Zero-emissie stadslogistiek: wie haalt 2025?

In het nationale Klimaatakkoord is afgesproken dat 30 tot 40 grotere gemeenten in 2025 zero-emissie zones hebben ingevoerd. Om alle partijen een goede voorbereiding te gunnen, maken de steden uiterlijk vier jaar van tevoren de uitstootvrije zones bekend. Op dit moment heeft het merendeel van de steden de conceptuele grenzen van de zones nog niet gepubliceerd. Wat moet er gebeuren om een inhaalslag te maken?

Breytner
foto: Breytner

Irma Kemp van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is optimistisch: ‘Vanuit mijn contacten merk ik dat heel veel steden met de schone lucht en leefbaarheid bezig zijn. De zero-emissie zones voor stadslogistiek zijn daar een mooi instrument voor. Inmiddels hebben 26 gemeenten besloten om vanaf 2025 een zero-emissie zone in te voeren. Een aantal gemeenten zit dicht tegen zo’n besluit aan. De ambitie van minimaal 30 gemeenten vanaf 2025 is dus heel dichtbij’, aldus de coördinator duurzame en efficiënte stadslogistiek.

Logistiek 010
Een van de steden die op tijd zijn zero-emissie zone aankondigt, is Rotterdam. ‘Samenwerking met ondernemers uit de logistieke sector heeft geleid tot een breed gedragen zero-emissie zone’, zegt Jan Robbert Albrechts, coördinator goederenvervoer van de Gemeente Rotterdam. ‘Wij hebben al jaren terug de community ‘Logistiek 010’ in het leven geroepen. Daar zijn inmiddels 1700 organisaties op aangesloten, waarvan 557 met een ‘Eco-star’-waardering. Dat zijn bedrijven die aan de slag gaan met verduurzaming van hun wagenpark en de logistieke processen. 66 koplopers hebben aangegeven actief te willen meedenken over de transitie. Zij hebben op 1 december 2020 het Convenant ZES (Zero Emissie Stadslogistiek Rotterdam) ondertekend.’

Ruime zone
‘De samenwerking heeft uiteindelijk geleid tot best een ruime zone’, aldus Albrechts. ‘De zero-emissie zone omvat grofweg het gebied binnen de ring van Rotterdam met uitzondering van aangrenzende bedrijventerreinen die kunnen functioneren als locaties voor logistieke functies, zoals hubs. De Rotterdamse zone omvat de locaties met de grootste knelpunten in luchtkwaliteit en levert een behoorlijke CO2-reductie op. Ook de sector had de voorkeur voor een ruimere zone omdat het meer een gelijk speelveld creëert en de investering in elektrische voertuigen rendabeler maakt.’

Grenzen van zones
De afspraak is dat gemeenten die een zero-emissie zone invoeren, deze minimaal 4 jaar van tevoren aankondigen. Kemp: ‘Dit vinden wij erg belangrijk, omdat we iedereen de tijd willen geven zich voor te bereiden. Een later besluit betekent een latere invoering.’ Anne-Marie Nelck is expert op gebied van Stadslogistiek bij Transport en Logistiek Nederland. Zij geeft aan dat het voor transportondernemers belangrijk is dat ze zo snel mogelijk weten hoe de zones lopen. ‘Daarmee kunnen ze bepalen wat voor hun bedrijfsvoering nodig is. Dan praat je over aantallen en soorten voertuigen, over netcapaciteit en laadpalen maar ook over de eisen en locaties van stads- en regiohubs.’

Pioniersvraagstukken
‘Wij moeten weten hoe we ons businessmodel eventueel moeten aanpassen’, zegt Peter Korpershoek, manager Sales en Business Development bij Tielbeke Logistiek. ‘Kan ik afstanden die ik nu overdag rij straks ook halen met een elektrisch voertuig? Er komen allerlei cruciale bedrijfsvraagstukken bij kijken waardoor het belangrijk is te weten of zones definitief zijn en hoe groot ze zijn. Wij kunnen dan de impact berekenen van bijvoorbeeld het aantal stops dat we gemiddeld per dag moeten maken en met welk type voertuig we dat kunnen doen. Is er een stadshub nodig, wie gaat die exploiteren? Het zijn allemaal pioniersvraagstukken die tijd kosten.’

Randvoorwaarden
Minstens zo belangrijk als de zero-emissie zones zijn volgens de manager van de specialist in last-mile stadsdistributie de randvoorwaarden waaronder de zero-emissie stadslogistiek op tijd kan plaatsvinden. Korpershoek: ‘De laadinfrastructuur is wellicht nog niet op orde. Dat is niet met een vingerknip geregeld. Er zijn overal te weinig techneuten om de infrastructuur te gaan aanleggen. Daarnaast lijken producenten van elektrische trucks nog niet zo ver om vrachtwagens te leveren die qua kosten en bereik een serieus alternatief zijn. De zero-emissie zones zijn belangrijk voor een schone stad maar het geeft ook enorme complexiteit aan de ondernemerskant. Die zones kunnen alleen werken als de randvoorwaarden op orde zijn: de techniek, de laadinfra en het politieke beleid dat de zones vaststelt. Dan zal de marktwerking vanzelf zorgen voor goede logistieke oplossingen binnen deze zones.’

Tekst loopt verder onder foto

Evaluatiemomenten
Korpershoek pleit voor goede evaluatiemomenten en betrokkenheid van logistieke partijen in het proces. En dat is precies wat er in de Maasstad gebeurt. ‘Met alleen een ondertekening van een convenant zijn we er niet’, zegt de Rotterdamse coördinator goederenvervoer Albrecht. ‘We hebben de eerste voortgangsrapportage ‘Stand van Voortgang Zero Emissie Stadslogistiek in Rotterdam 2021’ gepresenteerd op het kennisevent ‘Plug In 010.’

Druppelen
Een van de Rotterdamse koplopers maakt zich zorgen. ‘De overgangsregeling waardoor nieuwe vrachtwagens tot uiterlijk 2030 nog op diesel de stad in kunnen, vertraagt de invoering van de zero- emissie stadslogistiek’, aldus Marie José Baartmans van het Rotterdamse logistieke bedrijf Breytner. ‘We verwachten nog een piek van verkopen van dieselvrachtwagens de aankomende jaren waardoor we de eerste significante bewegingen ver na 2025 gaan zien. We betwijfelen of we hiermee de doelstellingen vanuit het klimaatakkoord gaan halen. Zonder een stevige stimulans zien we voorlopig alleen druppelsgewijs her en der pilotprojecten. We kijken met smart uit naar een substantiële generieke regeling’, aldus de kopvrouw van het transportbedrijf dat luchtkwaliteit ziet als een uitdaging en niet als een belemmering.

Zorg
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is blij dat al zo veel gemeenten hebben besloten een zero-emissie zone in te voeren maar gemeenten hebben ook zo hun zorgen, zo blijkt uit de reactie van Esther Verhoeff, woordvoerder van de VNG: ‘Gemeenten zien zeker het belang en het voordeel van zero-emissie zones, juist vanwege de grote klimaatopgave waarvoor we aan de lat staan. Maar tegelijkertijd is de energietransitie een enorme uitdaging, onder meer financieel en qua uitvoeringskracht. Daardoor is het ook een zorg voor gemeenten’, aldus Verhoeff. ‘Juist als het gaat om financiële draagkracht gaat het bij veel gemeenten niet goed. Het invoeren van een zero-emissie zone vraagt een forse investering. Er is zeker geen onwil, maar er is financiële steun van het rijk nodig zodat wij onze taken goed kunnen uitoefenen. Toen gemeenten zich committeerden aan het klimaatakkoord, hebben we ook afgesproken dat gemeenten geld zouden krijgen voor de uitvoering. Daar is tot nu toe helaas nog niet veel van terecht gekomen.’

Zorgvuldigheid
De woordvoerder van de VNG heeft nog wel een paar mitsen. ’We merken ook dat een aantal gemeenten twijfelt aan een snelle invoering, vanwege de financiële situatie van de ondernemers. Er zijn nogal wat ondernemers die nu onder druk staan door corona en dat het niet het beste moment is om dit te bespreken’, zegt Verhoeff. Tegelijkertijd wijst ze ook op een belangrijke verantwoordelijkheid van de ondernemers- en brancheverenigingen als TLN en evofenedex zelf. ‘Vrachtwagens worden vooral opgeladen op eigen terrein, dus daarvoor zijn ondernemers aan zet en is de inzet van gemeenten als trekker minder actief. Tot slot is het inrichten van dit soort processen altijd heel erg tijdrovend. Het is belangrijk om het besluitvormingsproces democratisch te doorlopen en iedereen goed te betrekken. Dat vraagt heel veel tijd. Zorgvuldigheid is hier net zo belangrijk als het halen van een datum.’

Expertpool
‘Uiteindelijk is het aan gemeenten zelf om een besluit te nemen’, zegt I&W-coördinator Irma Kemp. Vanuit het ministerie helpen we hen, bijvoorbeeld via Samenwerkingsproject Expertpool Stadslogistiek (SPES), dat sinds 2018 bestaat. Op dit moment hebben 40 van de 44 grootste gemeenten hulp ontvangen bij de voorbereidingen van een besluit.

Dit artikel is eerder verschenen in Nederland Logistiek, het relatieblad van TLN en is geschreven door Hans van den Berg, senior communicatieadviseur bij TLN