‘Wij zijn hier echt al heel lang mee bezig’, begint Paul Poppink te vertellen. Als senior beleidsadviseur bij TLN is hij bezig met de parkeerproblematiek. ‘Het is echt schrijnend. Met name langs de grotere goederencorridors van Rotterdam richting Arnhem, Breda en Venlo, maar ook in Noordoostelijke kant op de A1.’
Hoe pakt TLN dit probleem aan?
‘Wij willen dat er meer capaciteit bij komt. Binnen het project ‘Goederencorridors’ zijn we hierover met de Rijksoverheid, Rijkswaterstaat (RWS), provincies en Havenbedrijf Rotterdam continu in gesprek. Samen met die partijen proberen we langs de belangrijkste corridors meer parkings te realiseren. Maar dat gaat erg langzaam.’
Waarom gaat het langzaam?
‘Het heeft veel te maken met de schaarste aan grond en ruimte voor nieuwe parkings. Die zijn nodig omdat de verzorgingsplaatsen van RWS overbelast zijn. Daarnaast zijn individuele gemeenten vaak niet happig om een parking te ontwikkelen. Als ze overlast ervaren van wild geparkeerde vrachtwagens, stellen gemeenten veelal een parkeerverbod in. Maar daarmee verschuiven ze het probleem naar een andere gemeente en los je het niet op. Het is belangrijker dat ze kijken naar wat er nodig is. Dat zijn meer parkeerplekken.’
Waarom neemt de overheid niet meer regie?
‘Daar vragen we ook al heel lang om. Maar in Nederland is veel gedecentraliseerd, waardoor veel verantwoordelijkheden bij lokale overheden liggen. Daar zit een deel van het probleem. Binnen het project ‘Goederencorridors’ proberen we toch een gecoördineerde aanpak te realiseren. Maar dat kost veel tijd.’
En blijft het probleem in de tussentijd bestaan…
‘Gemeenten gaan meestal pas wat doen als zij overlast ervaren. Dat heeft vaak te maken met een gebrek aan urgentie bij overheden. Transport en logistiek worden niet gezien als een groot maatschappelijk issue, zoals woningbouw of jeugdzorg.’
Is dat niet kortzichtig? We willen toch allemaal dat onze supermarkten gevuld blijven?
Helemaal mee eens. Je ziet dezelfde discussie bij grote distributiecentra. Iedereen wil op tijd zijn spullen thuis hebben, maar als er veel ruimte voor nodig is, wordt het opeens een ander verhaal. Al helemaal als het bij jou in de achtertuin is.’
Deels begrijpelijk. Toch verwacht je van politici dat ze verder kunnen kijken dan hun neus lang is.
‘Daar zit ook de permanente rol van TLN: we moeten steeds het belang van logistiek, en het feit dat parkeren daarbij hoort, tussen de oren van bestuurders krijgen. Dat is een continu proces.’
Lukt dat ook?
‘We bereiken zeker veel dingen, zowel landelijk als regionaal, maar alleen niet supersnel. Kijk naar Rotterdam. Daar zijn de afgelopen jaren veel plekken bijgekomen en gaat het inmiddels beter. Samen met de partijen uit het project ‘Goederencorridors’ hebben we € 10 miljoen subsidie binnengehaald uit Europa, wat de ontwikkeling van zo’n 2.400 plekken mogelijk kan maken. Maar we moeten ook kijken naar oplossingen die sneller effect hebben.’
Zoals?
‘Het slimmer benutten van bedrijventerreinen. Bijvoorbeeld door bij de ontwikkeling van een nieuw terrein ruimte te reserveren voor parkeerplekken en faciliteiten voor chauffeurs. Dat zijn immers plekken waar zij veel komen.’
En dat is snel te realiseren?
‘Daar is het snelst iets te bereiken. Maar het grotere probleem blijft de schaarste aan grond en ruimte, en dat weinig gemeenten op een parking zitten te wachten. Bijna niemand wil er voor betalen.’
Wat betekent dat voor de nabije toekomst?
‘Wij gaan dit probleem bij een nieuwe minister van Infrastructuur en Waterstaat aankaarten én met oplossingen komen. Dus vooral vragen om druk te zetten bij onwillige gemeenten. Daar gaan we ook bij nieuwe provinciale en gemeentelijke bestuurders op hameren. Maar we kunnen geen revolutie verwachten, want dit is echt een zaak van de lange adem.’