Lange termijn oplossing, korte termijn problematiek
Uiteraard is ook het bedrijfsleven niet blind voor terechte zorgen om volksgezondheid en milieu. TLN juicht het toe dat er Europese regelgeving in de maak is om per 2025 productie en gebruik van niet-essentiële PFAS-stoffen te verbieden. Intussen wordt gebruik en lozing afgebouwd. Maar daarmee zijn PFAS nog niet uit onze systemen. De verspreiding via lucht en water is decennialang in heel Nederland doorgedrongen tot in de grond, waterbodem, oppervlaktewater, grondwater en drinkwater en zelfs het menselijk lichaam. Zolang we binnen de humane en ecologische risicogrenzen blijven, mag dat echter ook niet onnodig nadelig uitwerken op de grote maatschappelijke uitdagingen, waar Nederland zich voor gesteld ziet: woningbouw, aanleg en onderhoud van infrastructuur, waterbeheersing én natuurontwikkeling. Anders zet Nederland zichzelf veel te lang schaakmat.
Redelijke ruimte onbenut
De door het RIVM op basis van haar eigen onderzoeken zeer veilig geachte en gehanteerde bovengrens van ‘3-7-3’ microgrammen voor achtereenvolgens PFOS, PFOA en overige PFAS-stoffen wordt nu onvoldoende benut. De ‘3-7-3’-grens is daarnaast duidelijk en goed hanteerbaar voor het bedrijfsleven. De door het ministerie eerder beloofde ‘redelijke ruimte’ is met de huidige, onveranderde normen dan ook behoorlijk krap uitgelegd. Helaas biedt dit dus geen soelaas voor grond-, wegen- en waterbouwprojecten die (nog steeds) niet van de grond kwamen door de normstelling per juli 2020. Het ministerie geeft wel aan dat voortgaand wetenschappelijk onderzoek eventuele ruimte in normen kan opleveren.
Toekomstige normen verankeren
Nog lopende onderzoeken naar o.a. uitlooggedrag zullen naar verwachting medio 2022 gereed zijn. Op termijn moet het Handelingskader wettelijk verankerd worden in de Omgevingswet, het Besluit Bodemkwaliteit en de Regeling Bodemkwaliteit. Het bedrijfsleven heeft aan het ministerie meegegeven dat verruiming en wettelijke verankering van normen ook voor lagere overheden van belang is als handvat. Sommige lokale en regionale overheden hanteren nu liever nóg lagere normen dan de al zeer veilige normen die via het Handelingskader worden aangereikt. Volgens TLN kan dat dan weer leiden tot een ongewenste race-to-the-bottom, waardoor nog meer bouw- en infra-projecten onnodig vertraagd of zelfs afgeblazen worden.