TLN
Hoog tijd voor een visie. En dat is een uitgelezen taak voor TLN, vinden alle drie de ondernemers. ‘Een branchevereniging is geschikter dan een individueel bedrijf om de dialoog te starten met de overheid en alle andere stakeholders, zegt Vos. ‘Weerstand kun je niet negeren. Dan krijg je alleen maar meer weerstand.’ Van Erven is kritisch: ‘TLN zou moeten proberen om alle partijen, inclusief de overheid, bij elkaar te brengen. Het Stec-rapport is een goed startpunt. Ik hoop dat TLN dat snel gaat doen. Als je niks doet, word je niet gehoord en dan kun je wachten op uitspraken van rijksadviseurs die zeggen dat de overheid geen logistiek meer moet willen. Dan zijn we als sector verloren.’
Stec rapport
Ruimtelijk economisch adviesbureau Stec Groep en architecten- en ingenieursbureau DENC hebben verkend hoe de sector logistiek (ontwikkelaars, beleggers, logistiek dienstverleners en verladers)samen met landelijke en regionale overheden het beste kunnen omgaan met de kritiek op de groeiende ruimtevraag.
Dit artikel verscheen in HUB 5 (het ledenblad van TLN) en is geschreven door Hans van den Berg, senior communicatieadviseur bij TLN.