Waar gaat het om?
De laatste decennia is de economie en de bevolking gegroeid. Daarmee is ook het verkeer toegenomen, zowel van personen als van vracht. De capaciteit van onze infrastructuur is echter niet voldoende meegegroeid. Dat leidt tot vertragingen en inefficiënties, met schade voor onze economie als gevolg. Het investeringsprogramma van het Rijk voor het aanpakken van knelpunten – het MIRT – is vanwege de stikstofproblemen nagenoeg stil komen te liggen.
Veel bruggen, tunnels, sluizen en viaducten zijn in de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw aangelegd. Ze naderen nu het einde van hun technische levensduur en moeten vervangen of grondig gerenoveerd worden. Dat kost steeds meer geld, dat lang niet in de begrotingen van infrabeheerders was opgenomen. Een enorme inhaalslag is nodig. Bovendien stelt de klimaatverandering extra eisen aan de stevigheid en bestendigheid van de infrastructuur.
Maar niet alleen aan de aanbodkant van de infrastructuur knelt het, ook aan de vraagkant. Vooral in de ochtend- en avondspitsen is het verkeer zeer intensief. Het is daarom de vraag hoe de bestaande capaciteit beter kan worden benut. Dat kan met verkeersmaatregelen en andere werk- en logistieke patronen. Maar ook met een flexibeler en optimaler gebruik van de verschillende transportmodaliteiten. Bovendien is de manier van betalen voor het gebruik van de infrastructuur, met belastingen en heffingen, daarbij van belang.
Wat betekent dit voor jou?
Vertragingen op de Nederlandse en Europese infrastructuur veroorzaken niet alleen grote ergernis, maar ook grote financiële schade, vooral bij het vervoer van goederen en grondstoffen over weg, water en spoor. In Nederland is de totale schade in 2022 opgelopen tot maar liefst 1,7 miljard euro. Vrachtwagens staan stil in files, treinen hebben te maken met beperkte spoorcapaciteit en binnenvaartschepen wachten voor sluizen vanwege onderhouds- en capaciteitsproblemen. Dit berokkent schade aan onze economie en ons vestigingsklimaat.