De nieuwe wet zorgt ervoor dat werkgevers die vanaf 1 juli 2015 transitievergoedingen hebben betaald aan langdurig zieke werknemers waarvan het dienstverband is beëindigd worden gecompenseerd. De datum waarop de wet in werking treedt, is nog niet bekend, maar er wordt vanuit gegaan dat dit per 1 april 2020 zal zijn.
De belangrijkste maatregelen:
- Langdurig zieke werknemers waarvan het dienstverband door de werkgever wordt beëindigd blijven recht houden op een transitievergoeding
- Werkgevers kunnen een compensatie krijgen voor een bedrag ter hoogte van de transitievergoeding die zou zijn verschuldigd op het moment dat de loonbetalingsplicht eindigt
- Als een loonsanctie wordt opgelegd, wordt de transitievergoeding die is verschuldigd over de duur van de loonsanctie niet vergoed
- De maximale compensatie is het bedrag dat de werkgever aan loon bij ziekte heeft betaald aan de betreffende werknemer. Het gaat hier om het brutoloon, dus exclusief werkgeverslasten. Ziekteperiodes met een onderbreking van minder dan 4 weken worden samengeteld voor het bepalen van het betaalde loon bij ziekte
- De compensatie geldt bij zowel de beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever na langdurige ziekte als bij de beëindiging met wederzijds goedvinden
- Als een werkgever de wettelijk toegestane kosten (BW art. 7:673 lid 6 en het Besluit voorwaarden in mindering brengen kosten op transitievergoeding) in mindering heeft gebracht, wordt de gehele transitie vergoed
- Werkgevers kunnen de compensatie aanvragen bij het UWV. Op dit moment is nog niet bekend hoe dit er precies uit gaat zien. Dit wordt te zijner tijd door middel van een ministeriële regeling bekend gemaakt. Er is al wel een concept regeling
Aanvragen
Omdat de regeling met terugwerkende kracht wordt ingevoerd, wordt er voor de regels rond aanvragen een onderscheid gemaakt tussen transitievergoedingen die zijn uitbetaald tussen 1 juli 2015 en 1 april 2020 en de transitievergoedingen die worden uitbetaald vanaf 1 april 2020
- 1 juli 2015-1 april 2020: de werkgever heeft vanaf 1 april 2020 tot en met 30 september 2020 de tijd om de aanvraag voor compensatie in te dienen
- Vanaf 1 april 2020: de werkgever heeft vanaf het moment dat de transitievergoeding is verstrekt (is afgeschreven van de rekening van de werkgever) 6 maanden de tijd om de aanvraag voor compensatie in te dienen. Als de transitievergoeding in termijnen wordt betaald, geldt dat de werkgever binnen 6 maanden nadat de laatste betaling is verstrekt (is afgeschreven van de rekening van werkgever) de aanvraag moet indienen
Te bewaren gegevens
Voor de aanvraag is een aantal gegevens nodig:
- De arbeidsovereenkomst met de betreffende werknemer
- Wanneer de arbeidsovereenkomst niet van rechtswege is geëindigd: bescheiden waaruit blijkt dat de arbeidsovereenkomst is geëindigd wegens langdurige arbeidsongeschiktheid. Dit kan zijn:
1. De beschikking waaruit blijkt dat het UWV instemming heeft verleend voor opzegging van de arbeidsovereenkomst wegens langdurige arbeidsongeschiktheid of
2. De beschikking van de kantonrechter waaruit blijkt dat de arbeidsovereenkomst om die reden is ontbonden of
3. De beëindigingsovereenkomst die ziet op het (na ommekomst van de periode van het opzegverbod tijdens ziekte) met wederzijds goedvinden beëindigen van de arbeidsovereenkomst wegens langdurige arbeidsongeschiktheid
- Wanneer de arbeidsovereenkomst niet is geëindigd met een ontslagvergunning van het UWV: een verklaring van de werkgever dat de werknemer ziek was op het moment dat de overeenkomst eindigde, de periode waarin de werknemer ziek is geweest en de naam van de behandelend bedrijfsarts
- Het door de werkgever tijdens ziekte betaalde loon (aan de hand van loonstroken)
- De gegevens die gebruikt zijn om de hoogte van de transitievergoeding te berekenen
- Bewijs van de betaling van de transitievergoeding. Bij betaling in termijnen zullen betalingsbewijzen moeten worden overlegd waaruit blijkt dat de gehele vergoeding is voldaan
Na ontvangst van een volledig onderbouwde aanvraag beslist het UWV binnen 8 weken over de aanvraag. Voor oude gevallen (de gevallen tussen 1 juli 2015 en 1 april 2020) is het niet mogelijk om binnen 8 weken te beslissen, het UWV heeft in die gevallen 6 maanden de tijd om een beslissing te nemen.
Financiering
De kosten voor deze regeling worden betaald door het UWV. Hiertoe wordt de premie voor het Algemeen werkloosheidsfonds (Awf) verhoogd.