Elektrisch rijden door de ogen van een groot en klein bedrijf

Is het voor een grote ondernemer gemakkelijker om aan de slag te gaan met elektrisch rijden dan voor een kleine transportonderneming? In gesprek met Wim Roks, fleetmanager bij Simon Loos, een grote logistieke dienstverlener in Nederland en met Rico van Duivenvoorde, directeur van CMR Internationaal Transport, een bedrijf met één vrachtwagen. Ze hebben elk hun eigen visie op elektrisch rijden.

Wim-Rico
Wim Roks (l) foto: Bert Roozendaal / Rico van Duivenvoorde (r) foto: Bart Versteeg

Toen Wim Roks in 2008 de eerste geluiden over elektrisch rijden hoorde was hij vrij sceptisch. ‘Elektriciteit voor bijvoorbeeld de startmotor en verlichting in voertuigen gaf vaak storing. En dan moeten vrachtwagens ook nog eens volledig elektrisch rijden? Ik zag het nog niet voor me. Inmiddels zijn de technieken veel verder ontwikkeld en heeft de praktijk uitgewezen dat het mogelijk is.’
Roks is verantwoordelijk voor de trekkers van Simon Loos en dus ook voor elektrisch rijden. ‘Onze klant Heineken bracht het onderwerp in 2008 onder de aandacht. In 2012 gingen we serieus nadenken over elektrisch rijden. We hebben één Mercedes gekocht en laten ombouwen naar elektrisch. Het smaakte naar meer. In 2014 kochten we de eerste elektrische wagen. Vandaag de dag heeft Simon Loos twintig elektrische wagens rijden en er komen er nog twintig aan.’

Uitdagingen
Elektrisch rijden brengt ook uitdagingen met zich mee, meent Roks. ‘De gevoeligheid van het stekkeren en planning aanpassen, het zijn fases waar je doorheen moet. Eén van de uitdagingen in de logistieke sector is dat nog geen enkel plansysteem rekening houdt met de actieradius van een elektrische vrachtwagen. Heb ik nog wel genoeg energie aan boord? Is er plek om op te laden? En hoe is de match met je rij- en rusttijden? Degene die de ritplanning maakt, tot nu toe de opdrachtgever, is verantwoordelijk om dit goed in te regelen. Goede communicatie met de chauffeur is cruciaal.’

Communicatie
Over communicatie gesproken: Roks heeft nog een tip voor ondernemers die nadenken over elektrisch rijden of ermee aan de slag gaan. ‘Maak een communicatieprotocol. Neem hierin op wie wat doet of met wie je contact moet opnemen bij een storing. Dit protocol stem je af met je eigen planning, de transportmanagers van de opdrachtgevers, de leveranciers van de laadpalen en de leveranciers van de truck. We moeten elkaar snel kunnen vinden en daarvoor zijn duidelijke afspraken nodig. Ook is aandacht nodig vanuit de laadpaaleigenaren voor preventief onderhoud. Stilstaan is een business killer.’

(tekst loopt door onder foto)

Fantastisch
‘Toen wij de eerste elektrische wagen eenmaal zagen rijden, werden we blij en vonden we het heel indrukwekkend. Het rijdt fantastisch. Mijn tip aan de sector: begin zo snel mogelijk en ga in gesprek met je klanten. Wij wisten ook niet waar we aan begonnen. Nu acht jaar verder hebben we veel geleerd. Ga ontdekken wat elektrisch rijden voor je eigen bedrijf betekent. Dat is voor iedereen anders.’

Kleine zelfstandige
Net als Roks was Rico van Duivenvoorde ook niet direct overtuigd van elektrische vrachtwagens. ‘Duurzaamheid is echter een onderdeel van je ondernemerschap, ook als je zelfstandige bent. Je houdt ontwikkeling in de gaten en daar is elektrisch rijden er inmiddels één van. Toen jaren geleden de elektrische auto’s er kwamen dacht ik dat het voor vrachtwagens nooit zou gebeuren. Maar goed, het is toch mogelijk!’

Schoner
‘Als kleine transportondernemer (KTO’er) met één wagen is investeren in een nieuwe wagen niet zomaar iets, laat staan om te kiezen voor elektrisch. Mijn huidige Euro 5-wagen is inmiddels negen jaar oud en ik ben me aan het oriënteren op een potentiële opvolger. Elektrisch rijden heeft in ieder geval mijn interesse gewekt. Er is een politieke beweging naar én een maatschappij die milieubewuster wordt ingericht. Zeker voor de stadscentra ben ik een voorstander van schonere wagens. Met mijn huidige wagen mag ik het centrum van Amsterdam niet meer in. Daar heb ik een paar adressen waar ik vaker kwam voor opdrachtgevers. Nu moet ik helaas nee zeggen. Blijf ik nee zeggen tegen werk? Of schakel ik daarom over op elektrisch om ook dat werk te kunnen blijven doen?’

(tekst loopt door onder foto)

Opdrachtgevers
‘Als KTO’er vind ik het lastig om te weten waar ik moet beginnen’, geeft van Duivenvoorde aan, mede omdat vanuit zijn werkgebied nog weinig vraag is naar zero emissie. ‘Moet ik de samenwerking gaan opzoeken met mijn opdrachtgevers? Als KTO‘er heb ik mijn risico gespreid en heb ik 5 à 6 al dan niet vaste opdrachtgevers per week. Wat als er maar een paar meewillen in dat proces? Daarnaast huur ik een parkeerplek. Daar zal ik ook het gesprek moeten aangaan over de laadinfrastructuur. Het zijn praktische dingen waar ik het fijne nog niet van weet. Om te beginnen heb ik een afspraak gemaakt met mijn dealer. Wat is de prijs en de levertijd, hoe zit het met onderhoud en actieradius? Voor mij nog genoeg onzekerheden.‘

Spannend
‘Ik zeg het heel eerlijk: ik vind elektrisch rijden een spannend proces. De investering, actieradius, laadinfrastructuur, thuis en onderweg, én het terugverdienen: het zijn hobbels waar ik over na moet denken. Met diesel weet ik wat ik krijg. Als kleine ondernemer wil ik me niet achter al die hobbels verschuilen, maar ik moet het wel eerst goed uitzoeken. Of ik uiteindelijk kies voor een elektrische vrachtwagen of toch voor Euro 6? Ik denk dat ik het stiekem al weet.’

Groot over klein
Roks: ‘Een heel herkenbaar en authentiek verhaal van Van Duivenvoorde. Ik kan me goed voorstellen dat het spannend is om op een elektrische vrachtwagen over te stappen. Ik zou zeker in gesprek gaan met klanten om de bereidheid te peilen. Als je een klant hebt die wilt meewerken en als partner kan meebetalen, helpt dat al enorm. Maar een risico is het wel. Zeker gezien de huidige tijd met de brandstofprijzen. Een onderneming met één wagen; wat ga je doen als die het niet doet? Of als de laadinfra niet werkt? Een vervangende wagen heb je niet, wat je onderneming heel kwetsbaar maakt.

Klein over groot
Van Duivenvoorde: ‘Voor mij is het logisch dat grote bedrijven voorop lopen als het gaat om nieuwe technologieën. Ze hebben simpelweg meer capaciteit in de organisatie om zo’n traject aan te gaan. Als er dan ook vanuit een opdrachtgever de vraag komt over elektrisch rijden, dan is de eerste hobbel al genomen. Ik heb de wagens van Simon Loos voorbij zien rijden bij de distributiecentra van ’s-lands grootste kruidenier. Dan sta je toch even raar te kijken, maar het is fantastisch! Het zijn testen waar ik en iedereen van kan profiteren. Als KTO’er met één auto ben je dan toch voorzichtiger vanwege de kwetsbaarheid. Zoals Roks ook al aangeeft is stilstand een business killer. Stilstand en/of storing is voor mij in alle opzichten moeilijker op te vangen.’

Dit artikel is reeds gepubliceerd in HUB, hét ledenblad van TLN. Auteur: Denise van Vliet.