De Nederlandse luchtvrachtsector heeft met een beperkte omvang binnen de luchtvaart een relatief grote toegevoegde waarde (Schiphol en Maastricht Airport samen 2,7 miljard euro) en is belangrijk voor het optimaliseren van de netwerkkwaliteit van mainport Schiphol. Handels- en productiebedrijven in Nederland zijn afhankelijk van luchtvracht voor het vervoer van goederen, zoals hightech machines, medicijnen en bloemen.
De drie organisaties roepen het kabinet op deze erkenning van het belang van luchtvracht in daden om te zetten en de aangekondigde geleidelijke ontwikkeling van Schiphol zo vorm te geven dat vrachtvluchten een kans krijgen op herstel van hun positie.
Economische meerwaarde
Vrachtvluchten ondersteunen de exportkansen van ondernemers, de werkgelegenheid én het Nederlandse vestigingsklimaat. De afgelopen maanden is gebleken hoe cruciaal vrachtvluchten zijn in de verzending van medische en urgente goederen in de bestrijding van het coronavirus. Vrachtvluchten leveren daarnaast de meeste economische meerwaarde op per vlucht en het is een belangrijke aanjager voor het economisch herstel in de komende periode.
Verduurzaming
TLN/FENEX, evofenedex en ACN zien daarbij een belangrijke rol voor de luchtvrachtketen voor verduurzaming en om een bijdrage te leveren in de vermindering van uitstoot en het verbeteren van de leefomgeving. Hiermee wordt het economische belang geborgd, wordt zekerheid aan de luchtvrachtsector geboden en worden er concrete stappen in verduurzaming gezet.