White truck driving on the highway in the countryside in the rays of the sunset with dramatic clouds

Cabotage

Het uitvoeren van een binnenlandse rit in een andere EU-lidstaat met een Nederlandse vrachtauto. Daar zijn strenge regels aan verbonden.

Wat is cabotage?

Cabotage is binnenlands vervoer in een EU lidstaat, uitgevoerd door een vervoerder die is gevestigd in een andere EU lidstaat. Dus, een in Nederland gevestigde vervoerder die goederen laadt in Duisburg en lost in Mainz, verricht cabotage. Cabotagevervoer in en door landen buiten de EU is verboden.

De informatie op deze pagina is in samenwerking met de ILT opgesteld en heeft als doel de  door het Mobility Package gewijzigde spelregels op het gebied van cabotage toe te lichten.

Historie

Cabotage was tot 1993 verboden in de Europese Unie. Na die periode zijn er verschillende regelingen geweest om cabotage op beperkte schaal mogelijk te maken. Eind 2011 is verordening 1072/2009 die door de Europese Unie in het leven is geroepen in werking getreden. Vanaf dat moment is de cabotageregeling voor alle lidstaten van toepassing.

De basisvoorwaarden voor cabotage staan beschreven in artikel 8 van VERORDENING (EG) nr. 1072/2009. Deze verordening, is als onderdeel van het Europese Mobility Package, met ingang van 15 juli 2020 gewijzigd middels VERORDENING (EU) 2020/1055. Deze verordening is van toepassing geworden met ingang van 1 februari 2022.

Criteria cabotage (Checklist)

  • Vervoerder bezit een Eurovergunning.
  • Cabotage vindt plaats op EU grondgebied.
  • Internationale lading moet eerst volledig zijn gelost in betreffende lidstaat, daarna pas aanvang cabotage (behalve bij retourcabotage, zie voorwaarden retourcabotage).
  • Na volledige lossing mogen maximaal drie cabotageritten binnen maximaal 7 dagen worden uitgevoerd.
  • Na verlaten lidstaat waarin cabotage is verricht geldt voor die lidstaat een cooling off periode van 4 dagen (je mag dan dus wel in een andere lidstaat cabotage verrichten).
  • Geldt voor trekkend voertuig vanaf 2,5 ton ttg. (Tot 20 mei 2022 lag de minimumgrens op 3,5 ton ttg.)

Voor het tellen van het aantal cabotageritten wordt het volgende aangehouden:

  • Aantal CMR’s.
  • Verrichtingen van het trekkende voertuig (route goederen & nationaliteit chauffeur doen er niet toe). De nationaliteit van de Eurovergunning is bepalend bij het vaststellen van de nationaliteit van de vervoerder.

De Cooling off periode

Verordening 2020/1055 introduceert een cooling off periode bij cabotage. De reden is om langdurig binnenlands vervoer in een lidstaat door een buitenlandse vervoerder te voorkomen. De cooling off periode houdt in, dat een vervoerder na verrichte cabotage in een lidstaat, met dat bewuste voertuig gedurende 4 dagen geen cabotage mag verrichten in die lidstaat. De cooling off is voertuig gebonden. Een ander voertuig van hetzelfde bedrijf mag dus wel opnieuw cabotage verrichten. De cooling off periode gaat in zodra het voertuig de lidstaat waarin hij cabotage heeft verricht heeft verlaten, dus dat kan al nadat hij slechts 1 cabotagerit heeft gedaan. Internationale en transitoritten zijn tijdens die cooling off periode met dat voertuig wel toegestaan. Tijdens de cooling off periode  mag het hetzelfde voertuig wel cabotage verrichten in andere EU lidstaten.

Als de cooling off periode eindigt op een zaterdag óf zondag (we laten feestdagen even buiten beschouwing), dan eindigt die officieel wanneer de laatste uren van de volgende werkdag (na zaterdag óf zondag = altijd maandag) voorbij zijn (dus maandag na 23:59). Op de website van de Europese Commissie staat dit onderwerp uitgebreid beschreven. Raadpleeg die pagina voor een volledig beeld van hoe de cooling off te berekenen is.

VERORDENING 1182/71 beschrijft dat wanneer een verordening over ‘’dagen’’ spreekt, het gaat om kalenderdagen en dus niet alleen om een periode van 24 uur. Daarom gaat de termijn van zeven dagen waarbinnen cabotage mag worden verricht in vanaf 00:00 van de dag die volgt op de uitvoering van het inkomend internationaal vervoer. De cabotagerit/reeks moet dus uiterlijk om 23.59 uur van de zevende dag eindigen. Dat betekent concreet dat wanneer een vervoerder een internationale rit volledig op een maandag om 16:00 heeft gelost in een lidstaat (waar daarna cabotage gaat plaatsvinden) de zeven dagen beginnen te tellen vanaf dinsdag 00:00. Hetzelfde principe geldt voor de cooling off periode van vier dagen.

Cabotagereeks

Als we het hebben over een ‘’cabotagereeks’’ hebben we het over het aantal keren dat er gebruik wordt gemaakt van cabotage binnen de periode waarin dat per keer voor de vervoerder is toegestaan. Binnen zeven dagen mag je maximaal drie cabotageritten met hetzelfde voertuig uitvoeren. Dat je als vervoerder zeven dagen de tijd krijgt voor het verrichten van maximaal drie cabotageritten, betekent niet dat je ook echt zeven dagen moet wachten voor het beëindigen van de cabotagereeks.

De cabotagereeks wordt beëindigd wanneer:

  • een maximum van drie cabotageritten is bereikt, óf
  • de zeven dagen zijn bereikt, óf
  • wanneer er na één (of twee) cabotagerit(ten) een internationale rit plaatsvindt en de reeks onderbroken wordt.

Groupage

Indien er sprake is van internationaal transport van deelladingen (groupage), mag er pas een binnenlandse rit worden uitgevoerd nadat alle deelladingen (en dus de internationale lading) volledig zijn gelost. Er geldt een maximum van 3 vrachtbrieven indien een vervoerder uit land A nadat hij een internationale lading volledig heeft gelost in land B, in land B daarna laadt om vervolgens op meerdere locaties in land B te lossen.

Vrachtbrief

Als een vervoerder uit land A een internationale lading volledig heeft gelost in land B, en in land B laadt om vervolgens op meerdere adressen te lossen in land B, is het belangrijk om in gedachte te houden dat volgens de cabotagebeperkingen maximaal drie vrachtbrieven zijn toegestaan.

Op Nederlands grondgebied wordt er liberaal omgegaan met niet-Nederlandse vervoerders die hier voor één opdrachtgever laden en vervolgens op meerdere binnenlandse adressen lossen. Als er voor één opdrachtgever wordt gereden kan er gebruik gemaakt worden van één vrachtbrief met aanhangsel, waarop vervolgens alle losadressen vermeld staan (meer dan 3 mogelijk).
Let op: deze structuur is in andere lidstaten niet toegestaan.
In Duitsland worden er bijvoorbeeld boetes van € 1000 per overtreding uitgeschreven wanneer een niet-Duitse vervoerder voor één Duitse opdrachtgever laadt om vervolgens op 15 Duitse adressen te lossen.
Als je in het buitenland (bijvoorbeeld in Duitsland) voor één opdrachtgever laadt, dan mag je bij het verrichten van cabotage maximaal op 3 (Duitse) locaties lossen om aan de wetgeving te voldoen.

Aanhangsel (laad- óf loslijst)

In Nederland en België is het niet ongebruikelijk dat er wordt gewerkt met een laadlijst (of loslijst).
De gedachte is dan dat er 1 afzender is en meerdere ontvangers. Er moet daarnaast altijd een vrachtbrief zijn.
Bij ‘’ontvanger’’ moet worden ingevuld ‘zie lijst met nummer xxxx’.
Op het aanhangsel zet je dan, ‘behoort bij vrachtbrief nummer xxxx’. Op die manier zijn ze beide aan elkaar gekoppeld. Een aanhangsel is vormvrij.

Essentieel is dat het volgende genoteerd staat:

  • Naam, adres en handtekening afzender
  • Naam, adres en handtekening vervoerder
  • Naam, adres en handtekening ontvanger
  • Datum en plaats aflevering
  • Plaats en datum overname goederen
  • Het soort goed dat je aflevert
  • Brutogewicht
  • Aantal goederen
  • Kentekens motorvoertuigen, aanhangwagens en opleggers

Retourcabotage

Nadat een internationale lading volledig is gelost in een andere EU lidstaat dan waar de vervoerder is gevestigd, is er de mogelijkheid om op de terugreis (een logische route naar land van vestiging) een EU lidstaat leeg binnen te rijden en cabotage te verrichten. Er mogen dan maximaal drie cabotageritten worden verricht, in elke lidstaat maximaal één. Deze cabotagerit per lidstaat dient binnen drie dagen na het betreden van het betreffende grondgebied te worden uitgevoerd.

Nadat de eerstgenoemde internationale lading volledig is gelost heb je als vervoerder ook te maken met een andere tijdsframe, namelijk maximaal zeven dagen waarbinnen dit allemaal moet plaatsvinden.

De chauffeur moet bewijs kunnen leveren dat hij beladen de andere lidstaat binnenkwam en daar heeft gelost. In de praktijk betekent dit dat de CMR vrachtbrief als bewijs kan dienen.
Met hetzelfde voertuig mag vervolgens in een volgende lidstaat weer een (retour-)cabotagerit worden gedaan volgens dezelfde voorschriften. De cooling off periode van vier dagen gaat per EU lidstaat in nadat de cabotagereeks (in dit geval de retourcabotagerit) in dat betreffende land is beëindigd.

Voorbeeld:
Een Nederlandse vervoerder lost een internationale lading volledig in Portugal. De lege vrachtwagen is vanuit Portugal weer op weg naar Nederland. Onderweg rijdt deze vervoerder dus door Spanje, Frankrijk en België om uiteindelijk Nederland weer in te rijden.
In dit scenario is de vrachtwagen Spanje leeg binnengereden na een internationale lading volledig te hebben gelost in Portugal. Het is dan toegestaan om op de logische terugreis richting Nederland zowel in Spanje één cabotagerit te verrichten binnen drie dagen na binnenkomst in Spanje, en daarna in Frankrijk één cabotagerit binnen drie dagen na binnenkomst in Frankrijk.

Eigen vervoer & cabotage

De cabotage verordening is niet van toepassing op het eigen vervoer. Om aan te kunnen tonen dat het om eigen vervoer gaat, dient uit alle documenten te blijken dat het om een en hetzelfde bedrijf gaat. Het kenteken, de pakbon, de factuur en eventuele andere begeleidende documenten moeten telkens naar hetzelfde bedrijf verwijzen. Concreet betekent het dat zowel aankoop- en verkoopfactuur van de goederen op naam van hetzelfde bedrijf moeten staan. Als daar een afwijking in zit zoals bijvoorbeeld: kenteken op naam van Transport ABC BV, goederen op naam van de dochterorganisatie CD BV (of ander bedrijf) dan wordt dit gezien als beroepsgoederenvervoer en valt dit dus onder cabotage.

Benelux-verdrag

Volgens het Benelux-verdrag hebben vervoerders uit België, Nederland en Luxemburg op elkaars grondgebied recht op een vrij verkeer van goederen. Dat betekent dat er voor deze groep vervoerders op elkaars gebied geen cabotagebeperkingen gelden en daardoor logischerwijs ook geen cooling off periode van vier dagen. Dit verdrag blijft bestaan, ook na inwerkingtreding van de nieuwe cabotageregels per 2 februari 2022

Een Nederlandse vervoerder kan in België(of Luxemburg) dus onbeperkt en zonder eerst een internationale lading volledig te hebben gelost binnenlandse ritten uitvoeren. De regeling geldt uitsluitend voor in de Benelux gevestigde vervoerders, die over een in één van de Benelux landen afgegeven Eurovergunning beschikken.
Let op: Het Benelux-verdrag betekent echter geen vrijstelling voor Benelux vervoerders van een IMI registratie bij het verrichten van cabotage in de Benelux. Sinds de invoering van IMI, is de Limosaregistratie voor beroepsgoederenvervoer bij cabotage in België, geen verplichting meer.

Casusvoorbeelden cabotage

Casus 1

Vervoerder met Nederlandse Eurovergunning laadt in Nederland op locatie A.

Daarna maakt hij een bilaterale* rit naar Duitsland om volledig te lossen op locatie B.
Nadat de vervoerder de internationale rit volledig heeft gelost op Duits grondgebied (locatie B) mag hij daar beginnen met cabotage.

De eerste cabotagerit is het transport waarbij is geladen op locatie B en gelost op
locatie C.
De tweede cabotagerit is het transport waarbij is geladen op locatie C en gelost op
locatie D.

In dit concrete voorbeeld gaat de vervoerder om een niet specifiek benoemde reden niet verder met een derde cabotagerit, wat hij wel had gemogen aangezien hij binnen de termijn van 7 dagen zit.

Nadat de tweede cabotagerit is uitgevoerd heeft de vervoerder een bilaterale rit waarbij hij laadt op locatie D en lost op locatie E. Omdat de cabotagereeks is beëindigd (vanwege het uitvoeren van een bilaterale rit na de tweede cabotagerit) gaat de cooling off van 4 dagen direct in na de laatst uitgevoerde cabotagerit.

*Bilaterale rit = internationale rit waarbij laad- of losadres zich bevind in het land waar de vervoerder is gevestigd.

 

Casus 2 koppelen van voertuigen

Beide voertuigen in deze casus hebben een Nederlandse Eurovergunning.
Op de CMR vrachtbrief staat dat de goederen worden geladen op locatie A en gelost op locatie C.
Het groene voertuig laadt in Nederland op locatie A en ontkoppelt de lading in Duitsland op locatie B.
In Duitsland zou een andere Nederlandse vervoerder zogenaamde ‘’koppelwerkzaamheden’’ willen uitvoeren, waarmee de goederen en de oorspronkelijke vrachtbrief op locatie B worden overgenomen van het groene voertuig en verder worden afgeleverd op de eindbestemming op locatie C. Is deze constructie toegestaan?

Dat hangt van de situatie af. Het groene voertuig verricht een bilaterale rit, wat sowieso is toegestaan.
Essentieel is wat het rode voertuig hiervoor heeft gedaan.

  • Als het rode voertuig Duitsland is ingereden zonder daar eerst een internationale rit volledig te hebben gelost, dan is cabotage (van B naar C) niet toegestaan. De verrichtingen van het trekkende voertuig zijn leidend. De route van de goederen doet er niet toe bij de bepaling van cabotage.
  • Als het rode voertuig Duitsland is ingereden en daar eerst een internationale lading volledig heeft gelost, dan is het toegestaan te koppelen (overnemen van de lading dat het groene voertuig heeft achtergelaten) op locatie B en te lossen op locatie C, de eerste cabotagerit. Hierna zijn er voor dit rode voertuig nog 2 cabotageritten mogelijk binnen de termijn van 7 dagen, welke van start is gegaan nadat de internationale lading van het rode voertuig volledig is gelost in Duitsland. De cooling off periode van 4 dagen gaat in nadat de cabotagereeks is beëindigd.