Focus op multimodaal met Joint Corridors Off-Road
Het programma ‘Joint Corridors Off-Road’ wil het transport in Nederland efficiënter en duurzamer maken. Dit gebeurt door samen te werken met logistieke bedrijven en vervoerders en meer gebruik te maken van water en spoor in plaats van alleen vrachtwagens op de weg.
Als je meerdere modaliteiten wil inzetten, moet je creatief zijn en samenwerken. Dat benadrukte Jeroen Bolt, programmamanager ‘Joint Corridor Off-Road’ van de Topsector Logistiek. Daarmee wil de Topsector Logistiek ondernemers stimuleren om zich samen te richten op multimodaal vervoer. Hij haalde Limburg aan als voorbeeld van een regio waarin ondernemers en studenten samen zoeken naar drempels voor de overstap naar intermodaal vervoer én oplossingen daarvoor.
Tijdens de workshop ‘Focus op multimodaal met ‘Joint Corridors Off-Road’’ tekende Bolt met Jan Boeve een overeenkomst om te bekrachtigen dat TLN gaat samenwerken met Joint Corridors Off-Road om TLN-leden te helpen bij deze shift. ‘Het gaat ons om het ‘modal optimum. Wanneer je over het water en spoor gaat waar het kan, creëer je ook ruimte voor hoogwaardig vervoer over de weg,’ zei Boeve.
Minder CO2-uitstoot
‘Eén binnenvaartschip zorgt voor drie tot zes keer minder CO2-uitstoot dan een vrachtwagen’, vertelde Ivo Schepers. Hij is programmamanager van ‘Joint Corridor Off-Road’ in Limburg.
Schepers sprak over Supply Chain Valley, een samenwerkingsverband in Limburg en de grensstreek tussen bedrijven, overheden en kennisinstellingen. Rond uitdagingen zoals de energietransitie en personeelstekort zetten zij communities op. ‘Zulke thema’s pak je samen beter aan dan alleen.’
Limburg telt ruim 2100 logistieke bedrijven. Niet vreemd, volgens Schepers, die erop wijst dat Limburg op een multimodaal kruispunt ligt waarvandaan goederen snel tot diep in Europa reizen.
Subsidies en concessies
Het is belangrijk dat Limburg en andere haven- en industriegebieden bereikbaar blijven, zei Erik van Dam. Hij is van stichting Connekt, die het stimuleringsprogramma ‘Modal Shift’ van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat uitvoert.
Aan het programma hangen subsidies voor ondernemers en stimuleringsmaatregelen voor binnenvaartdiensten. ‘Intermodaal vervoer is kiezen voor duurzaamheid en verlicht de druk op het wegennet.’
En helemaal nu er de komende jaren aanzienlijke herstelwerkzaamheden zijn aan wegen, waterwegen, spoorlijnen en kunstwerken. ‘Dat zorgt voor een complexe logistieke puzzel die je alleen met multimodaal vervoer oplost.’
Tot slot sprak Erik Maassen van den Brink, directeur van Bolk Transport en voorzitter van de deelmarkt Exceptioneel Transport van TLN, vanuit zijn ervaring als transporteur en betrokkenheid bij Combi Terminal Twente.
Met één binnenvaartschip tussen Twente en Rotterdam haal je elke dag 70 tot 80 vrachtwagens van de weg. ‘Dat scheelt files, chauffeurs en leidt tot CO2- en stikstofbesparingen.’
Maassen van den Brink benadrukt dat ondernemers moeten afstappen van de factor ‘tijd’ bij hun keuze voor vervoersstromen. Wat maken die extra uren per binnenschip uit voor goederen die eerder per schip uit Azië kwamen?
Eén uitdaging die wel besproken moet worden, is de ‘korte’ afstand tussen Twente en Rotterdam. ‘Die maakt het soms moeilijk om van intermodaal transport een goed alternatief te maken voor wegtransport. Maar door de capaciteit van binnenvaartschepen te vergroten en datacommunicatie tussen modaliteiten te verbeteren, kun je de efficiëntie vergroten en de kosten per container verlagen.’
Veilige logistiek met de Douane en de Vertrouwensketen
Hoe zorg je voor veilige logistiek met hulp van de Douane en de Vertrouwensketen? De boodschap van deze workshop was duidelijk: je moet goed samenwerken voor een veiligere en efficiëntere logistieke keten. Daarbij moet de nadruk liggen op veiligheid voor je medewerkers, fraudepreventie en sterke digitale bescherming.
Veilige logistiek begint met het beschermen van je medewerkers. Veiligheid draait echter niet alleen om fysieke beveiliging van je mensen. Maar het draait net zo goed om het beschermen van je data tegen cyberaanvallen.
Vertrouwensketen
TLN werkt actief samen met de Vertrouwensketen om deze bescherming te versterken, cruciaal in een tijd waarin digitale dreigingen toenemen.
Ondernemers die aan de workshop deelnamen, benadrukten dat je met goede beveiliging niet alleen je eigen bedrijf beschermt. Je versterk tegelijkertijd het vertrouwen van je klanten, omdat je laat zien dat je zorgvuldig met hun data omgaat.
Praktische tips
Naast het bewustmaken van ondernemers van het belang van aandacht voor veiligheidskwesties, kregen ze ook praktische tips. Over hoe je concrete stappen maakt naar een sterker en betrouwbaarder logistiek netwerk. Zo is een stap voor het waarborgen van een veilige logistieke omgeving het delen van kennis en inzichten met collega-ondernemers. Alleen samen kun je de uitdagingen van de moderne logistiek aanpakken en de sector duurzaam laten groeien.
Als je je eigen logistieke netwerk sterker en veiliger wil maken, kun je terecht op de website www.vertrouwensketen.nl. Daar vind je tips, tools en antwoorden op veel gestelde vragen.
Veterinaire en fytosanitaire producten
Hoe behoud en versterk je de Nederlandse agrifoodsector? Dat doe je door middel van samenwerking en daarbij helpt het voeren van een dialoog met alle betrokken stakeholders. Hoe krachtig een gemeenschappelijke discussie kan zijn, bleek ook weer tijdens de workshop ‘veterinaire en fytosanitaire producten’.
De workshop bracht vervoerders, expediteurs, douaneaanbieders, Nekovri (Nederlandse Vereniging voor Koel- en Vriehuizen), en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) samen om uitdagingen en belangen in de agrifoodsector te bespreken.
De verschillende stakeholders bleken het al snel over één ding eens te zijn. Ze hebben allemaal behoefte aan meer helderheid over de Europese wet- en regelgeving over de sector en de interpretatie daarvan die per land kan verschillen. De regelgeving is soms erg complex en het niet naleven ervan kan leiden tot forse boetes en juridische problemen.
Eenduidige regelgeving is zowel belangrijk voor het gezond houden van de Nederlandse agrifoodsector als voor het internationale transport.
Belang van digitalisering
Ook werd gediscussieerd over het belang van ketensamenwerking tussen de betrokken private en publieke partijen. Goede samenwerking tussen producenten, vervoerders, expediteurs en toezichthouders is volgens de deelnemers aan de workshop nodig om logistieke processen soepel te laten verlopen.
Verder werd er stilgestaan bij het belang van digitalisering in de agrifoodsector. Het is noodzakelijk, zo vonden de aanwezige partijen, dat de verschillende digitale systemen die in de sector worden gebruikt, integreren. Op die manier zorg je voor betere data-uitwisseling en optimalisatie van bedrijfsprocessen.
De deelnemers aan de workshop stonden open voor elkaars input en feedback. Dit bevestigt hoe belangrijk samenwerking is in de sector, om deze voortdurend te blijven ontwikkelen en verbeteren.
Toekomstvisie
Tot slot werd er een schets gemaakt van een gezamenlijke toekomstvisie. Deze visie helpt alle betrokken partijen om een duidelijke, gezamenlijke koers te bepalen voor de agrifoodsector. Een toekomst voor een sector met een efficiënt en veerkrachtig logistiek systeem voor het vervoer van planten, bloemen en andere versproducten. En een toekomst waarin een duidelijke rol is weggelegd voor brancheorganisaties zoals TLN.
De workshop leverde belangrijke inzichten op voor alle deelnemers. Maar legde ook de basis voor verdere samenwerking en innovatie binnen de sector. Kortom, TLN zet zich in om de positieve ontwikkelingen die er zijn, voort te zetten en te streven naar een betere toekomst voor de logistiek van veterinaire en fytosanitaire producten.
Ondertussen werkt TLN eraan om haar leden de Europese wetgeving en de nationale interpretatie daarvan beter te laten begrijpen, vooral met betrekking tot internationaal transport. Dit zal helpen om processen soepeler te laten verlopen en aan het behoud van de Nederlandse agrifoodsector.
Ook blijft TLN zich inzetten voor het versterken van de ketensamenwerking tussen publieke partijen en overheidsinstellingen en blijven we investeren in digitaliseringsinitiatieven.
De rol van vervoerders en expediteurs bij veranderende havenlogistiek
Welke veranderingen zijn er gaande in de havenlogistiek? Hoe verandert de rol van vervoerders en expediteurs? Deze en andere ontwikkelingen binnen de haven stonden centraal tijdens de workshop ‘Verdiepend gesprek over de rol van vervoerders en expediteurs bij veranderende havenlogistiek’.
Centraal in de workshop van Bart Kuipers, senior onderzoeker haveneconomie aan de Erasmus Universiteit Smartport, en TLN/Fenex stond het fenomeen ‘verticale integratie’. Verticale integratie is een strategische benadering waarbij een bedrijf activiteiten overneemt die voorheen werden uitgevoerd door externe partijen in de supply chain. Hierbij werd met name stilgestaan bij grote containercarriers zoals CMA CGM en Maersk die naar verticale integratie streven door controle te krijgen over verschillende stappen in de logistieke keten, zoals terminals, opslagfaciliteiten, expeditie en misschien zelfs wegtransport.
Grote veranderingen en uitdagingen
Verticale integratie stelt hen in staat om een meer end-to-end service aan te bieden aan hun klanten, wat potentieel efficiëntievoordelen en kostenbesparingen kan opleveren. Maar dat kan ook weer tot grote veranderingen en uitdagingen leiden voor andere partijen in de logistieke keten, zoals expediteurs en wegvervoerders.
Tijdens de workshop werd stil gestaan bij eerdere pogingen tot verticale integratie van Maersk en Nedloyd. Eerdere integratie-inspanningen werden vaak gehinderd door terughoudendheid binnen de werkmaatschappijen om digitaliseringsinitiatieven te omarmen. Hoewel de huidige pogingen om verticaal te integreren financieel worden ondersteund met hulp van winsten die zijn de behaald tijdens de coronapandemie, is er geen garantie op succes. Ofwel, belangrijker nog dan het hebben van geld, is dat je een goed doordachte strategie moet hebben en deze ook moet uitvoeren om de complexe uitdagingen van verticale integratie succesvol aan te pakken.
Carrier haulage
Waar ook aandacht voor was, is de bezorgdheid die er bestaat over het handhaven van een evenwichtige havenomgeving. Toenemende praktijken zoals carrier haulage (waarbij de carrier, dus de zeevervoerder, verantwoordelijk is voor het hele transport van de container naar de klant) en eigen vervoer (waarbij de verlader zelf het transport verzorgt) kunnen andere gebruikers van de havens negatief beïnvloeden.
Denk hierbij bijvoorbeeld aan terminals die dienstdoen als klantenterminals voor rederijen. Die kunnen ‘overspoeld’ worden door een overschot aan lege containers, wat de neutraliteit van de havenomgeving kan verstoren. Tijdens de discussie werd sterk benadrukt dat actie noodzakelijk is om deze problemen aan te pakken.
Het doel is om een eerlijke en efficiënte werking van de haven te waarborgen voor alle betrokken partijen, zodat geen enkele partij wordt bevoordeeld of benadeeld door de praktijken van anderen. De noodzaak voor actie om deze problemen aan te pakken werd sterk benadrukt tijdens de discussie.
Gelijk speelveld
Verder werd uitvoerig gesproken over de impact van veranderingen in de havenlogistiek op wegvoerders en expediteurs. Er zijn al merkbare veranderingen in klantrelaties en inkoopvoorwaarden. Deze veranderingen hebben zelfs geleid tot verschuivingen, zoals het verlies van belangrijke klanten door enkele expediteurs. Uiteindelijk maken veel betrokken partijen zich zorgen over deze ontwikkelingen in de havenlogistiek. Om een eerlijk speelveld te behouden, worden samenwerking en lobbywerk in Brussel genoemd als cruciale stappen.
Alleen door samen te werken, kan de havenlogistieke sector veerkrachtig en competitief blijven in de toekomst. Samenwerking met brancheorganisaties zoals TLN/Fenex en Clecat (Europese federatie van logistieke dienstverleners, expediteurs en douane-agenten) draagt bij aan een evenwichtige en duurzame toekomst voor alle betrokken partijen.
Toekomstvisie op containerlogistiek
Rotterdam speelt een cruciale rol als Europees transportknooppunt in de snel veranderende wereld van de containerlogistiek. Samen met Havenbedrijf Rotterdam en andere belangrijke stakeholders heeft TLN een ambitieuze toekomstvisie ontwikkeld om Nederland als toptransportland in Europa te versterken. Die was de insteek van de workshop ‘toekomstvisie op containerlogistiek.’
Deze toekomstvisie richt zich op veiligheid, duurzaamheid, eerlijkheid en efficiëntie binnen het wegvervoer. Essentiële pijlers voor een bloeiende sector in de komende decennia, zo vertelden Maarten de Wijs, business manager containers van Havenbedrijf Rotterdam en Marco Post, directeur-grootaandeelhouder van vervoerder H.N. Post en zn.
Met de verwachte sterke stijging in containerstromen (8 miljoen TEU tot en met 2035) en de uitbreiding van de terminalcapaciteit in de Rotterdamse haven, is het nodig dat alle betrokken partijen samenwerkingen om alle uitdagingen die op ze afkomen het hoofd te bieden en om de sector van de havenlogistiek te laten bloeien.
Uitdagingen en kansen
TLN treedt op als vertegenwoordiger van vervoerders en expediteurs in het ‘sectoroverleg wegvervoer’. Daarin zoekt TLN samen met Havenbedrijf Rotterdam, terminals, empty depots, Portbase en de cargadoors (bedrijven die verantwoordelijk zijn voor de afhandeling en organisatie van vracht en ladingen in havens) naar oplossingen voor de uitdagingen en de kansen in de containerlogistiek.
De ketenpartners houden zich met uiteenlopende zaken bezig. Zo wordt onderzocht of je druk op het wegennet kunt verminderen door containervervoer naar daluren te verplaatsen, of daarbij in te zetten op multimodaal vervoer. Ook is er een groeiende behoefte aan intensievere samenwerking tussen diepzee- en achterland terminals, (achterland)vervoerders en expediteurs/verladers, waarbij het ruimere openingstijden van achterlandterminals een punt van discussie is dat nauwkeurige afstemming vereist.
Haveninfrastructuur emissievrij
Duurzaamheid staat ook hoog op de agenda met de ambitie om de haveninfrastructuur tegen 2050 emissievrij te maken en het rijden met lege containers of zonder container sterk te verminderen, waardoor de havenlogistiek aanzienlijk duurzamer wordt.
Daarnaast wordt gepleit voor havenbrede invoering van Port Alert. Het Port Alert-systeem is erg belangrijk voor het beheren van wachtrijen en drukte bij de terminals. Het is zowel de tijdelijke oplossing voor wachtrijbeheer, als de opstap naar een dynamische digitale havenplanning. Maar de ontwikkeling en invoering ervan brengen nog wel uitdagingen met zich mee. TLN en het Havenbedrijf Rotterdam benadrukken daarom dat het systeem snel moet worden ingevoerd en dat alle betrokken partijen hierbij moeten samenwerken om het goed te laten werken.
Plan ‘zero incidents in 2025’
In het kader van veiligheid en efficiëntie werken TLN en Havenbedrijf Rotterdam aan de ontwikkeling van een concreet en uitvoerbaar plan 'Zero Incidents in 2025'. Dit plan streeft naar een veilige werkomgeving met nul ongevallen, verhoogde veiligheidsnormen en verbeterde operationele efficiëntie.
Al met al illustreert de toekomstgerichte aanpak de vastberadenheid van TLN en alle andere betrokken partijen om de containerlogistiek in Rotterdam te transformeren. Door te focussen op samenwerking, innovatie en duurzaamheid, wil Rotterdam niet alleen Europees koploper blijven, maar ook wereldwijd een voorbeeld worden voor veilig, duurzaam en efficiënt containervervoer.
Demurrage en detention
Wat kun je in de wereld van internationaal containervervoer doen om demurrage- en detentiekosten te voorkomen? De minister van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) heeft de Topsector Logistiek onderzoek laten doen naar de invloed van deze kosten op het containervervoer. Tijdens de workshop ‘Demurrage en Detention: ‘Kosten en Impact op Containervervoer’ werden strategieën besproken om demurrage- en detentiekosten te voorkomen.
Zowel demurrage- als detentionkosten kunnen aanzienlijke financiële gevolgen hebben voor verladers, logistieke dienstverleners en andere betrokkenen. Daar vertelde Kees Verweij van Buck Consultants over. Deze kosten ontstaan wanneer containers niet op tijd worden teruggebracht naar rederijen na gebruik en kunnen aanzienlijk oplopen als gevolg van vertragingen in de logistieke keten.
Totale kosten in Nederland
In 2022 bedroegen de totale demurrage- en detentionkosten voor Nederlandse gebruikers minstens 200 miljoen euro. Tachtig procent van deze kosten werd bij import in rekening gebracht, terwijl twintig procent bij export werd betaald. Deze kosten worden berekend op basis van tarieven die na een bepaalde periode ‘free time’ ingaan. Dat betekent dat onvoorziene vertragingen voor grote, extra kosten kunnen zorgen bij bedrijven die betrokken zijn bij het containervervoer.
Initiatieven op Europees niveau
Maar wat kun je nou doen om de kosten te verminderen? Eén van de voorgestelde maatregelen is het instellen van containerdepots in het binnenland, die worden beheerd door rederijen zelf.
Door deze depots te benutten, zouden verladers en logistieke dienstverleners de tijd dat containers op dure diepzeeterminalfaciliteiten blijven staan, minimaliseren. Dit helpt niet alleen om demurragekosten te vermijden, maar ook om de efficiëntie van de logistieke operaties te verhogen.
Betere planning en controle van containers in het achterland
Een andere mogelijke stap is het verbeteren van de planning en het toezicht op de bewegingen van containers in het achterland. Door nauwkeuriger te plannen en actief toezicht te houden, voorkom je vertragingen die anders leiden tot detentionkosten voor containers die te lang in het achterland staan. Dit vereist samenwerking tussen alle betrokken partijen, inclusief rederijen, terminals en transportdienstverleners.
Onderhandelingen
Maar ook het onderhandelen over langere periodes van ‘free time’, waarin geen kosten in rekening worden gebracht voor het gebruik van containers, is een effectieve manier om demurrage- en detentionkosten te verminderen. Vooral bij multimodaal vervoer, waar containers van het ene naar het andere transportmiddel worden overgezet, kan dit een significant verschil maken in de totale logistieke kosten. Door lading over te slaan bij terminals in het achterland, kan de ‘free time’ worden verlengd voordat containers terug moeten naar de zeehaventerminal. Dit kan helpen om de kosten te minimaliseren die anders ontstaan door vertragingen of filedruk bij de zeehaventerminal.
Verder werd er gesproken over het selecteren van de geschikte ‘INCOTERMS’: internationale handelsvoorwaarden waarmee je regelt wie verantwoordelijk is voor demurrage- en detentionkosten. Door duidelijke afspraken te maken, kunnen partijen onnodige kosten vermijden.
Tot slot kan het gebruik van T1-voorwaarden helpen. Daarmee stel je douaneprocessen uit tot verder in de logistieke keten. En voorkom je dat containers onnodig lang vaststaan op terminals door douanezaken.
Weinig invloed
De kosten van demurrage en detention hebben significante gevolgen voor het intermodaal goederenvervoer. De Nederlandse overheid heeft weinig mogelijkheden om de dagelijkse praktijk van demurrage- en detentionkosten te beïnvloeden.
Wel zijn er initiatieven op Europees niveau in de maak om de impact van demurrage- en detentionkosten op het multimodale vervoer te onderzoeken en te beperken. Deze stappen zijn gericht op het verkennen van mogelijkheden om de negatieve effecten van deze kosten op de logistieke sector te verminderen, hoewel de regulering grotendeels binnen de scope van business-to-business relaties valt.
Daarnaast werkt TLN mee aan een onderzoek naar de inzet van depots voor lege containers in het achterland. Om het negatieve bijeffect van de druk om lege containers snel retour te zenden te beperken.
Kortom: demurrage- en detentiekosten vormen een aanzienlijke kostenpost voor bedrijven die betrokken zijn bij het containervervoer. Het effectief beheren van deze kosten vereist een goede strategische planning en nauwe samenwerking met logistieke partners. En mogelijk zelfs om beleidsinterventies op internationaal niveau om de efficiëntie van de logistieke ketens te verbeteren en onnodige kosten te vermijden.
Ontdek de sleutel tot digitale logistieke transformatie
In de snel veranderende wereld van logistiek en transport wordt digitale transformatie steeds belangrijker. Tijdens de plenaire sessie benadrukte voorzitter Elisabeth Post het belang van data en digitalisering voor de toekomst van de logistieke sector. Bedrijven die investeren in technologie en de vaardigheden van hun medewerkers, lopen voorop.
Dat was ook het thema van gesprek tijdens de workshop ‘Ontdek de sleutel tot digitale logistieke transformatie.’ Tijdens deze workshop werden innovatieve voorbeelden gegeven van nieuwe businessmodellen die zijn ontstaan door digitale innovatie en samenwerking.
Uitdagingen voor het mkb-bedrijven
Hoewel digitalisering bedrijven grote voordelen biedt, blijkt uit onderzoek dat 69 procent van de mkb-bedrijven nog niet (volledig) digitaal wil of kan samenwerken. Dit komt heel vaak door een gebrek aan uniforme werkwijzen tussen en binnen bedrijven. Of doordat er geen duidelijke uitleg wordt gegeven aan medewerkers van digitale tools en processen.
Om als bedrijf een succesvolle digitale transformatie te maken, is het daarom noodzakelijk dat je niet alleen investeert in allerlei softwaresystemen en hardware. Je moet ook investeren in de digitale kennis en vaardigheden van je medewerkers.
Bedrijven zien die noodzaak om hun medewerkers te ondersteunen bij het updaten van hun kennis en vaardigheden gelukkig steeds beter. Veel bedrijven werken daarnaast al met plannings- en CO2-rapportagetools en supply chain-visualisatieplatformen.
Soms wordt het gebruik van deze tools verplicht gesteld door ketenpartners. Maar zijn ze niet altijd de allerbeste of meest gewenste oplossingen.
Conclusie en vervolgstappen
Om de digitale transformatie in de logistieke sector te bevorderen, moeten er verschillende stappen gezet worden. In de eerste plaats moeten digitale opleidingsprogramma’s voor medewerkers verbeterd worden. Het ontwikkelen van gerichte opleidingen om de datavaardigheden in de sector te versterken, is essentieel. Dit zorgt ervoor dat medewerkers beter voorbereid zijn op de digitale uitdagingen van de toekomst.
Verder moet er gewerkt worden aan de standaardisatie van data-uitwisseling. Het werken aan een standaardprotocol voor data-uitwisseling is noodzakelijk. Dit protocol, dat wordt ondersteund door Logistiek Digitaal en TLN, helpt MKB-bedrijven om eenvoudiger en efficiënter samen te werken.
Maar ook is er financiële steun voor digitalisering nodig. Het verkennen van subsidies en incentives om investeringen in digitale oplossingen te stimuleren, kan bedrijven helpen om de nodige stappen te zetten naar een volledig digitale bedrijfsvoering.
Door deze stappen te volgen, kunnen bedrijven in de logistieke sector hun digitale transformatie versnellen en zich optimaal voorbereiden op de toekomst. De sleutel tot succes ligt in de combinatie van technologische investeringen en de voortdurende ontwikkeling van medewerkers. Alleen dan kan de sector optimaal profiteren van de kansen die digitale innovatie biedt.
Verduurzaming
Is het slim om elektrische trucks op te laden via een bovenleidingsysteem, zoals de Arnhemse trolleybussen hebben? Arjan Van Vliet van het ministerie van I&W vertelde hierover. Maar eerst praatte Michel van Dijk, directeur van Van Berkel Logistics over verduurzaming. ‘Als je als bedrijf écht wil verduurzamen, dan heb je een goed systeem voor CO2-registratie en toerekening nodig.
Van Dijk legt uit hoe zijn bedrijf dat ontwikkelde. Hij schetst een levendig beeld van zijn bedrijf dat containers per binnenvaartschip vervoert via Inland Terminals in Veghel, Oss en Cuijk. Vanaf de terminals gaan de containers per truck naar het achterland.
Van Dijk vergelijkt de containers met pubers. ‘Ze hebben continu zorg en aandacht nodig. Als ouder wil je weten waar ze uithangen.’
CO2-uitstoot per container
Klanten vragen om een containervolgsysteem – zoals scholen Magister gebruiken om scholieren te volgen. Maar dan een systeem dat ook inzicht geeft in hoe Van Berkel Logistics zijn CO2-uitstoot toerekent aan de vervoerde containers.
Met hulp van studenten ontwikkelde het bedrijf een systeem waarmee het deze CO2-uitstoot per container berekent, op basis van factoren zoals de scheepsbezetting en het brandstofverbruik.
Op den duur moeten klanten het systeem van Van Berkel Logistics kunnen benutten voor hun eigen duurzaamheidsmetingen. Zodat ze de gegevens daarvan kunnen invoeren in de jaarlijkse CSRD-rapportages die (grotere) bedrijven moeten bijhouden.
Volgens Van Dijk is data dé sleutel tot succes. ‘Zonder nauwkeurige en betrouwbare gegevens is het onmogelijk om CO2-uitstoot te registreren, toe te rekenen en te beheren.’
Een pantograaf
Ook innovatief is de oplossing die Arjan van Vliet presenteerde voor de groeiende druk op ons elektriciteitsnetwerk. Namelijk die van een ‘pantograaf’: een bovenleidingsysteem voor elektrische vrachtwagens (zie bijlage).
Van Vliet is lid van de programmadirectie van de ‘Terugsluis’, onderdeel van de Vrachtwagenheffing die in 2026 komt. De opbrengst ervan gaat naar de verduurzaming van de transport- en logistieke sector. Een mogelijk project is met de pantograaf: ERS, voluit Electric Road System.
‘Elektrische trucks rijden een stuk onder een bovenleiding en laden zo op. Daarna rijden ze weer hun eigen route.’
Het idee voor ERS bestaat al jaren. Maar er is nieuwe belangstelling voor omdat het aantal elektrische trucks stijgt. ERS-trajecten kunnen het beste dichtbij havens of grote industrieterreinen worden gehangen; ‘plaatsen waar de behoefte aan laadvoorzieningen en stroomcapaciteit het grootst is.’
Electric Road Systems (ERS), waar willen we naartoe?
Ondermijning: toolbox weerbaarheid en training ronselproof
Transport en Logistiek Nederland (TLN) presenteerde de toolbox ‘Weerbaar Bedrijf tegen Smokkel en Ladingdiefstal’ tijdens de interactieve workshop over ondermijning. Deze toolbox is ontworpen om TLN-leden te helpen zich beter te beschermen tegen georganiseerde criminaliteit, specifiek gericht op smokkel en ladingdiefstal.
De toolbox biedt bedrijven een scala aan maatregelen om hun weerbaarheid tegen georganiseerde criminaliteit te vergroten. De maatregelen variëren van het herkennen van risico’s tot het nemen van uiteenlopende stappen op het gebied van digitale, fysieke en sociale veiligheid.
Bedrijven krijgen praktische richtlijnen om hun beveiliging te verbeteren en worden ondersteund bij verdere preventieve maatregelen tegen criminaliteit. De toolbox is een waardevolle bron voor bedrijven om zich te wapenen tegen de toenemende dreiging van smokkel en diefstal in de logistieke sector.
Training ‘Ronselproof in de haven’
Een ander belangrijk onderdeel van de workshop is de presentatie van de training ‘Ronselproof in de haven’. Deze training is ervoor bedoeld om ondernemers bewust te maken van risico’s op het gebied van drugscriminaliteit en ronselpraktijken in havens.
Een cruciaal doel van de workshop is om deelnemers duidelijk te maken dat iedereen in een bedrijf, ongeacht zijn positie, het risico loopt om geronseld te worden. Sociale media spelen daar bij een grote rol. Omdat criminelen social mediakanalen gebruiken om veel informatie over potentiële doelwitten te vinden.
De training biedt bedrijven tools om ronselpraktijken te herkennen en te voorkomen. Ondernemers krijgen inzicht in de werkwijzen van criminelen. En ze leren op welke signalen ze kunnen letten. Door proactief te handelen kunnen bedrijven hun personeel en operaties beschermen tegen deze vormen van ondermijning.
Bedrijven bewust maken
Naast de introductie van de tools en de training, blijft TLN zich ook op andere manieren inzetten om bedrijven bewust te maken van hoe zij actief kunnen bijdragen aan het voorkomen van criminaliteit in hun sector. Het is hierbij enorm belangrijk dat bedrijven ervaringen en kennis delen met elkaar en daarbij samenwerken met de politie en andere relevante instanties.
TLN roept haar leden op om gebruik te maken van de toolbox en de training. Alleen samen kun je écht de strijd aangaan tegen ondermijning en georganiseerde criminaliteit. Voor meer informatie over de toolbox en hoe je die kunt invoeren in je eigen organisatie kun je terecht op deze pagina. Wil je de training ‘Ronselproof in de haven’ volgen? Neem dan contact op met Fay van Dongen.