Volgens het Klimaatakkoord zijn er vanaf 2025 in dertig tot veertig Nederlandse steden zero-emissie zones. Er moet ontzettend veel gebeuren. Niet alleen wat betreft beschikbaarheid van elektrische voertuigen maar ook aan voldoende netcapaciteit.
4.000 industrieterreinen
‘Het is echt anders dan de elektrificatie van personenauto’s. Voor de logistiek hebben we zo’n 4.000 industrieterreinen waar heel veel geladen gaat worden. Het gaat om hele grote aansluitingen’, stelt Robert van den Hoed, voorzitter van de werkgroep Nationale Agenda Laadinfrastructuur. ‘We moeten de behoefte op alle locaties zo snel mogelijk in kaart brengen.’
Verzwaring in het netwerk
Dan komen ook de netbeheerders in beeld. Zij moeten voor voldoende capaciteit gaan zorgen. ‘We zijn als netbeheerders gewend aan een stabiele groei in het aantal aansluitingen’, aldus Caron. ‘De twee werelden van mobiliteit en elektriciteit worden van elkaar afhankelijk. We zullen transformatoren moeten gaan plaatsen op bedrijventerreinen. En als dat niet voldoende is, verderop in het netwerk verzwaring aanbrengen. Dat kost doorgaans veel tijd, wel 2 tot 5 jaar.’
Wie is verantwoordelijk?
De tijd dringt. Maar wie is er nou verantwoordelijk voor voldoende netcapaciteit? Caron: ‘De ondernemer wil capaciteit, wij faciliteren de aansluiting. Maar de crux zit in de planning. Hoe eerder wij van de ondernemer weten over welke laadcapaciteit hij wil beschikken, des te beter wij daarvoor kunnen zorgen.’
Bestemmingsplannen
De vraag moet passen binnen het vermogen van het bedrijfsterrein en binnen het bestemmingsplan van de gemeente en regio. ‘We kunnen dit alleen in gezamenlijkheid doen: gemeentes, ondernemers, netbeheerders en private partijen. Wij kijken ook naar TLN om gezamenlijk een goede planning te maken’, voegt de directeur van ElaadNL eraan toe.
Wat doet TLN?
Rob Aarse, beleidsmedewerker duurzaamheid bij TLN: ‘Wij werken voluit mee aan het realiseren van een basisnetwerk voor logistiek laden. Samen met de leden willen we zicht krijgen op waar er geladen gaat worden, met hoeveel vrachtauto’s en hoeveel vrachtauto’s tegelijkertijd, op welke spanning en ’s nachts of overdag. Het start met het inzicht in de toekomstige laadbehoefte van transportbedrijven. Vervolgens kunnen we potentiële knelpunten met partijen vroegtijdig oplossen. Waar nodig met inmenging van de politiek.’
Gaat het lukken?
Caron is even optimistisch als realistisch: ‘Misschien zal niet alles in 2025 opgelost zijn. Het is een enorme opgave. Maar we hebben goede voorbeelden van elektrische bussen waaruit blijkt dat veel mogelijk is als we het tijdig met elkaar regelen.’