Huidige situatie
We kennen nu verschillende soorten oproepovereenkomsten. De zogenoemde voorovereenkomst. Dat is geen arbeidsovereenkomst maar elke keer als de werknemer wordt opgeroepen en die werknemer daar gehoor aan geeft, ontstaat er een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Door de ketenbepaling kan er dan redelijk snel een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaan. Dit zal niet wijzigen, maar doordat de onderbrekingsperiode verlengd wordt naar groter dan 5 jaar in het voorstel van minister Van Gennip, wordt deze vorm nog minder aantrekkelijk.
Daarnaast kennen we de arbeidsovereenkomst met uitgestelde prestatieplicht. Daaronder vallen de nulurenovereenkomst en het min-max-contract. De nulurencontracten komen in de voorstellen van de minister (vrijwel geheel) te vervallen. Het oproepcontract wordt vervangen door het basiscontract.
Basiscontract
Het basiscontract, uit de voorstellen van de minister, kent een minimum aantal uren (de zogenoemde garantieuren) en een maximum aantal uren (de zogenoemde beschikbaarheidsuren). De garantieuren moet de werknemer sowieso werken en betaald krijgen. Daarnaast kan de werkgever de werknemer oproepen voor meer uren en tot de beschikbaarheidsuren is de werknemer verplicht aan die oproep gehoor te geven. Daarboven niet meer. Bovendien mag het aantal beschikbaarheidsuren niet meer zijn dan 30% van het aantal garantieuren. Dus stel dat er sprake is van 20 garantieuren, dan is het aantal beschikbaarheidsuren maximaal 26.
Verder zal blijven gelden dat de werknemer wat de arbeidsomvang van de overeenkomst betreft een beroep kan doen op het rechtsvermoeden. En voor het basiscontract zal gelden dat de werkgever de werknemer na 12 maanden een aanbod moet doen van een omvang van het aantal verloonde uren, zoals we dat nu kennen voor oproepovereenkomsten.
Uitzondering
Aangegeven werd dat de nulurencontracten vrijwel geheel komen te vervallen. Voor scholieren en studenten, die op jaarbasis maximaal gemiddeld 16 uur per week werken, blijft het namelijk wel mogelijk een oproepovereenkomst te sluiten.
Lage WW-premie
In het kader van de premieheffing kennen we een hoge en lage WW-premie. Nu geldt voor de lage premie dat er sprake moet zijn van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die schriftelijk is aangegaan, met een vast aantal uren. De minister heeft aangegeven dat de lage WW-premie ook van toepassing zal zijn op het nieuwe basiscontract, althans voor zover dat voor onbepaalde tijd geldt en schriftelijk is vastgelegd.
Vervallen uitsluiting loondoorbetalingsverplichting
Op basis van de wet is het nu mogelijk om in een arbeidsovereenkomst te regelen dat er geen recht is op loon als de werknemer het werk geheel of gedeeltelijk niet verricht. Dat mag dan worden afgesproken voor de eerste zes maanden van de arbeidsovereenkomst en op basis van een cao kan, onder omstandigheden, een langere periode worden afgesproken.
In oproepovereenkomsten wordt nogal eens gebruik gemaakt van deze bepaling. De minister heeft nu aangegeven dat deze uitsluitingen komen te vervallen. Dat zal ook gaan gelden voor uitzendkrachten.
Meer weten?
In de brief geeft minister Van Gennip aan wat haar plannen zijn om meer evenwicht te krijgen tussen enerzijds flexibiliteit voor bedrijven en anderzijds zekerheid voor werknemers. In een reeks van vier artikelen besteedt TLN uitgebreid aandacht aan haar toekomstplannen.
Lees ook de andere artikelen in deze reeks:
- Arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen
- De ketenbepaling en schijnzelfstandigheid
- Restwijzigingen
Voor uitgebreidere informatie zie de brief van de minister: Kamerbrief over voortgang uitwerking arbeidsmarktpakket | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl of neem contact op met de ledendesk of met een van de adviseurs van team arbeidsrecht van TLN.