Met het wetsvoorstel Arbeidsmarkt in Balans (WAB) beoogt het kabinet via aanpassingen op het terrein van het ontslagrecht en tijdelijke contracten het voor werkgevers aantrekkelijker te maken een vast contract aan te bieden. Zodat er voor werkenden meer zekerheid ontstaat.
Combinatiegrond
Vanuit werkgeverszijde is er forse kritiek geleverd, omdat de plussen in het wetsvoorstel niet voldoende opwegen tegen de minnen. Zo zijn werkgevers tevreden over de voorgestelde aanpassing in het ontslagrecht, waardoor op basis van een combinatie van (objectieve) gronden ontslag verleend kan worden door de rechter. Nu moet er nog sprake zijn van een voldragen grond om ontslag te krijgen. Wel is het zo dat aan de combinatiegrond een fors prijskaartje wordt gehangen dat kan oplopen tot anderhalf maal de transitievergoeding.
Loonkosten structureel verhoogd
Tijdelijk werk en contracten voor onbepaalde tijd worden duurder gemaakt via een hogere WW-premie. En werkgevers worden verplicht al vanaf dag 1 van een dienstverband een transitievergoeding te betalen als het contract afloopt. Hierdoor worden de loonkosten structureel met bijna 3% verhoogd. Ook moeten werkgevers minstens 4 dagen van tevoren werknemers oproepen en krijgt de werknemer recht op loon als de werkgever de oproep binnen 4 dagen weer intrekt.
Suggesties voor aanpassingen
Plussen zijn te vinden in de mogelijkheid van een langere keten van tijdelijke contracten en een langere proeftijd. Alsmede in een (kleine) verlaging van de WW-premie van vaste contracten.
De eerdere inbreng van TLN en het veelal negatieve advies van de Raad van State hebben nog niet tot inhoudelijke aanpassingen geleid. Werkgevers zullen dan ook proberen via de Kamer een betere balans in het wetsvoorstel te bepleiten door suggesties voor aanpassingen te doen.