TLN heeft een sterke lobby gevoerd bij de Europese Commissie (EC) en de Raad (de lidstaten) om het voorstel met wijzigingen, waarover afgelopen dinsdag is gestemd in Europees Parlement, zo gunstig mogelijk te laten zijn voor de Nederlandse transportsector.
In vroeg stadium
TLN is sterk betrokken geweest bij het beïnvloeden van deze herziening. TLN’s position paper lag al in een vroeg stadium van het proces bij de Europese Commissie. Vanuit de EC is een voorstel naar de lidstaten gegaan, die nog een aantal aanpassingen hebben doorgevoerd. Op deze manier kon TLN het voorstel verder naar de wensen van de sector aanscherpen.
Belangrijke punten
Belangrijke punten uit het akkoord tussen Raad en het Europees Parlement:
- Per nascholingsperiode (van 5 jaar) dient er minstens een training te worden gevolgd met een verkeersveiligheidsthema. Speciale nadruk ligt er ook op een ‘rationeel brandstofverbruik’ (art. 7).
- Herhaling van hetzelfde onderwerp binnen dezelfde cyclus is niet meer toegestaan (art. 7). De bijlage bij de richtlijn vermeldt dat er diverse onderwerpen aan bod moeten komen in de 35 uur nascholing. Een herhalingsopleiding is wel toegestaan indien blijkt dat de chauffeur een specifiek corrigerende opleiding nodig heeft.
- Bij de keuze van de onderwerpen voor nascholing wordt rekening gehouden met de specifieke behoeften van het door de bestuurder uitgevoerde vervoer en de ontwikkelingen op het gebied van geldende regelgeving en technologie (art. 7).
- De minimumleeftijd voor een chauffeur beroepsgoederenvervoer blijft 18 jaar. Er is aansluiting gezocht bij de Europese richtlijn 2006/126 (rijbewijs).
- Code 95 wordt vermeld op het rijbewijs. Als dat niet kan, wordt door de lidstaat een ‘kwalificatiekaart bestuurder’ uitgereikt, waarop de Code 95 vermeld staat. Lidstaten erkennen deze kwalificatiekaarten onderling, de bevoegde autoriteiten controleren of het rijbewijsnummer dat vermeld staat op de kaart inderdaad geldig is. Een chauffeur verkrijgt de kwalificatiekaart nadat hij heeft aangetoond dat de vereiste 35 uur nascholing is gevolgd. In Nederland blijft de verklaring van nascholing gelden. Deze wijziging heeft alleen gevolgen voor chauffeurs met een niet-Nederlands rijbewijs. Hoe die Nederlandse praktijk er voor hen uit gaat zien, is zo kort na het besluit nog niet duidelijk. TLN en het ministerie van IenW zijn hierover met elkaar in gesprek.
- Wederzijdse erkenning tussen lidstaten van Code 95-trainingsdagen vindt de EC erg belangrijk. Dat zou volgens TLN alleen mogelijk moeten zijn als er ook een adequate handhaving bij wordt georganiseerd. TLN heeft daarom gepleit voor een verbinding met RESPER, om fraude met Code 95 tegen te gaan. Dit is in de Richtlijn Rijbewijzen (2006/126) in artikel 15 gehonoreerd.
- Het niveau voor initiële vakbekwaamheid en nascholing is door het EP vastgesteld op ten minste MBO2-niveau.
- ADR is in de Code 95-nascholingscatalogus opgenomen. Maar omdat er bij het Europees Parlement een sterke wens leeft om geen herhalingscursussen binnen dezelfde nascholingscyclus toe te staan, had TLN bedenkingen bij dit succes. De aanhouder wint soms in een lobbytraject: TLN’s argument dat een ADR-cursus van 14 uur toch gewoon voor al die uren mag worden meegeteld, heeft navolging gevonden.
- TLN heeft een aantal jaren geleden al gezorgd dat er vrijstelling wordt verleend aan chauffeurs die zonder code 95 op het rijbewijs vrijwilligerswerk verrichten, waarbij gebruik wordt gemaakt van een vrachtwagen, ten behoeve van liefdadigheidsinstellingen en non-profitorganisaties. Ook deze vrijstelling is in de nieuwe richtlijn opgenomen (art. 2 lid f).
Succes
Op het gebied van duurzaamheid is ten slotte nog een succes te melden.
In de Rijbewijsrichtlijn wordt aan artikel 6, lid 4 punt toegevoegd dat voertuigen van meer dan 3.500 kg die rijden op alternatieve brandstoffen gereden mogen blijven worden door houders van een rijbewijs B als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- De totale massa is niet groter dan 4.250 kg.
- Het gewicht boven de 3.500 kg is uitsluitend toe te schrijven aan de grotere massa van het alternatieve aandrijfsysteem, in vergelijking met de massa van het aandrijfsysteem van een voertuig met dezelfde afmetingen dat is uitgerust met een interne verbrandingsmotor met een elektrische of compressieontsteking.
- Het laadvermogen wordt niet verhoogd ten opzichte van hetzelfde voertuig.
- Er mag geen aanhanger worden gebruikt.
Lidstaten kunnen zelf bepalen of ze hier gebruik van willen maken.
Formele goedkeuring
De ingangsdatum van de nieuwe richtlijn is nog afhankelijk van de formele goedkeuring van de Raad, die wordt verwacht in juni dit jaar. Daarna zal deze nieuwe richtlijn voor de sector gaan gelden.