TLN gaat voor schoon en emissieloos bouwen

Transport en Logistiek Nederland (TLN) heeft maandag 30 oktober 2023, samen met 44 in de bouw actieve partijen, het Convenant Schoon en Emissieloos Bouwen (SEB) ondertekend. Met de afspraken in het Convenant moet de bouwsector voldoen aan de gestelde doelen vanuit het Klimaatakkoord, het Schone Luchtakkoord (SLA) en de Stikstofdoelstellingen. Het Convenant bevat een Routekaart met tijdspaden die geleidelijk leiden tot het gewenste emissieniveau in 2030.

Esme-rijs
MT-lid Esmé Rijs geeft visie TLN op SEB

TLN is in de voorbereiding van het Convenant actief geweest om de belangen van het bouwmaterialenvervoer te behartigen. Hoewel het overgrote deel van de emissies afkomstig is van alles wat rijdt, draait, hijst en rolt op de bouwplaats zelf en SEB ook vooral gericht is op dat deel, erkent TLN dat een deel van de emissies ook afkomstig is van de aan- en afvoer van materieel en materiaal. Met de duurzaamheidsvisie van TLN voor de gehele transport- en logistieke sector dragen wij ook bij aan het halen van de doelstellingen van de bouwsector. Zo helpen wij elkaar!
Ondertekenen houdt ook in dat TLN aan de relevante gesprekstafels blijft en dus inspraak heeft tijdens tussentijdse evaluatiemomenten.

Wat is de inbreng van TLN in het project SEB?

Als we kijken naar het wagenpark in de bouw, kunnen we concluderen dat een zeer groot deel al bestaat uit de schoonste dieselvoertuigen, Euro6. Dat loopt de komende jaren alleen maar verder op. De transportsector loopt hiermee ver voor op de vele specifieke bouwmachines (shovels, kranen, graafmachines enz.) op de bouwplaats zelf. Met de komst van zero-emissie-zones, waar veel bouwactiviteiten plaatsvinden, zal er steeds meer een scheiding komen tussen schoon dieselvervoer (ook met schonere brandstoffen zoals HVO100) naar de stad, op- en overslag op bouwhubs en zero-emissie vervoer van bouwhub naar bouwplaats. En op langere termijn toch ook zero-emissie vervoer op de langere afstanden. De bouw kan voor wat betreft het transportdeel de vruchten plukken van de duurzaamheidsvisie van TLN: zero-emissie in binnensteden vanaf 2025, laag-emissie buiten de steden, minder kilometers door meer efficiency.

Naast aandacht voor het materieel zelf, valt er nog heel veel winst te boeken in het bouwlogistieke proces. De bouw is enorm versnipperd en gefragmenteerd met veel in-efficiency, faalkosten en negatieve milieu-effecten tot gevolg. TLN participeert daarom ook actief in 3 ketenprojecten die gericht zijn op samenwerking, digitalisering en regie in de keten.

Zorgen TLN
De transitiepaden in de Routekaart zijn zorgvuldig vastgesteld. Daarvoor is uitgebreid onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor emissieloos materieel (wat komt er wanneer op de markt?), van de boormachine tot de grote torenkraan. Er zal de komende jaren ook voortdurend worden gemonitord.
Er is een basisniveau en een ambitieniveau. Dat laatste is vooral bedoeld voor opdrachtgevende en aanbestedende overheden die koploper willen zijn. De signalen uit de markt wijzen er op dat vele overheden, van groot tot klein, graag hun bouwprojecten emissieloos willen laten uitvoeren en niet goed op de hoogte zijn van wat überhaupt mogelijk is en hoeveel dat kost. Hier ligt een met vele partijen gedeelde zorg. Het brengt onrust in de markt als de uitvraag niet is gebaseerd op realisme.

Het is van groot belang dat publieke en private opdrachtgevers beseffen dat emissieloos bouwen ook een vooralsnog hoger prijskaartje heeft. Dat kan dus betekenen dat er met teruglopende budgetten voor aanleg/bouw en onderhoud minder projecten kunnen worden uitgevoerd. En dat is wat we vooral niet willen, aangezien er nu al sprake is van een grote onderhoudsachterstand in de infrastructuur en een toenemend tekort aan nieuwbouwwoningen. TLN geeft dan ook het dringende advies aan opdrachtgevers om de transitiepaden niet sneller te laten verlopen dan afgesproken.

Tenslotte ligt er een zeer grote uitdaging om voldoende laadmogelijkheden te bieden op bouwplaatsen, waar in het algemeen nog helemaal geen stroomnet aanwezig is. Als vervoerders in de toekomst ook op de bouwplaats willen laden, moet daar uiteraard geen wachtrij voor de beschikbare stopcontacten staan.