Met acht mensen in dienst plus meewerkende ouders en vrouw is Van de Brug transport een volbloed familiebedrijf. De onderneming is flink gegroeid sinds Gerco’s vader in 1995 als eigen rijder begon. Inmiddels heeft het bedrijf negen trekkende eenheden met turbocompressormotoren en twaalf getrokken eenheden. Het wagenpark is voorzien van de laatste technische snufjes. Efficiënt, duurzaam transport en werkplezier zijn de norm.
Concept
Hoe word je een innovatieve voorloper in deze sector? Van de Brug legt het uit. ‘Toen mijn vader en ik gingen samenwerken, bedachten we een concept. Wij hebben trailers waarmee we gereed product kunnen vervoeren, maar ook grondstoffen kunnen oppikken bij klanten. Aanvankelijk was dat puur een economisch en geen duurzaamheidsverhaal. Het ging ons om geldbesparing voor ons en onze klant. Dat is altijd ons uitgangspunt geweest, totdat duurzaamheid op de voorgrond kwam.’ Het was met andere woorden dus gemakkelijk om duurzaam te werken. Dat was immers altijd al routine bij het bedrijf.
Concrete doelen
‘Toch is het perspectief van waaruit je werkt anders geworden, nu duurzaamheid het frame is’, zegt Van de Brug. ‘Je kunt concrete doelen stellen. Denk in termen van: hoeveel wagens rijden nog leeg terug? Wat is ons brandstofverbruik? Wat doen onze mensen eraan om zuiniger te rijden? Zo kun je bewuster werken aan verbeteringen in je processen.’
Concullega’s
Ook het omgaan met concullega’s speelt een belangrijke rol in Gerco van de Brugs visie op ondernemerschap. Hij deelt ritten met andere transporteurs. ‘Moet iemand bijvoorbeeld naar het zuiden van België zonder dat daar iets ligt om retour te nemen, dan vragen ze ons of wij daar wél iets kunnen ophalen. In zo’n geval krijgen wij hun retourvracht of zij onze opvracht.’
Gezamenlijke klanten
Van de Brug weerspreekt dat het wel heel onderscheidend is om zo met je handel en concurrenten om te gaan. ‘Het zal steeds normaler worden om zo te werken, juist vanuit het duurzaamheidsoogpunt. Sterker nog, ik voorzie dat je er in de toekomst niet meer onderuit komt om een collega jouw rit te geven als die betere kaarten heeft om dat duurzamer te doen.’ Hij is ook al bezig om dat principe naar een hoger plan te tillen. Dat gebeurt door te investeren in ICT waarmee samenwerkende transporteurs een integraal overzicht krijgen van alle orders van de gezamenlijke klanten. Zo koerst hij met zijn bedrijf op unieke samenwerkingen af.
Laden en terugladen
Ook slimme aanpassingen duwen de duurzaamheidslat verder omhoog. De Welgro-opleggers van het bedrijf zijn zodanig ingericht dat ze alle producten in de agrarische sector kunnen laden en terugladen. ‘Waar ik ook leegkom, wil ik kunnen laden. We kunnen onze bulkauto’s met vrije val laden, maar hebben ook de mogelijkheid dat bulkgoed naar binnen te blazen via een vulleiding die over de wagen is gemonteerd. Zo kunnen wij de trekkende eenheid afkoppelen en voor andere zaken gebruiken, om later de volle bulkauto weer aan te koppelen. Dat spaart onze klant laadkosten. We kunnen onze chauffeur en wagen dan blijven inzetten tijdens het laadproces.’
People-planet-profit
Veel aandacht voor ‘planet’ dus, maar hoe zit het met die twee andere P’s: people en profit? ‘Onze mensen werken met veel plezier. Onder andere omdat ze in hun wagen net zo goed kunnen ontspannen als thuis. Onze auto’s zijn daarvoor uitgerust met alle opties. Ziekteverzuim kennen wij dan ook nauwelijks tot niet’, zegt Van de Brug. Om vervolgens met zijn opvallendste uitspraak af te sluiten. ‘Profit vind ik eigenlijk de minst belangrijke van de drie P’s. Als je namelijk alles bewust en goed doet, dan volgt de winst vanzelf.’