Intentieverklaring
Met het ondertekenen van het convenant wordt uitvoering gegeven aan de afspraken die met het OM zijn gemaakt om tot verlenging van de gedoogregeling voor zware ZE-bestelauto’s tot 1 juli 2025 te komen. Het OM heeft daarmee ingestemd onder de voorwaarde dat de verkeersveiligheid voldoende gewaarborgd is. Dit heeft geleid tot afspraken voor een aanvullende rijopleiding. Hiervoor is eerder op 27 juni 2024 een Intentieverklaring door de brancheorganisaties getekend.
AMvB
In het kader van de huidige gedoogregeling voor rijbewijs C-plicht zijn er zo’n 850 ZE-bedrijfsvoertuigen in de gewichtsklasse 3.501 tot en met 4.250 kg in gebruik. Op 1 juli 2025 komt er nieuwe wetgeving (AMvB) om de inzet van deze voertuigen een permanent karakter te geven. Vanaf die datum kunnen ook nieuwe voertuigen aan de vrijstellingsregeling C-rijbewijs deelnemen. Naast elektrische voertuigen mogen dat ook zware bestelauto’s met andere alternatieve aandrijvingen (CNG, LNG, LPG) zijn. Ook voertuigen voor personenvervoer vallen onder de nieuwe wetgeving.
Om te mogen rijden op zware bestelauto’s tot 4.250 kg moeten bestuurders met een B-rijbewijs tenminste twee jaar hun rijbewijs hebben. Op basis van het convenant komt daar een aanvullende veiligheidscursus bij. De cursus bestaat uit een theoretisch en een praktijkdeel en moet minimaal vijf uur duren. De cursus mag onderdeel uitmaken van een bredere opleiding, maar moet wel voldoen aan een vastgesteld leerplan. Door middel van een ondertekende verklaring kunnen bestuurders aantonen dat ze de cursus succesvol hebben afgerond.
Stimuleren
De ingangsdatum voor het Convenant verkeersveiligheidswaarborgen is vastgesteld op 1 januari 2025. De afspraken uit het convenant gelden zowel voor de huidige gedoogperiode (tot 1 juli 2025) als voor de periode vanaf de inwerking van de AMvB.
Bestuurders die tijdens de gedoogperiode nog geen cursus hebben gevolgd, moeten deze uiterlijk drie maanden na 1 januari 2025 hebben afgerond. Bestuurders die vóór 1 januari 2025 via hun werkgever al een vergelijkbare cursus hebben gevolgd, hoeven dat niet opnieuw te doen. Wel dienen zij te beschikken over een ondertekende verklaring. Bestuurders die na de inwerkingtreding van de AMvB voor het eerst een dergelijk voertuig besturen, mogen dat pas doen nadat zij de cursus hebben gevolgd. De brancheorganisaties hebben als taak hun leden te stimuleren om bestuurders de extra rijopleiding succesvol te laten afsluiten. TLN zal haar leden daar ook op wijzen.
Passend cursusaanbod
Bij de brancheorganisaties aangesloten bedrijven moeten ervoor zorgdragen, voor zover zij daartoe in staat zijn, dat er voor de eigen werknemers en ingehuurd personeel een passend cursusaanbod is. ANWB, BOVAG, FAM Opleiders en Verkeersveiligheid Groep Nederland zorgen voor een passend aanbod voor leden van brancheorganisaties die daar zelf niet in kunnen voorzien en voor bedrijven of kleine ondernemingen die niet bij een organisatie zijn aangesloten. IenW zal aan de hand van het aantal gevolgde cursussen en het aantal voertuigen dat aan de regeling deelneemt, monitoren of er voldoende gebruik wordt gemaakt van de aanvullende cursus. De brancheorganisaties spreken af zich in te spannen om het aantal afgegeven verklaringen ten opzichte van het aantal voertuigen de komende jaren te laten stijgen.
Tachograafvrijstelling
Ondanks dat er nog geen definitief besluit is genomen over de door de sector gewenste tachograafvrijstelling voor zware bestelauto’s die binnen een straal van 100 km van de vestigingsplaats rijden, lijkt het kabinet hiermee in te stemmen. Vooruitlopend hierop voorziet het convenant in een artikel dat gaat gelden als het zover komt. De afspraak is dat bestuurders die vrijgesteld zijn van de tachograafplicht de arbeidstijden deugdelijk en digitaal bijhouden, zorgen dat deze up-to-date zijn en tijdens de rit gecontroleerd kunnen worden. Ook moeten de bedrijven de gewerkte arbeidstijden door middel van een urenregistratie vastleggen. Ingeval van een tachograafvrijstelling zal er ook een onafhankelijke evaluatie volgen om de werking en effecten van de tachograafvrijstelling in kaart te brengen. Bij een slechte uitkomst kan dit leiden tot beëindigen van de tachograafvrijstelling.
