Voorstel restwijzigingen

Op 3 april jl. heeft minister Van Gennip (ministerie van SZW) de brief ‘Voortgang uitwerking arbeidsmarktpakket’ gestuurd aan de Tweede Kamer. Een bedrijf kan op verschillende manieren te maken hebben met personeelsuitval. De minister wil de regels omtrent de re-integratie wijzigen, stelt een ‘crisisregeling voor personeelsbehoud’ voor en aanpassing van de Premiedifferentiatie WW. Dit kan gevolgen hebben voor jouw bedrijf. In dit artikel vertellen we meer over het voorstel restwijzigingen.

Business communication concept

Re-integratie kleine en middelgrote bedrijven
Voor kleine en middelgrote bedrijven (tot en met 100 maal het gemiddelde premieloon) wil de minister de regels omtrent de re-integratie wijzigen. Zo kan na 1 jaar ziekte bepaald worden of de werknemer nog terug kan in het eerste spoor. Is dat niet mogelijk? Dan kan dat afgesloten worden. Zijn werkgever en werknemer het hierover niet eens, dan kan na 1 jaar door het UWV getoetst worden of de werknemer binnen 13 weken in eigen werk of aangepast terug kan komen. Als dat niet zo is, wordt het eerste spoor afgesloten en kan men zich in het tweede jaar volledig richten op het tweede spoor.

Na twee jaar ziekte toetst het UWV, in het kader van de ontslagtoets, bij kleine werkgevers (tot en met 25 werknemers) de eigen (aan te passen) werkplek vacant is of komt. Voor werkgevers met 26 tot en met 100 werknemers wordt breder gekeken of er passende vacatures zijn of komen. Voor grote ondernemingen (100+ werknemers) verandert er niets.

Crisisregeling voor personeelsbehoud
We kennen de regeling Werktijdverkorting. Echter tijdens de coronapandemie bleek die niet goed te werken en werd die tijdelijk buitenspel gezet. De minister stelt nu de ‘crisisregeling voor personeelsbehoud’ voor. Doel is om bedrijven en hun werknemers te ondersteunen in het behouden van banen in een crisis die buiten het ondernemersrisico ligt en niet verzekerbaar is. Denk hierbij aan extreme weersomstandigheden, uitval van vitale infrastructuur, dierziekten, lockdowns et cetera.

Werkgevers kunnen op de crisisregeling aanspraak maken als zij ten minste 20 procent minder werk hebben over de gehele onderneming. Zij krijgen de mogelijkheid om werknemers tijdelijk in een andere functie of op een andere locatie te laten werken, of om werknemers tijdelijk minder te laten werken. Voor de uren dat er minder gewerkt wordt, betalen werkgevers 80 procent loon door en ontvangen zij een financiële tegemoetkoming van 60 procent van de totale loonkosten (inclusief werkgeverslasten). De regeling zal door alle werkgevers gezamenlijk betaald worden.

Premiedifferentiatie WW
In het artikel in deze reeks over het einde van het nulurencontract, werd al aangegeven dat de lage WW-premie ook gaat gelden voor werknemers die werkzaam zijn op basis van het basiscontract. Voorwaarde is dan wel dat die overeenkomst schriftelijk is aangegaan en voor onbepaalde tijd geldt.

De minister heeft echter ook nog een andere wijziging voorgesteld. Voor vaste contracten is geregeld dat overwerk tot en met 30 procent van het aantal contracturen mogelijk is onder de lage WW-premie. Bij een hoger percentage is de werkgever met terugwerkende kracht de hoge WW-premie verschuldigd. Op deze hoofdregel gold al een uitzondering voor voltijdscontracten, waaronder in dit kader verstaan wordt een contract van 35 uur of meer. De minister stelt voor deze grens te verlagen naar 30 uur. Hierdoor hoeven werkgevers minder vaak met terugwerkende kracht de hoge premie te betalen.

Meer weten?
In de brief geeft minister Van Gennip aan wat haar plannen zijn om meer evenwicht te krijgen tussen enerzijds flexibiliteit voor bedrijven en anderzijds zekerheid voor werknemers. In een reeks van vier artikelen besteedt TLN uitgebreid aandacht aan haar toekomstplannen.

Lees ook de andere artikelen in deze reeks:

 

Voor uitgebreidere informatie zie de brief van de minister: Kamerbrief over voortgang uitwerking arbeidsmarktpakket | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl of neem contact op met de ledendesk of met een van de adviseurs van team arbeidsrecht van TLN.

Tot slot
In deze reeks van vier artikelen is ingegaan op een groot aantal wijzingen zoals de minister die in haar brief van 3 april jl. aan de Tweede Kamer heeft voorgesteld. Ze stelt echter nog veel meer voor en daarnaast lopen er nog andere trajecten, die ook van belang zijn voor de arbeidsmarkt. Zodra daarover meer bekend is, zullen we die nader bespreken.